Voeding bij paarden

Voeding bij paarden

Een groot deel van hun dag besteden paarden aan het eten van voedsel. Wat geef je een paard wel en wat juist niet? En hoe zorg je ervoor dat een paard lang genoeg kan eten, zodat hij zich niet gaat vervelen?
 

Dit artikel is tot stand gekomen in samenwerking met het landelijk kennisnetwerk Levende Have.

Vaak hebben paarden en pony’s genoeg aan gras een hooi. Wanneer je veel arbeid van je dier vraagt, is het soms nodig ook krachtvoer bij te voeren. Van nature zijn paarden gewend om langdurig en geleidelijk aan te eten. Ze hebben de behoefte om overdag en ook ’s nachts kleine beetjes te eten. Wanneer paarden hun voedsel kauwen komt er speeksel vrij. Dit speeksel zorgt ervoor dat hun maaginhoud niet te zuur wordt. Als een paard te veel krachtvoer krijgt (waar hij in verhouding minder op hoeft te kauwen) en te weinig ruwvoer kan de balans in de maag verstoord raken.
 

Geef je paard voldoende ruwvoer

Naast dat het eten van gras goed is voor de zuurbalans in zijn maag, is het voor het paard ook tijdverdrijf. Geef je een paard teveel krachtvoer, dan houdt het paard tijd over en is de kans op stalondeugden groot. Daarnaast kan een paard ook strooisel of mest gaan eten. Het is daarom belangrijk dat je een paard voldoende ruwvoer geeft. Wordt je paard niet snel te dik, dan kun je hem onbeperkt hooi of kuilgras geven. Ligt het risico op overgewicht wel op de loer, dan is het verstandig je paard meerdere porties per dag te geven. Verdeel de voertijden zo goed mogelijk, minimaal drie keer per dag. Geef je een paard een te grote portie en daarna lang niets, dan kan het paard schokkerig worden en wordt de kans op koliek vergroot. Houd er rekening mee dat paarden ook in de nacht grazen. Geef ze daarom een ruime portie hooi of kuil laat in de avond.
 

Wat voor krachtvoer?

Niet al het hooi en kuilgras is even geschikt als voedsel voor een paard. De dieren zijn ingesteld op een geleidelijke en langdurige opname van vrij langwaardig gras. Heel fijn hooi is dus minder geschikt als voedsel, omdat paarden gebaat zijn bij langvezelig voedsel. Ruwvoer van onbemeste grond, bijvoorbeeld natuurhooi, kan tekorten veroorzaken, zoals een tekort aan magnesium. Vroeg in het seizoen geoogst hooi of kuilgras (‘eerste snede’) is erg eiwitrijk. Dergelijk ruwvoer kan vervetting en koliek veroorzaken en is daarom minder geschikt voor paarden. Kuilgras kan bovendien een te hoge zuurgraad hebben en een te laag structuurgehalte.

Hooi kan erg stoffig zijn, dit kan bij een paard zorgen voor hoestprikkel. Om dit te voorkomen kun je stoffig hooi of hooi met schimmelsporen onderdompelen in een bak met water. Geef het hooi hierna direct aan het paard. De voedingswaarde van het hooi wordt hierdoor niet beïnvloed. Gebruik bij elke nieuwe onderdompeling schoon water.

Om hoefbevangenheid te voorkomen mag er in het ruwvoer ook niet een al te hoog fructaangehalte zitten. Wanneer je zelf hooit, kun je het beste in de ochtend en laat in het seizoen maaien. Uit onderzoek is gebleken dat het suikergehalte en ook het kaliumgehalte in hooi verlaagd kan worden door het hooi ongeveer een uur onder te dompelen in koud water. Geef het hooi hierna direct aan het paard.

De leeftijd van hooi

Het beste kun je nieuw hooi pas na zes tot acht weken na het persen aan de paarden voeren. Deze periode is nodig om het hooi te laten afsterven door de nabroei. Zo verliezen boterbloemen bijvoorbeeld in deze periode hun giftigheid. Zuring en jacobskruiskruid verliezen in deze periode niet hun gif, daarom is hooi met deze planten niet geschikt voor paarden. Hooi dat al een langere periode ligt, verliest voedingswaarde. Zo gaat er bijvoorbeeld iedere maand vijf procent van het gehalte vitamine E verloren. Dit verlies kan opgevangen worden door het paard brokken bij te voeren. Welke brok hiervoor het meest geschikt is, kan worden vastgesteld na een hooianalyse. Hiermee kom je erachter aan welke vitaminen in het hooi een tekort is. Door middel van deze tekorten kun je de beste aanvullende brokken uitkiezen.
 

Graszaadhooi

Graszaadhooi bevat mycotoxine en dat is schadelijk voor paarden, schapen en koeien. Dit komt doordat er in de productie van graszaad veelal gebruik wordt gemaakt van endofyten. De fouragehandel verenigd in de Hisfa raadt aan om alleen graszaadhooi te kopen van erkende handelaren en van leveranciers die een telersovereenkomst kunnen laten zien, waarin expliciet staat dat het product geen endofyten bevat.

Wanneer paarden richting overgewicht nijgen, wordt graszaadhooi vaak aanbevolen. Het hooi is namelijk lang en stengelig als het geoogst wordt, waardoor het weinig calorieën bevat. Daarnaast is het ook structuurrijk.
 


Angela Groenbos

Angela schrijft de tuinverhalen voor Landleven. Daardoor komt ze in de mooiste landelijke tuinen van Nederland. Overal neemt Angela wel ideeën mee die ze in haar eigen tuin wil toepassen. Dat is nog wel een project in ontwikkeling: rond haar woonboerderij verschijnen nu de eerste borders en ze is dit jaar enthousiast begonnen met een moestuin. Wat Angela nog mist aan kennis compenseert ze ruim met enthousiasme voor alles wat groeit en bloeit. Haar vingers zijn nog niet groen, maar zien wel regelmatig zwart van tuinaarde.