Bioboerderij vol technische snufjes

Bioboerderij vol technische snufjes

Een gesprek met Chris Bomers is een soort waterval van ideeën. De ene innovatie is nog niet goed en wel geïnstalleerd op zijn bedrijf of de melkveehouder uit Groenlo heeft alweer de volgende bedacht. Al die innovaties hebben één ding gemeen: ze zijn bedacht om zijn koeien een beter leven te gunnen en het ecosysteem van de boerderij steeds beter te vervolmaken. “Zo lang het in balans is, mag de sneeuwbal groeien.”

 


De koeien staan, tussen twee rijen bomen, met droge poten op beddingmateriaal.

Natuurlijke omgeving

Bioboerderij Kraanswijk werd bekend door de koeientuin: een stal met een innovatieve rubberen vloer waarin bomen en struiken een natuurlijke omgeving voor koeien nabootsten. “In Nederland hebben we een ideaalbeeld van koeien in de wei”, begint boer Chris Bomers zijn verhaal. “De koe is van nature echter een bosdier. Ze graast zich staand in de wei zo snel mogelijk vol, maar omdat ze een prooidier is, zoekt ze daarna een beschutte plek op om liggend te herkauwen. We slaan dus door met weidemelk met allerlei regels voor het aantal uren dat een koe in de wei moet staan. Sterker nog: we zouden eigenlijk medelijden moeten hebben met een koe die in de wei ligt, want in normale omstandigheden zou een koe dat zelf nooit willen.
 
De koeien in mijn koeientuin kunnen zelf kiezen of ze naar binnen of buiten gaan. In de zomer kiezen ze er regelmatig voor om overdag binnen in de beschutting te blijven en gaan ze het liefst pas ’s avonds naar buiten. Hier telt de wens van de koe. Als ze naar buiten wil, graag. Blijft ze liever binnen, dan mag dat ook.” Daar staat ze dan tussen twee rijen in de stal groeiende bomen. “Een omgeving waar een koe zich prettig voelt.”


De moderne stal is niet veel meer dan een paraplu in het landschap. “Koeien voelen zich optimaal bij een temperatuur tussen min 5 en plus 15 graden.”

Uitknop

Je zou denken dat het wel een keer genoeg is voor de boer met de ontwikkeling van de diverse stalverbeteringen op zijn eigen bedrijf, samen met de toepassing van meer gangbare ontwikkelingen als melkrobot, voerrobot, weidegangsysteem en de serrestal zelf, die met open wanden en schaduwdoek eerder een soort paraplu in het landschap is dan een traditionele stal. Chris: “Ik blijf streven naar een steeds beter uitgebalanceerd ecosysteem op mijn boerderij. Ik heb eigen water voor de koeien dat we zelf filteren. Ik heb eigen stroom en warmte vanuit de biogascentrale. Ik voed duizend mensen met mijn melkproducten en ik heb ook stroom voor ze. De stroom die ik niet op ons eigen erf gebruik, lever ik terug aan het net.
 
Ik ben ook op zoek naar manieren om mijn energie beter op te slaan. Ik wil hier oude accu’s van heftrucs gaan recyclen. Die kunnen energie opslaan op een moment dat er veel vrijkomt, bijvoorbeeld overdag, om het ’s avonds af te geven als er veel vraag is naar elektriciteit en warmte. Zo blijf ik nadenken hoe ik steeds efficiënter om kan gaan met wat mijn bedrijf geeft. Dat stopt niet op het moment dat het goed loopt: zodra ik ergens nog verspilling zie, gaan de raderen weer draaien. Ik heb geen uitknop. Het gaat niet om ‘meer om meer’, maar om balans. Zo lang mijn bedrijf mooi in balans is, mag het blijven groeien. Ik ben ervan overtuigd dat we volledig biologisch de wereld kunnen voeden. Maar dan moeten we wel bereid zijn technologie toe te passen.”


De imposante biogascentrale op het erf.

Fotografie: Theo Tangelder


Angela Groenbos
Door
Angela Groenbos

Angela schrijft de tuinverhalen voor Landleven. Daardoor komt ze in de mooiste landelijke tuinen van Nederland. Overal neemt Angela wel ideeën mee die ze in haar eigen tuin wil toepassen. Dat is nog wel een project in ontwikkeling: rond haar woonboerderij verschijnen nu de eerste borders en ze is dit jaar enthousiast begonnen met een moestuin. Wat Angela nog mist aan kennis compenseert ze ruim met enthousiasme voor alles wat groeit en bloeit. Haar vingers zijn nog niet groen, maar zien wel regelmatig zwart van tuinaarde.