Lotte in de leer: gaas spannen
Lotte Post woont sinds 2017 op het platteland. In de serie ‘Lotte in de leer’ doet ze kennis op van professionals over allerlei klussen op het erf of in de tuin. Dit keer leert ze hoe ze gaas moet spannen van Gerben Besselink, haar buurman én hovenier.
Dit heb je nodig:
- schop
- grondboor
- sleg
- waterpas
- draadspanners (minimaal 2 op elke hoek)
- spandraad
- gaas (type afhankelijk van het doel)
- palen
- straatpin en richtdraad
- zaag
- nijptang
- krammen
Voordat we de palen plaatsen, kijken we hoe hoog het gaas is en hoe hoog de palen zijn. We gebruiken de grondboor om de gewenste diepte te bereiken. Met de sleg slaan we de palen goed in de grond.
Met de waterpas kijken we of alle palen waterpas staan ten opzichte van elkaar.
Zo ga je te werk:
- Kies een vast beginpunt (zoals een muurtje of een hoek) en bepaal een eindpunt.
- Kijk hoe hoog het gaas is en hoe hoog de palen zijn. Bepaal op basis daarvan hoe diep de palen de grond in moeten.
- Span een voorlopige draad met behulp van een straatpin.
- Graaf gaten voor de palen.
- Gebruik een sleg om de palen op de juiste diepte in de grond te slaan.
- Zorg dat de palen qua hoogte waterpas zijn ten opzichte van elkaar, met uitzondering van de hoekpalen.
- Schoor de begin-, eind- en hoekpalen om te voorkomen dat deze scheef trekken.
- Span de spandraad door middel van draadspanners.
- Gebruik krammen om het gaas aan de palen vast te maken en maak het gaas met ijzerdraad vast aan de spandraad.
Breng de schoor aan op tweederde van het bovengrondse deel van de paal.
Wat is schoren?
Vaak zie je dat de begin- en de eindpaal scheeftrekken bij het spannen. Daar is een oplossing voor, namelijk de palen schoren. Eigenlijk is een schoor niets anders dan een schuine paal tegen een rechtopstaande paal. Vaak zie je een enkel geschoorde paal aan de uiteinden van een afrastering. Dubbel geschoorde palen staan meestal op een hoek. De hoek is dan aan twee zijden geschoord.
Schoren gaat wel gepaard met een aantal richtlijnen. Zo breng je de schoor aan op tweederde van het bovengrondse deel van de paal. Niet te hoog, want dan wordt het een soort hefboom, en niet te laag, want dan kan de paal doorbuigen of breken. De schoor kun je ook niet maar zo tegen de paal plaatsen. Het beste is om haaks op de paal een zaagsnede te maken en te zorgen dat de schoor op de juiste wijze in de paal valt. Vervolgens maak je hem met spijkers aan de paal vast.
Bevestig de draad aan de draadspanner op 20 centimeter van de paal. In elke hoek wil je minimaal twee en liever nog, op deze hoogte, drie draadspanners hebben.
Zo span je draden
Voordat je het gaas kunt bevestigen tegen de palen, moet je eerst het spandraad spannen. Draai het begin van de spandraad ongeveer 40 centimeter vanaf de bodem om de beginpaal heen. Eerst bevestig je een stuk draad van 20 centimeter aan één paal, daaraan komt een draadspanner. Van de draadspanner naar de andere hoekpaal komt een lange spandraad. Als deze aan elkaar zitten, kun je de draadspanner aandraaien om de spandraad strak te krijgen. De spandraad zorgt ervoor dat het gaas niet door gaat hangen en mooi recht blijft. Als er kippen tegenaan vliegen, gaat het gaas ook niet meteen kapot. Verder wil je in elke hoek minimaal 2 en liever nog, op deze hoogte, 3 draadspanners hebben.
Tips
- De afstand tussen de palen bepaalt de sterkte van een afrastering. Hoe dichter ze op elkaar staan, hoe sterker.
- Mocht je de palen niet vast kunnen krijgen, dan kun je ze aanwateren. Dit houdt in dat je grond om de paal legt en daar een emmer water over gooit. Dit wordt modder die heel vast om de paal gaat zitten, waardoor deze stevig staat.
In 2017 verhuisd van de stad naar het platteland. Geboren met twee linkerhanden en tot voor kort onbekend met het fenomeen ‘waterpomptang’. Droom: kampvuurtjes, aardbeien uit de moestuin en eieren van eigen kip. Realiteit: nat hout, een moestuin met onkruid en een kippenhok vol stront. Blad vegen gaat me goed af. Andere zaken kosten meer moeite. Om glazen muiltjes te maken van mijn onwennige klompen ga ik in de leer bij professionals.