Pauwen: 5 tips
Pauwen zijn niet knuffelbaar, niet erg sociaal. Maar met hun gekroonde kopjes, imposante verentooi en koninklijke tred zijn ze zo opvallend mooi dat Ineke Groenendijk vond dat pauwen niet mochten ontbreken op haar Brabantse erf. “Elke keer als mijn hanen pronken, geniet ik.” Hier lees je Inekes beste tips voor pauwenhouders.
In Landleven 1 van 2017 lees je de hele reportage over Ineke en haar pauwen.
5 pauwentips:
- Pauwen hebben ruimte nodig. Het liefst lopen ze los op een terrein met bomen om in te slapen. Een omheind terrein zullen de dieren na wat training en met voldoende voer niet snel verlaten, hoewel de dieren prima over een hek kunnen vliegen. Ineke houdt niet van leewieken of kortwieken om de dieren op hun plek te houden. “Ze zijn het gelukkigst als ze kunnen vliegen.”
- Ineke houdt haar pauwen in de siertuin waar ze los mogen lopen. “Ze zetten de tuin niet op de kop zoals kippen, ze nemen hooguit een zandbad in de border. Wel poepen ze veel. De poep is te vergelijken met kippenpoep, het is alleen méér.”
- Pauwen kunnen prima in combinatie met andere dieren worden gehouden. Ineke: “Ze kunnen goed samen met schapen en ezels, en gaan zelfs geen meter opzij voor mijn honden.”
- Pauwen kunnen prima tegen kou. Waar ze meer last van hebben is nattigheid. Ineke: “In een natte zomer is het moeilijk om de kuikens groot te krijgen.”
- Waar kippenhanen elkaar het hok uit kunnen vechten, verdragen pauwenhanen elkaar beter. “Ze zijn minder fanatiek dan kippen.”
