Sjefs tuintips: zo kweek je een nieuw bed aardbeien
Aardbeien doen in de moestuin hun bijnaam eer aan: het is koninklijk oogsten van de rode (schijn)vruchten. Reden te meer om uw zomerkoninkjes te koesteren! Sjef van der Loo probeerde verschillende methodes uit om de planten na de oogst te stekken. Zijn beste methode deelt hij met de lezers van Landleven.
Een aardbeienplant zorgt zelf prima voor nakomelingen. Na de oogst maakt hij lange uitlopers, met op regelmatige afstand nieuwe, jonge aardbeienplantjes eraan. Zodra de plantjes de grond raken, beginnen ze te groeien. Op eigen houtje kan een veldje aardbeien zo een prachtig aaneengesloten tapijt van aardbeienplantjes vormen. Helaas komt dat de oogst niet ten goede: met een beetje ruimte rondom geeft de aardbei veel meer vruchten. Sjef van der Loo raadt daarom aan om de plantjes een handje te helpen.
Met een doorgeknipt, bodemloos potje kweekt Sjef aardbeienplantjes.
Zo ga je te werk:
- Kies de beste uitlopers. Neem stekken van je mooiste, meest productieve planten. Elke plant maakt meerdere uitlopers aan, maar laat alleen de eerste en zo nodig de tweede uitloper groeien. De volgende uitlopers knip je dicht bij de moederplant weg, zodat de plant hier geen energie aan verspilt. Het eerste plantje dat aan een uitloper groeit, is het sterkst. Daarna groeit de uitloper door, knip dat stuk weg met een scherpe schaar.
- Maak met een bollenplanter een gat in de grond bij de uitloper. Maak het gat groot genoeg zodat er een plastic bloempotje in past.
- Knip de bodem uit het bloempotje. Knip ook een sleuf uit de bovenrand van het bloempotje, waar je de uitloper door kunt leiden. Knip vervolgens de zijwand tegenover de sleuf door.
- Meng de grond uit het plantgat met compost en/of mest. De planten hebben voedingsstoffen nodig om groot te groeien.
- Druk eerst een heel potje in het plantgat. Haal het weg en zet dan het geknipte potje in het plantgat en vul het met het grondmengsel. Druk de grond aan om uitdroging tegen te gaan. Vul het potje nog een keer bij zodat het echt vol zit.Â
- Pak de uitloper, schuif de verbinding met de moederplant door de sleuf en leg het plantje in het midden van het potje. Als de uitloper nog geen wortels heeft, leg je het gewoon op de grond. Heeft het plantje al wel wortels, maak dan een klein kuiltje waarin de wortels passen en strooi grond rondom de worteltjes. Geef de uitlopers direct water en zorg dat ze ook in de komende weken voldoende water krijgen.
- In juni gestekte planten zijn eind augustus al groot genoeg om uit te planten. Zo hebben ze tijd om voor de winter al goed aan te slaan. Knip ze los van de moederplant en haal de stekken met potje uit de grond. Let hierbij op, want door de open bodem van het potje is de kluit langer dan het potje. Op je nieuwe aardbeienbed maak je een plantgat dat groot genoeg is voor de pot en de kluit. Haal het plantje uit de pot of druk het met pot en al in de grond. Na het aandrukken van de grond rondom de pot trek je het potje eenvoudig uit de grond. Druk de grond rondom de plant aan en zorg ervoor dat de plant op de goede diepte staat. De bovenzijde van de wortelkluit (bovenzijde van de grond die in de bloempot zat) moet ongeveer even hoog zijn als de tuingrond rondom de kuil.
- Geniet volgend jaar weer van de oogst!
Het plantje blijft aan de moederplant zitten, de rest knip je weg.
Sjef van der Loo is een enthousiast moestuinier. Hij heeft een volkstuin van 100m2 en ruimt ook in zijn achtertuin nog wat plek in voor groente. Wat Sjef misschien nog wel leuker vindt dan het verbouwen van groente, is het bedenken van handige oplossingen voor teeltproblemen. Met eigengebouwde kasjes, zaaihulpen en bewaartips voor de oogst maakt hij het werk in de moestuin steeds wat makkelijker. Je leest erover op www.sjeftuintips.wordpress.com