Eten voor je konijn
Voedsel is voor konijnen niet alleen belangrijk voor het verkrijgen van energie, maar ook om de tanden goed bij te slijpen. Zorg ervoor dat je konijn voldoende goed voedsel binnenkrijgt en let er hierbij op dat het konijn hierin zelf niet verstandige keuzes maakt.
Dit artikel is tot stand gekomen in samenwerking met het landelijk kennisnetwerk Levende Have.
Het is belangrijk dat konijnen voer eten dat hun tanden en kiezen laten slijten. De snijtanden van een konijnen groeien wekelijks namelijk ongeveer twee millimeter. De kiezen groeien drie millimeter per maand. Het slijtend effect van gras is, ten opzichte van andere planten, vrij groot. Wilde konijnen leven in de vrije natuur prima op een vrij schraal dieet. Dit dieet bestaat vooral uit grassen, kruiden en daarnaast soms de bast van jonge boompjes en twijgen.
Kant-en-klaar
Verkeerd gebruik van in de handel verkrijgbaar konijnenvoer kan nogal eens voor problemen zorgen. Enerzijds is het makkelijk en weet je zeker dat je konijn voldoende en een constant gehalte voedingsstoffen binnenkrijgt. Het nadeel is dat het voer in overmaat kan worden opgegeten door het konijn. Van nature eten konijnen een volumineus dieet, ze hebben dan ook een relatief grote maaginhoud. Wanneer een konijn een overmaat aan kant-en-klaar voedsel binnenkrijgt, is de kans op vervetting groot. Voor konijnen zijn er ook ‘light’voeders beschikbaar, maar als je dat nodig hebt, zijn er toch al veel onnodige voedingsfouten gemaakt.
Veel konijnenvoeders zijn daarnaast rijk aan makkelijk verteerbare koolhydraten. Iets wat een konijn juist niet nodig heeft. Wanneer een konijn hier ineens een grote hoeveelheid van binnenkrijgt kan dit ervoor zorgen dat het maagzuur niet op alle plekken goed bij de voedselmassa kan komen. Hierdoor kunnen schadelijke bacteriën de maagpassage overleven en elders problemen veroorzaken. Koolhydraten zorgen in de blinde darm voor verzuring. Een te zure inhoud van de blinde darm leidt tot darmontsteking en diarree. Een konijn heeft aan het voer uit de winkel niet veel werk, waardoor hij zich kan gaan vervelen. Daarnaast mist dit soort voer vaak voldoende lange vezels, waardoor het gebit van het konijn te weinig slijt. Bovendien geeft het voer te weinig prikkels in het darmstelsel, waardoor de passage van het voedsel te traag gaat met alle schadelijke gevolgen van dien. Konijnen die te weinig vezelig materiaal krijgen, hebben ook nog meer last van haarballen. Het is daarom zeer belangrijk dat het hoofdbestanddeel van het rantsoen voor een konijn moet bestaat uit gras (geen gemaaid gazongras) of, als dit niet beschikbaar is, uit hooi.
Goed rantsoen
Om je konijn een goed rantsoen te geven, hebben we een paar belangrijke dingen voor je op een rijtje gezet:
- Zorg ervoor dat lang vers gras of hooi van goede kwaliteit het hele etmaal beschikbaar is;
- Konijnen eten ook kruiden, maar pas op met planten uit de siertuin;
- Bladgroenten zijn een smakelijke aanvulling;
- Lucernehooi is vaak te calciumrijk voor konijnen;
- Volwassen konijnen eten maximaal 25 gram konijnenvoer per kilo per dag, groeiende en melkgevende dieren mogelijk wat meer;
- Konijnenvoer moet bij voorkeur meer dan twintig procent ruwe celstof bevatten;
- Het beetje konijnenvoer dat wordt gegeven, moet geheel op;
- Liever geen voeders gebruiken waaruit het konijn kan selecteren, het oogt leuk maar dat kan het konijn toch niets schelen;
- Geef het konijn dus geen muesli. Ze eten daar alleen de lekkere dingen uit en dat gaat ten koste van de opname van gezond voer, zoals hooi;
- Zorg ervoor dat je konijn de gehele dag schoon drinkwater ter beschikking heeft. Konijnen drinken liever uit een bakje, dan uit een flesje met een drinknippel;
- Voel regelmatig of het konijn niet te mager of te dik wordt. Hooi is het goedkoopste vermageringsvoer.
- Geef je konijn geen knaagsteen. Wil je hem iets geven om aan te knagen, geef hem dan: wilg, paardenkastanje, kleinbladige linde of fijnspar.
Naast gras kunnen en willen konijnen zo nu en dan ook andere planten eten. Voor een konijn zijn de volgende planten eetbaar: paardenbloem, klaver, duizendblad, klein hoefblad, herderstasje, weegbree, kool, sla, koolrapen en wortelen. De volgende planten zijn giftig voor een konijn: boterbloem, nachtschade, heggewinde, vingerhoedskruid, lelietje van dalen, goudenregen, wolfskers.
