6 mythes over vogeltuinen ontkracht
Over de ‘vogelvriendelijke tuin’ doen enkele hardnekkige mythes de ronde. Die tuin zou bijvoorbeeld wild moeten zijn, met alleen maar inheemse planten erin. Deze en 5 andere mythes worden hier ontkracht.
1. Voor een goede vogeltuin moet je hard werken
Voor een goede vogeltuin hoef je alleen flink wat stenen eruit te gooien (maak er dan misschien een stapelmuurtje van)! Alles wat op de plek van de weggehaalde tegels groeit, is al meteen een stuk vogelvriendelijker. Natuurlijk is het goed om én een boom én een vijver én bloemen én een grasveld te hebben, maar het een óf het ander is ook best. En zelfs als je helemaal niet tuiniert en de tuin is één wilde chaos, komen er vanzelf vogels. Niemand wil natuurlijk totale chaos in de tuin, dus dan is het handig om er wat onderhoudsarme planten in te zetten.
2. In een vogeltuin mogen alleen inheemse planten staan
Alles wat groen is – in- of uitheems – en bloemen of bessen geeft, is goed voor insecten en vogels. Nu is het wel zo dat sommige insecten afhankelijk zijn van inheemse planten. En uitheemse planten kunnen in de natuur woekeren. Het is dus goed om inheemse soorten te kiezen, maar heus niet uitsluitend. En liever een tuin vol uitheemse planten dan een tuin vol steen.
Veel vogels profiteren van kort gras, zoals de merel.
3. Een vogeltuin moet wild zijn
Een vogeltuin hoeft helemaal niet wild te zijn. Bloemen in perkjes en buxus tot op de millimeter in vorm gesnoeid, zijn nog steeds uitstekend voor vogels. En natuurlijk is het prima om het gras te maaien! Veel vogels profiteren van kort gras, zoals de merel. Wie een hekel heeft aan maaien, kan een heerlijke wilde bloemenweide laten groeien, maar het is allebei goed!
4. Kleine kinderen gaan niet samen met een vogeltuin
Trampoline, zandbak en speelhuisje nemen natuurlijk ruimte in beslag en kinderen moeten lekker kunnen rennen en spelen en druk doen. Maar dat kan prima in een vogeltuin. Gras, bloemen en bomen groeien gewoon eromheen en de vogels wennen aan het gezin. Het is juist gezond voor kinderen om op te groeien in het groen. Zonder tegels zijn er ook veel minder kapotte knieën (maar stel niet te hoge eisen aan het grasveld). Zet een appelboompje en wat aardbeien neer en de kinderen hebben een extra bezigheid.
Vogels in de tuin wennen op den duur aan je gezin.
5. Bestrating is onderhoudsarm
Bestrating is juist een onderhoudsramp. Je wilt toch dat het er netjes uitziet, dus moet je herhaaldelijk aan de slag met hogedrukspuit of algenverdelger. Daarbij moet je nog steeds onkruid wieden, want dat komt aan alle kanten tussen de voegen door. Lekker plekje om te kiemen juist. En ten slotte staat het wel wat kaal, dus vrijwel iedereen met een betegelde tuin gaat uiteindelijk in de weer met potplanten. En dát is pas veel werk. Veel makkelijker om ze in de volle grond te planten.
Als er vogels in mijn tuin zitten, mag ik niet meer snoeien
Als er vogels broeden, mag je die niet verstoren, dat klopt. Maar de struiken en bomen waar ze niet in zitten mogen gewoon gesnoeid. Let wel op, de nesten zitten soms goed verstopt. En als een paar weken later alle jongen zijn uitgevlogen (let op dat er geen tweede legsel is), mag ook de haag met het nest worden gefatsoeneerd.
Angela schrijft de tuinverhalen voor Landleven. Daardoor komt ze in de mooiste landelijke tuinen van Nederland. Overal neemt Angela wel ideeën mee die ze in haar eigen tuin wil toepassen. Dat is nog wel een project in ontwikkeling: rond haar woonboerderij verschijnen nu de eerste borders en ze is dit jaar enthousiast begonnen met een moestuin. Wat Angela nog mist aan kennis compenseert ze ruim met enthousiasme voor alles wat groeit en bloeit. Haar vingers zijn nog niet groen, maar zien wel regelmatig zwart van tuinaarde.