Winterse terrine

Winterse terrine

Een bijzonder vegetarisch wintergerecht.

Aantal personen: 4
Bereisingstijd: 30 minuten

Dit heb je nodig:

  • 2 uien
  • 2 stengels bleekselderij
  • 1 prei
  • 5 kruidnagelen
  • 2 laurierbladeren
  • 1 l (kruiden)bouillon
  • 1 koolrabi
  • 1 grote pastinaak
  • 1 kleine koolraap
  • 2 grote winterwortelen
  • 3 blaadjes gelatine
  • naar smaak zout en peper

Zo ga je te werk:

  1. Pel de uien en hak ze in grove stukken.
  2. Snijd de bleekselderij in stukjes en snijd het groene deel van de prei grof.
  3. Kook een bouillon van de ui, bleekselderij, het groene van de prei, kruidnagelen en laurierblaadjes.
  4. Laat het geheel 15 minuten trekken terwijl het tegen de kook aan is.
  5. Zeef de bouillon en breng hem opnieuw aan de kook (ui, prei etc. worden weggegooid).
  6. Maak de overige groentes schoon (ook het witte van de prei) en snijd ze in stukken of plakken van 1 à 2 centimeter.
  7. Kook ze beetgaar in de gezeefde bouillon.
  8. Schep de groentes er daarna uit en laat ze uitlekken in een vergiet.
  9. Laat de gelatineblaadjes vijf minuten weken in een kom met koud water.
  10. Bekleed de terrinevorm met huishoudfolie en laat het aan de randen ruim overhangen.
  11. Leg de groentes dan netjes, laagje voor laagje, in de terrine.
  12. Zet de bouillon weer op het gas het laat hem inkoken tot ongeveer 3 deciliter.
  13. Knijp de gelatine uit en roer de blaadjes door de bouillon.
  14. Wacht tot de bouillon wat is afgekoeld en giet hem over de groentes in de vorm.
  15. Schud een paar keer zodat de luchtbellen er uit gaan.
  16. Bedek de vorm met de overhangende folie en leg iets zwaars op de vorm (bijvoorbeeld een passend plankje met een conservenblik erop).
  17. Zet de terrine in de koelkast en laat hem twaalf uur opstijven.
  18. Serveer de terrine met tuinkers of gehakte verse kruiden.

Tip: Deze terrine is een mooi en gezond buffetgerecht (ook geschikt voor vegetariërs). Je kunt het rustig een dag van te voren maken!


Klaske Bakker
Door
Klaske Bakker

Klaske werkt al vele jaren met plezier voor het tijdschrift Landleven. Als culinair redacteur schrijft ze verhalen en ontwikkelt ze recepten. Ze kookt, proeft, kookt nog eens en schrijft de recepten daarna zo smakelijk (en nauwkeurig!) mogelijk op. De ingrediënten komen altijd uit het seizoen, het liefst uit haar eigen moestuin. Inmaken, jam en sap koken en wecken zijn haar passie. Ze is tevens moeder van drie kinderen.