Babyponcho

Babyponcho

Janneke haakte met restjes garen die ze overhield van het sjaal-haakpakket deze leuke babyponcho. Superschattig om te haken voor je (klein)dochter! Janneke: “Let wel op: Het pakket voorziet ruim in garen, ook voor mensen die los haken. Afhankelijk van je hand van haken hou je wel of niet genoeg over voor deze poncho. Niet iedereen zal garen overhouden. Natuurlijk kun je garens uit je voorraad gebruiken om het tekort aan te vullen.”

“Dit ponchootje haakte ik voor een kind van 1-1,5 jaar, maar dit is eenvoudig aan te passen naar andere maten door het aantal opzetsteken te veranderen en meer toeren te haken. De opzetlossen -5 moeten deelbaar zijn door 8.  Een maatje groter komt bijvoorbeeld uit op: 93 steken. 93-5 is deelbaar door 8. Deze poncho meet 26 cm van de bovenkant boord middenvoor tot de onderkant boord middenonder (exclusief de franjes). Op de schouder meet hij 19 cm.”

Dit heb je nodig:

  • restjes garen in verschillende kleuren
  • haaknaald 5 mm
  • Rstka = reliëfstokje achter
  • Rstkv = reliëfstokje voor 

Haakschema

Het haakschema dat je nodig hebt om de babyponcho te haken vind je hier.

Zo ga je te werk:

De eerste 4 toeren haak je heen en weer.  Vanaf de 5e toer haak je in het rond. Kijk zelf wanneer je wilt wisselen met de kleuren. Op de foto kan je zien welke kleuren Janneke gebruikt heeft. 

Toer 1 Haak 85 lossen

Toer 2 Haak 3 lossen (= 1 stokje), haak een st in 5e losse vanaf haaknaald en een stokje in elke volgende losse (85 stokje inclusief het beginstokje van 3 lossen)

Toer 3 Haak 3 lossen (= 1 stokje), *1 reliëfstokje achter (rstka), 1 stokje*.  Herhaal * * tot einde toer.

Toer 4 Haak 3 lossen (= 1 stokje), *1 reliëfstokje voor (rstkv), 1 stokje*. Herhaal * * tot einde toer. Sluit nu de cirkel door een halve vaste te haken  in de 3e losse van het beginstokje van toer 4. 

Toer 5 Haak 3 lossen (= 1 stokje), *1 rstkv, 1 stokje* Herhaal * * tot einde toer. Sluit met een halve vaste en hecht af.

Toer 6 Vanaf hier begint het strependeel met granny-steek (clusters van 3 stokjes).
Hecht aan in de halve vaste, haak 3 lossen (= 1 stokje), stokje, stokje, *1 losse, 1 steek overslaan, haak 1 stokje in de 3 volgende steken*. Herhaal * * nog 6 keer (u heeft nu 8 clusters van 3 stokjes), 1 losse, 1 steek overslaan, haak 3 stokjes in de volgende steek, 1 losse, 3 stokjes in de volgende steek, *1 losse, 1 steek overslaan, 3 stokjes in volgende 3 steken*. Herhaal * * nog 9 keer, 1 losse, 1 steek overslaan, 3 stokjes in volgende steek, 1 losse, 3 stokjes in volgende steek, *1 losse, 1 steek overslaan, 3 stokjes*. Herhaal nog 1 x, 1 l, sluit met halve vaste en hecht af.
Daar waar je de ‘3 stokjes in 1 steek’-clusters hebt gehaakt zijn de punten in de voor- en achterkant. Tussen die clusters heb je aan beide kanten 10 ‘3 stokjes in 3 steken clusters’ en het splitje van het kraagje zit iets opzij.

Toer 7 Hecht aan om een losse, *3 lossen (= 1 stokje) en 2 stokjes om de losse*. Herhaal * * om elke losse van de vorige toer. In de punten aan de voor- en achterkant haak je {3 stokjes, 1 losse, 3 stokjes} om de losse. Sluit met halve vaste en hecht af.

Toer 8 Hecht aan tussen twee 3-stokjes-clusters. Haak *3 lossen (= 1 stokje) en 2 stokjes tussen zelfde 3-stokjes-clusters*. Herhaal * * tussen alle clusters. In de punten aan de voor- en achterkant haak je {3 stokjes, 1 losse, 3 stokjes} om de losse van de vorige toer. Sluit met halve vaste en hecht af.

Herhaal zo t/m toer 17, of tot de poncho lang genoeg is (houdt rekening met de boord die je aan het einde nog haakt).

Toer 18 t/m toer 22 haak je in dezelfde kleur (hier blauw). Deze toeren hecht je aan het einde niet af: daardoor moet je om en om de toer starten met 1 stokje en aan het einde van de tour het 3-stokjes cluster afmaken met 2 stokjes, zie het haakschema.

Toer 19 Na de halve vaste waarmee toer 18 wordt afgesloten haak je 3 lossen (= 1 stokje), haak 3 stokjes tussen de volgende clusters. Haak aan het einde van de toer nog 2 stokjes in dezelfde ruimte als het 3 lossen-stokje. Sluit met een halve vaste.

Toer 20 is weer als toer 18.

Toer 21 als toer 19.

Toer 22 als toer 18. Sluit met halve vaste en hecht af.

Nu begint de boord. 
Toer 23 Hecht aan tussen twee stokjescluster. Haak 1 losse (= 1 vaste), *1 losse, sla 1 steek over en haak 1 vaste in het middelste stokje van een stokjescluster, 1 losse, 1 vaste tussen stokjesclusters *. Herhaal * *. In de punten aan de voor- en achterkant haak je 1 vaste, 2 lossen, 1 vaste.

Toer 24 Hecht aan om een losse en haak 3 lossen (=1 stokje). Haak *1 rstkv om de vaste, 1 stokje om losse*. Herhaal * *. In de punten haak je stokje, losse, stokje om de losse. Sluit met halve vaste.

Toer 25 3 lossen (=1 stokje), *rstkv om rstkv en stokje in stokje*. Herhaal * *. In de punten haak je een stokje in het stokje op de punt, rstkv om hetzelfde stokje, 2 lossen, rstkv om het volgende stokje, stokje in het stokje.
Maak de poncho af met franjes en eventueel een leren labeltje en een lintje

Dit leuke patroon komt uit  het boek Haakspiratie van Janneke Assink. 

Zo maak je franjes:

Knip van alle kleuren sliertjes van ongeveer 20 cm. Het is handig om iets te gebruiken met een breedte van 10 cm (bijvoorbeeld een notitieboekje) waar je het draad meerdere keren omheen wikkelt. Knip dan in één keer het draad aan de onderkant door. Janneke: “Ik pakte telkens 4 sliertjes en bevestigde na elke 4 steken een franje. Maak een lus met de 4 sliertjes door ze dubbel te vouwen. Haal de lus door een steek, bijvoorbeeld met behulp van een haaknaald. Haal de andere kant er doorheen, zodat er een soort knoop ontstaat.”


Klaske Bakker
Door
Klaske Bakker

Klaske werkt al vele jaren met plezier voor het tijdschrift Landleven. Als culinair redacteur schrijft ze verhalen en ontwikkelt ze recepten. Ze kookt, proeft, kookt nog eens en schrijft de recepten daarna zo smakelijk (en nauwkeurig!) mogelijk op. De ingrediënten komen altijd uit het seizoen, het liefst uit haar eigen moestuin. Inmaken, jam en sap koken en wecken zijn haar passie. Ze is tevens moeder van drie kinderen.