Brahmanen in Brabant
De brahmaan heeft een overmaat aan loshangend vel. Als de koe een sprintje trekt wappert het alle kanten op. Met haar hangende oren en dikke vetbult maakt ze sowieso al een koddige indruk. Toch is het geen rariteit onder de rundveerassen, want wereldwijd is het een algemeen vleesras. Joost van Dal ervaart dat het een aanhankelijke koe is, die pluspunten heeft als het gaat om klimaatadaptatie
Vleesras
De naam ‘brahmaan’ zet menigeen op een verkeerd spoor, want dit is geen heilige koe uit India, evenmin een koe die iets met hindoeïsme van doen heeft. De brahmaan is een vleesras uit de Verenigde Staten. Dat is ook waar Joost van Dal (46) hem voor de eerste keer tegenkwam. Hij kwam er beroepshalve, werkzaam in de melkveesector, op een KI-station voor Holstein-Friesians. “Ze hadden er ook een vleesveeafdeling en daar kwam ik een stier tegen, die had ik nog nooit van m’n leven gezien, zo veel bulten en vel, apart.” Die eerste brahmaan maakte veel indruk op Joost. “Ze konden mij in Amerika niet vertellen of er in Europa ook zulke brahmanen waren, maar het bleef een beetje knauwen in m’n hoofd, en als ik ooit de mogelijkheid zou krijgen om vee te houden, dan leek me dit wel wat.” Zo zeldzaam als ze in Europa zijn, zo veel komen ze voor in de Verenigde Staten, Brazilië, Argentinië, Australië, kortom overal ter wereld waar op enorme schaal vleesproductie plaatsvindt.
Flower
Een paar stadia verder in zijn leven, in 2008, kreeg Joost de kans om daadwerkelijk zulke koeien te gaan houden. “De eerste die geboren werd was een vaarskalf, Flower, vernoemd naar onze dochter Fleur, en daar was ik superblij mee. Daarna volgden twee stiertjes, een rode – volle broer van Flower – en een grijze, die beide naar een KI-station zijn gegaan.”
Joost met Flower, de onbetwiste matriarch van de kudde.
Ze zijn speels
Flower kreeg vanaf het begin al enorm veel bekijks. “Schitterend om te zien en ze is zo mak als een lammetje. Bij haar zie je hoe erg ze aan mensen hangen, of eigenlijk aan hun baasjes, want er zijn mensen waar ze niets mee te maken willen hebben. Ze hangen aan mij, en onze dochter Fleur kan er tegenaan gaan liggen in de wei, maar zodra een kameraad van mij in de wei komt, beginnen ze te blazen en lopen ze weg. Speels zijn ze ook en als de kalveren door de wei rennen is het een genot om te zien. Het vel beweegt dan alle kanten op. Als ze spelen is het hier druk in de straat en willen mensen ze fotograferen.”
Het vel
Het is een rundveeras dat, anders dan bijvoorbeeld Schotse hooglander of galloway, vriendelijk is voor het publiek en juist goed mee kan in de klimaatadaptatie. In warme zomers ondervinden grote grazers in natuurgebieden in toenemende mate overlast van vliegen en muggen, ook tropische die nieuwe veeziektes met zich meebrengen. “Het is heel apart, maar als je je hand er op legt, dan begint hun vel prachtig te trillen om de vliegen te verdrijven. Daar zijn ze heel goed in. Met hun stevige huid kunnen ze ook goed tegen teken.”
Joost laat zien hoe het vel er bij hangt.
Als de koe in beweging komt golft haar vel.
Hitte en kou
“Brahmanen zijn superefficiënt met water. Het eerste jaar had ik zo’n kleine drinkbak in het weiland en iedere dag verbaasde ik me erover dat ze eigenlijk niets dronken. Dan ga je twijfelen of het bakje niet goed is of wat dan ook. Maar ze zagen er goed uit, aten goed gras. Toen leerde ik dat ze zo goed omgaan met vocht, en dat is een hele mooie eigenschap. Dit ras is hittetolerant oftewel uitstekend bestand tegen hitte, en daarom was ik er tegelijkertijd bang voor dat ze niet winterhard zouden zijn, maar zelfs in de sneeuw hebben ze geen centje pijn. In Noord-Amerika heb je ook koude periodes. De mijne zijn inmiddels wel een beetje verwend, want zodra er een buitje regen valt of het iets kouder wordt, liggen ze binnen.”
Voeding
Brokken krijgen ze van Joost niet, wel gras of kuilgras aangevuld met erwten- of tarwestro voor de structuur. “Als ik dat laatste niet doe, gaan ze wat uit hun bek stinken door gasvorming en wordt de mest wat te dun. Ze pakken het stro ook echt. Met name erwtenstro is top, het lijkt een beetje op luzerne, is wat groenig, eiwitrijk. Uiteraard geef ik er een supplement bij, want ze moeten genoeg vitamines, selenium en andere mineralen krijgen. Je moet ze als kalf niet te hard voeren. Dat heb ik moeten leren, want Flower kreeg het voer mee op het melkveebedrijf van mijn broer. Dat ging zo hard dat ze overmatige hoorngroei had en er geen mooie klauwen aan overhield. Ze is nu elf en in topconditie, maar we moeten haar twee keer per jaar bekappen. De rest laat ik één keer per jaar bekappen, maar het is eigenlijk niet nodig, want ze hebben mooie harde, zwarte klauwen.”
De kudde is een deel van de dag bezig met herkauwen.
Uitlaatklep
Joost had ervaring met andere rassen: “Lakenvelders, prachtig vee, maar qua karakter was ik er niet zo enthousiast over. Toen zei iemand ‘galloways zijn supermakkelijk’, nou, forget it, ik was blij dat die weer vertrokken. In de brahmanen heb ik de rust gevonden die ik zocht. Voor mij is dat de rust om iets anders aan mijn hoofd te hebben. Met een drukke baan ben ik altijd bezig met personeel, inkopen, productontwikkeling en wanneer ik thuiskom, is dit echt mijn uitlaatklep.”
Mario Broekhuis is als hoofdredacteur verantwoordelijk voor alles wat er inhoudelijk onder de vlag van Landleven gebeurt. Hij bewaakt de formule. Bezoekers van de evenementen van Landleven kennen zijn stem als omroeper. En menigeen herkent hem ook als de schrijver van ‘dat stukje’ voorin in het blad. Maar wie goed oplet komt zijn naam vaker tegen als auteur van artikelen. Mario is een echt buitenmens.