Iedere dag een jersey koe dans

Iedere dag een jersey koe dans

In een gehuurde stal en met veel liefde voor de grootogige jersey koe zijn Sander en Cynthia gestart met hun melkveehouderij. Het is een avontuur met veel onzekerheden. “Zoiets opzetten is niet van je pakt het uit de lucht en kunt boeren”, legt Sander nuchter uit. De jerseykoeien geven melk met een hoog eiwit- en vetgehalte, zijn voordelig klein en bovenal levendig. Zodra het weer dit toelaat lopen ze buiten en dan is het feest. Cynthia: “In het voorjaar kijk ik iedere dag naar een koeiendans.”

Jersey koe houden

Sander Stapelbroek (35) en Cynthia van Holst (36) wonen overdag in de melkveestal. Ze wonen in een gewoon burgerhuis elders, de stal in Halle is gehuurd. “De beste man die de eigenaar is, kwam bij ons monsters nemen van het kuilvoer en tijdens het koffiedrinken vertelde hij dat de stal leegstond. Nadat ik het er met Cynthia over had gehad, belden we hem of hij de stal wilde verhuren en zodoende. Er moest wel wat aan gebeuren, maar dat was niet het grootste probleem, we hadden in ieder geval een stal en konden ergens onder dak zitten.”

Sander werkte tot dan toe op het melkgeitenbedrijf van zijn ouders. Een overname zat er niet in. “Het was in principe wel de bedoeling, maar we lagen elkaar niet lekker meer. Er was te veel spanning, helaas.” Ook Cynthia komt van een melkgeitenbedrijf en het liefst was het stel met geiten verdergegaan, maar dit is een onmogelijkheid vanwege de ‘geitenstop’. De overheid staat geen nieuwe geitenbedrijven toe. “De liefhebberij voor vee is zo groot, dat we naar een alternatief zochten. Sander zei tegen mij, ‘als ik koeien ga houden, dan wil ik graag jerseys melken’, en eigenlijk is het een beetje impulsief begonnen, want Sander had uit het loonwerk wat resten kuilvoer over en wilde het niet voor niets weggeven. Om die resten op te maken konden er een paar koetjes komen.”

Op marktplaats vonden ze twee jersey-vaarsjes. Cynthia kan er om lachen hoe ‘spontaan’ zo’n advertentie tevoorschijn komt: “Je denkt aan jerseys en daar zijn ze, het is alsof ze van marktplaats meeluisteren. We zijn gaan kijken en ik dacht, wat een kleine, iele dingen. En Sander gelijk: ooohh en helemaal verliefd. Ik dacht, het zal dan wel. We hebben ze opgehaald en in de weide bij zijn ouders een weidetent opgezet, waarin ze konden eten en schuilen.”

Cynthia (links), Sander (rechts) en in het midden een jerseykoe in het weiland

Mensgericht

Sander kende de jersey koe van een ander melkveebedrijf, waar hij kennismaakte met het gedrag. “Een prettige koe om mee te werken. Lekker rustig en gaat vlot de melkstal in. Ik heb ook veel met holsteiners gewerkt, op zich prima, maar een heel ander dier, het toont anders en vooral het karakter. Jerseys zijn net wat vinniger, een slagje sneller dan holsteiners. Het is een harde koe qua beenwerk en klauwen. Degelijk gebouwd ook. Ze zeggen weleens ‘een jersey koe is heel gevoelig’, maar als je ze op de goede manier voert, is het prima te doen.”

“Ze zijn minder zwaar, dus als ze slechter ter been worden, hebben ze er minder last van. Ze staan gemakkelijker op en zijn heel atletisch. Ze zijn een beetje opgewekter, zo lijkt het”, vult Cynthia aan, “het zijn heel vrolijke, gezellige koetjes die contact maken en heel mensgericht zijn, net als we bij de geiten gewend waren. Ze rennen achter je aan, komen nieuwsgierig ruiken, even likken. Als er iemand aankomt gaan gelijk de oortjes naar voren om te kijken wie het is. Grote ogen, lange wimpers, een beetje een wipneusje; het is een Barbie-koetje. Aantrekkelijk. Ook de kalfjes zijn super actief en zodra ze zijn geboren staan ze binnen een half uur.”

Na de start in de gehuurde stal, twee jaar geleden, zijn er nu zestien jerseys en tien koeien van een ander slag. Sander: “Je moet de huur betalen, dus er moet melk in de tank. Om melk aan de fabriek te leveren heb je een bepaald volume nodig, maar de koeien waren heel duur.” Om die reden keken de startende melkveehouders niet zo nauw, het mochten best jerseykruisingen zijn of koeien met een mankementje. Cynthia:

“Een koe die op een klosje liep, vanwege een eerdere klauwontsteking, die we voor een paar honderd euro minder kregen, koeien die wat op leeftijd waren of een net-afgekalfde koe waarvan de boer geen zin meer had om in te melken.” Sander: “Achteraf zijn het supermooie koeien gebleken. We hebben er geluk mee gehad, ook geluk met een hoge melkprijs, waardoor echt geld binnenkwam en we nu meer koeien hebben dan aanvankelijk gedacht.”

Twee jersey kalven snuffelen aan een hand

Mooie eerste stap

Vooralsnog zijn de 26 melkkoeien niet genoeg om van te leven. Naast de koeien verdient Sander de kost met een klein loonwerkbedrijf zonder vast personeel en ze werken samen als klauwbekapper in de geitensector. Zij schat dat ze minimaal acht uur per dag bezig is met de koeien, voor de dagelijkse routinewerk. Hij zal er tussen de vier en zes uur mee bezig zijn, en doet de grotere klussen als maaien en inkuilen. Alles bij elkaar komen ze aan de kost. Ze moesten investeren in melkvee, in jongvee dat in het eerste jaar nog niets oplevert en in het opbouwen van een voervoorraad. Hun grote voordelen zijn de machines die Sander als loonwerker al heeft en het niet hoeven aangaan van een hypotheek. “Ik betaal liever huur, dan hypotheek”, zegt Sander eerlijk. “Weet je wat het is, zoiets opzetten is niet van je pakt het uit de lucht en kunt boeren. Als de prijzen zo ver zakken of dat het echt niet gaat, en je moet stoppen, dan is het de boel verkopen en je bent glad klaar, hebt geen restschulden bij de bank. Nu houden we aan het einde van de maand misschien iets minder over, maar het is allemaal prima te overzien. We hopen aan de veilige kant te blijven, want gekke sprongen zijn voor ons niet te doen. We weten niet wat de politiek gaat doen, we zijn niet groot, maar als je eenmaal een piekbelaster bent…”

Cynthia: “We zijn flexibel en in het ergste geval, als we de huur niet meer opbrengen, kunnen we met een deel van de veestapel met een doorloopwagen en een tent in de weiland gaan staan. Ze kun je creatievere scenario’s bedenken, dan wanneer je vastzit met een hypotheek. We leven nog een beetje in het moment. Eerst maar ‘ns zorgen dat de koeien zichzelf terugverdienen, zodat we er niet meer achteraan hoeven te werken. Dat is voor nu de mooiste eerste stap.”

Of ze aansturen op een stal met alleen jerseys, daar is Cynthia nog niet uit. “Misschien op den duur. Al is het mooi om een uniforme groep jerseys te hebben, ik vind het elkaar leuk aanvullen.” Sander heeft geen probleem met kruisingen. “Wij zijn van het soberder voer, willen er niet te veel krachtvoer in hebben en zo veel mogelijk eigen voer geven. Een kruising kan goed veel ruwvoer omzetten naar best veel liters. Dan heb je het karakter en de gehaltes van de jersey en toch nog voldoende opbrengst. Onze beste jerseys geven op het hoogtepunt van de lactatie tot dertig liter per dag, maar het gemiddelde ligt een stuk lager.”

 

Jersey koe melk

Globaal geven de jerseys rond de twintig liter, terwijl een gemiddelde holsteiner zo richting de dertig liter per dag zal gaan. “Om dat te halen moet je meer voeren, dus de kostprijs ligt hoger. Een jersey telt voor minder, ook in de fosfaat, omdat hij kleiner is en minder produceert. Over de liters moet je de fosfaat uitbetalen en dan is een holsteiner minder interessant. In de omgeving hoor ik meer boeren die daarom over willen gaan op jerseys. Ze nemen bovendien minder ruimte in. In oudere ligboxstalen is de maatvoering niet meer van deze tijd voor een holsteiner, terwijl een jersey er voldoende aan heeft. Met een klein beetje aanpassen kan men dan door.”

Biologisch of niet

Biologisch of niet Cynthia legt een ander groot voordeel uit: “De melkprijs wordt bepaald door de vet- en eiwitgehaltes, en dat ligt bij een jersey koe meer dan vier procent hoger. In ons gemengde koppel zitten we net boven de tien procent, vet en eiwit samen.” Sander trekt de kosten van de baten af: “Per saldo, onderaan de streep is het voor een jersey vaak wat gunstiger.”

Biologisch zijn de jerseys niet. Cynthia: “Wij huren, dus dan moeten we of biologisch voer aankopen of huurgrond krijgen om voor langere tijd te mogen gebruik, zodat je kunt omschakelen. Het is best wel veel gedoe. Het staat op mijn verlanglijstje, Sander vindt het zo ook wel prima. Je kunt het zo biologisch maken als je zelf wilt, alleen zit er dan geen keurmerk aan vast. Het is meer de extensieve manier van houden, dan de prijs die me aanspreekt. Maar dat je bijvoorbeeld de koeien hun hoorns laat houden, dat zie ik in deze stal niet gaan. Er zijn te veel hoekjes en gaatjes waar ze elkaar in vast kunnen drukken en pijn gaan doen. Mensen zijn zo wreed en dieren zouden zo lief voor elkaar zijn, maar daar ben ik het niet mee eens. Ze kunnen hard zijn en elkaar verwonden met hun hoorns. Ik moet wel zeggen, we laten de kalveren onthoornen als ze jong zijn en dat vind ik nog steeds naar, heel vervelend. Misschien, als het allemaal mooi gaat en het ons is vergund, dat we een plekje vinden waar we de huisvesting op aan kunnen passen, dat we die kant op gaan. Net als kalveren bij de koe laten. Op de roostervloer in de grote stal is het onmogelijk om de kalfjes erbij te laten, te glad, te gevaarlijk.”

Niet onthoornen, kalfjes bij de koe laten, het klinkt allemaal prachtig, alleen is het eerlijke verhaal dat het domweg niet gaat. Wat wel gaat is de koeien naar buiten, zodra het weer dit toelaat. In ieder geval hebben de dieren een uitloop naar buiten. “Ik vind het fijn dat ze de beentjes kunnen strekken”, zegt Cynthia, die aangeeft dat er geen specifiek moment is waarop de koeien naar buiten gaan. “Of jawel, iedere dag, zodra je het draad een stukje gaat verzetten of je laat het hek na het melken nog even, zeg, twee uur dicht. En als je het hek dan losgooit, is het feest. In het voorjaar kijk ik iedere dag naar een koeiendans.”


Angela Groenbos

Angela schrijft de tuinverhalen voor Landleven. Daardoor komt ze in de mooiste landelijke tuinen van Nederland. Overal neemt Angela wel ideeën mee die ze in haar eigen tuin wil toepassen. Dat is nog wel een project in ontwikkeling: rond haar woonboerderij verschijnen nu de eerste borders en ze is dit jaar enthousiast begonnen met een moestuin. Wat Angela nog mist aan kennis compenseert ze ruim met enthousiasme voor alles wat groeit en bloeit. Haar vingers zijn nog niet groen, maar zien wel regelmatig zwart van tuinaarde.