De moestuin: wat brengt die eigenlijk op?

De moestuin: wat brengt die eigenlijk op?

Zelf je groenten en fruit kweken, brengt dat eigenlijk wel wat op? Wegen de oogstbare courgettes en kroppen sla wel op tegen de uren die het kost een moestuin bij te houden? Of levert het bewerken van een stukje groentetuin meer op dan alleen de groente die je oogst? 2 moestuiniers delen hun begroting.

Eerst hobby, dan opbrengst

Wie een moestuin wil beginnen, doet dat meestal vooral voor de hobby. Schoffelen, zaaien, een stukje kale aarde omtoveren tot een vruchtbaar paradijsje. Maar bij moestuinieren komt er een extra stuk voldoening bij: de oogst. En hoewel het vaak niet de belangrijkste beweegreden is om in eigen tuin groente te telen, het is toch leuk om eens te weten: zo’n moestuin, levert dat nu wat op? 2 tuiniers hielden een jaar lang hun opbrengst, hun kosten en ook hun werktijd bij. Allemaal bij benadering en afgerond. Maar voor beginnende tuiniers een goede aanwijzing van kosten en baten van hun nieuwe hobby.

Voor een gezin van 4 personen heb je theoretisch gezien 200 vierkante meter tuin nodig.
Voor een gezin van 4 personen heb je theoretisch gezien 200 vierkante meter tuin nodig.

2 kilo per vierkante meter

Een hanteerbaar gemiddelde van de opbrengst is 2 kilo per vierkante meter. Daarmee heb je voor een gezin van 4 personen theoretisch gezien 200 vierkante meter tuin nodig. Al kan het ook met iets minder meters: met een koude kas, serre of platte bak produceer je meer kilo’s per vierkante meter dan vollegronds.

Tuiniers vinden hun activiteit in de tuin leuk én nodig en daarom brengen we gemaakte uren niet in rekening.
Tuiniers vinden hun activiteit in de tuin leuk én nodig en daarom brengen we gemaakte uren niet in rekening.

Uren als kostenpost

Het is altijd lastig om de kosten van een hobby in kaart te brengen. Natuurlijk is er het gebruikte materiaal, maar bij veel hobby’s is de tijd die erin gaat zitten de grootste ‘kostenpost’. Bij een moestuin is dat niet anders. Natuurlijk wordt er jaarlijks wat geïnvesteerd in grondverbetering, zaad en gereedschap. De grond zelf brengt ook kosten met zich mee. Maar het kostbaarst zijn je eigen uren. En reken je de oogsttijd mee? Het snuffelen in de zaadcatalogus, de voordracht die je volgt, het opstellen van een teeltplan?

Hier laten we de werktijd buiten beschouwing. Tuiniers vinden hun activiteit in de tuin leuk én nodig en daarom brengen we gemaakte uren niet in rekening. Voor wie het wel eerlijk vindt om ze mee te nemen: de tuiniers die wij volgden besteedden respectievelijk 100 en 600 uur per jaar in hun moestuin.

Opbrengsten moestuin A en B

Om de opbrengst van de moestuin te berekenen, keken de tuiniers naar de winkelprijs van hun oogst op het moment van oogsten.

De opbrengst van moestuin A (klik om te vergoten)


De opbrengst van moestuin A

De opbrengst van moestuin A

De opbrengst van moestuin B (klik om te vergoten)


De opbrengst van moestuin B

De opbrengst van moestuin B

Hoe verleng je het seizoen?

In veel moestuinen valt tussen november en eind april nauwelijks nog wat te oogsten. Idealiter spreid je de oogst meer over het jaar, maar ons klimaat stelt beperkingen. De opbrengst van de moestuin valt wel te optimaliseren: met inmaken, wecken, inkuilen, invriezen, fermenteren eet je langer van eigen erf. Echte zelfvoorzieners mikken nog verder. Vooral slim inplannen van voor- en nateelten levert een grotere opbrengst op. Winterharde nateelten zijn er genoeg, met groenten als boerenkool, winterpostelein, palmkool, veldsla en winterprei. In het voorjaar is vroeger oogsten mogelijk met de koude bak en 2-jarige en doorlevende groentegewassen. Winterbroccoli, zwartmoeskervel, spinaziezuring en asperges bijvoorbeeld zijn al te oogsten voor de eerste zaaisels spinazie en radijsjes wat opbrengen.