Oer-Hollandse koeienrassen: Groninger blaarkop, brandrode rund en lakenvelder
Een koe in de wei is een prachtig oer-Hollands plaatje. Maar welke koeienrassen komen er oorspronkelijk uit Nederland? En wat zijn hun kenmerken? Landleven licht drie oudhollandse koeienrassen uit. Maak kennis met de Groninger blaarkop, het brandrode rund en de lakenvelder.
Groninger Blaarkop
Deze koe komt oorspronkelijk uit Noord-Holland, Zuid-Holland, Utrecht en Groningen. De Groninger blaarkop is geschikt voor vlees- en melkproductie. De Groninger blaarkop wordt ingezet voor begrazing van natuurgebieden en is populair in de biologische landbouw. Het is een sober, robuust en gezond ras. Dit koeienras staat bekend om een hoge vruchtbaarheid, sterke benen, zelfredzaamheid en goede vleeskwaliteit.
Uiterlijk: Het uiterlijk van de Groninger blaarkop komt al vanaf de veertiende eeuw in Nederland voor. Groninger blaarkoppen zijn egaal zwart of rood van kleur. Ze hebben een witte kop en gekleurde kringen rond de ogen. Dat zijn de zogenoemde ‘blaren’. Die kunnen verbonden zijn aan de kleur in de hals, of als losse blaren een eilandje vormen rond het oog. Groninger blaarkoppen kunnen witte sokjes hebben en de onderbuik is wit.
Karakter: De Groninger blaarkop heeft een aanhankelijk en rustig karakter.
Brandrode rund
Het brandrode rund komt oorspronkelijk uit Limburg, Gelderland, Noord-Brabant en Overijssel. Brandrode runderen worden niet alleen uit liefhebberij gehouden, maar ook voor vleesproductie, melkwinning en natuurbegrazing. Dit koeienras is sterk, leeft lang en is redelijk winterhard.
Uiterlijk: Brandrode runderen zijn te herkennen aan hun hoorns. Ze zijn egaal diep donkerrood of bruinrood. Ook hebben ze een witte buik, witte staartpunt, kol en witte sokken of onderbenen.
Karakter: Het brandrode rund heeft een rustig en vriendelijk karakter. Daardoor is het brandrode rund ook geschikt voor hobbydierhouders, op een kinder- of zorgboerderij of in een natuurgebied waar recreanten komen.
Lakenvelder
De lakenvelder komt oorspronkelijk uit Zeeland, Zuid-Holland en Gelderland. Het is een zeer oud Nederlands koeienras. De lakenvelder werd in de Middeleeuwen al op schilderijen vastgelegd. Vroeger zag je de lakenvelder voornamelijk bij de adel. Daarom kreeg het ras de bijnaam ‘kasteel- of parkrund’. Lakenvelders leveren vlees, kaas, melk en ijs van uitstekende kwaliteit. Lakenvelders zijn kleine koeien en produceren daardoor niet veel vlees, maar dit vlees wordt wel bijzonder goed gewaardeerd.
Uiterlijk: De naam verraadt het eigenlijk al een beetje. De lakenvelder is te herkennen aan zijn typische witte laken rond de middenhand. De voor- en achterhand zijn rood of zwart van kleur. Verder heeft de lakenvelder geen aftekeningen.
Karakter: Lakenvelders zijn vriendelijke koeien. Je ziet ze op kinder- en zorgboerderijen. Lakenvelders worden ook ingezet voor natuurbegrazing.
Koeienrassen
Twaalf verschillende, kleurige koeienrassen, samen op een mooie, geïllustreerde poster van de hand van Landlevens Margreet Welink. Je kunt de poster hier downloaden om te printen. Bij Landleven vind je ook artikelen over verschillende koeienrasssen, zoals jersey, Fries roodbont, maraîchine, brahmaan en het brandrode rund. De poster met kleurige koeien, gemaakt door Margreet Welink, kun je downloaden door te klikken op de afbeelding hieronder.
Koeienrassen door Margreet Welink, klik op de afbeelding om te downloaden
Linde werkt als freelance tekstschrijver voor het tijdschrift Landleven en de website Landleven.nl. Ze geniet van het buitenleven en is gek op dieren. Paarden in het bijzonder! Ze heeft twee kinderen.