Hoe verzorg je paarden?
Het is belangrijk je paard dagelijks goed te verzorgen. Door iedere dag aandacht te besteden aan je dier bouw je een goede band op en blijf je op de hoogte van zijn gezondheid. Borstel hem goed en houd de hoeven mooi schoon.Â
Â
Dit artikel is tot stand gekomen in samenwerking met het landelijk kennisnetwerk Levende Have.
Het is goed je paard elke dag te inspecteren. Door middel van een dagelijkse poetsbeurt onderhoudt je niet alleen goed het contact met je paard, maar zie je ook hoe het er voor staat met de gezondheid van het dier. De vacht, de hoeven, het gebit, de ontlasting, de houding en het gedrag van je paard vertellen je veel over hun gezondheid. Wanneer je je paard aan het poetsen bent, zorg er dan ook voor dat je de hoeven niet vergeet. Gebleken is dat paarden die veel op een natte ondergrond staan, eerder hoefproblemen kunnen krijgen. Krab deze daarom goed uit. Leer je paard om stil te staan en aangelijnd te worden, op deze manier kan de dierenarts of hoefsmid makkelijker zijn of haar werk doen.
Â
Paard borstelen
Borstel je paard regelmatig. Hiermee verwijder je vuil en stimuleer je de bloedsomloop. Wanneer je paarden het gehele jaar buiten lopen, mag je ze in de winter en herfst niet te veel borstelen. Ze verliezen dan te veel haar en de waterafstotende laag wordt aangetast. Is een paard bezweet van zijn werk, spons dit zweet dan af met een zweetmes. Hiermee voorkom je het vastkoeken van oud zweet in de haren en blijven de poriën in de huid open. Door je paard de volgende dag met een roskam en borstel te poetsen, verwijder je ook de laatste restjes. Ga je met een roskam (van ijzer of van rubber) in ronde bewegingen over de vacht heen, dan maak je het vuil los. Let op: ga met een ijzeren roskam nooit over de delen waar alleen bot onder het vacht zit. Nadat je het vuil losgemaakt hebt, kun je met een harde borstel het los geroste vuil uit de vacht poetsen. Eindig eventueel met een zachte borstel voor de glans.
Â
Manen en staart
Met een harde borstel kun je de manen en staart ontklitten en schoonmaken. Hou bij het borstelen van de staart, de staart bovenaan vast, zodat je er niet te veel haren uittrekt. Hiermee voorkom je dat er een miezerig staartje overblijft. Knip de staart regelmatig bij, zodat het paard niet op zijn eigen staart gaat staan. Bij rijpaarden wordt een lengte van vijftien centimeter onder de hak aangehouden. De manen kun je op een bepaalde lengte houden door ze te trekken met een speciaal kammetje of door ze gewoon af te knippen.
Â
Hoefverzorging
Het beste is om de hoeven van je paard dagelijks uit te krabben of in ieder geval elke dag even te bekijken. Met een hoevenkrabber maak je de onderkant van de hoef vrij van zand, modder en van steentjes die in de groeven kunnen blijven zitten en daar pijnlijke plekken kunnen veroorzaken. Het invetten van de hoeven staat chic, maar is niet nodig. Door de hoeven in te vetten, kan de hoef niet meer ademen en wordt er eigenlijk alleen maar meer vuil aangetrokken. Wanneer hoeven vaak in urine en mest staan en niet regelmatig schoongemaakt worden, is er een grote kans dat ze gaan rotten. Dan spreken we van rotstaal. Is het rotstaal in een vergevorderd stadium, dan moet de dierenarts of de hoefsmid ingeschakeld worden om alle rotte delen weg te snijden en te desinfecteren. Daarna moet de hoef dagelijks schoongemaakt worden en ingesmeerd worden met hoefteer.
Wanneer paarden voor een langere tijd op een nat ondergrond staan, kunnen de hoeven week worden. Er kunnen dan beschadigingen ontstaan waardoor bacteriën naar binnen dringen. Een paard kan dan bijvoorbeeld last krijgen van hoefzweer. Dit is te behandelen met zuurkool (zo rauw en zuur mogelijk). Pak de hoef hiermee in tot aan de hoefrand. Doe hier vervolgens een plastic zak omheen, verband en duct tape. Haal dit er na 24 uur af. Je kunt ook gebruik maken van boorzuurwatten. Is de hoef na 24 uur niet verbeterd? Raadpleeg dan een hoefsmid.       Â
Â
Angela schrijft de tuinverhalen voor Landleven. Daardoor komt ze in de mooiste landelijke tuinen van Nederland. Overal neemt Angela wel ideeën mee die ze in haar eigen tuin wil toepassen. Dat is nog wel een project in ontwikkeling: rond haar woonboerderij verschijnen nu de eerste borders en ze is dit jaar enthousiast begonnen met een moestuin. Wat Angela nog mist aan kennis compenseert ze ruim met enthousiasme voor alles wat groeit en bloeit. Haar vingers zijn nog niet groen, maar zien wel regelmatig zwart van tuinaarde.