Cider

Cider is een mousserende, zwak alcoholische wijn van appel. De perenvariant wordt perry genoemd en kan op dezelfde manier worden bereid.

Dit heb je nodig:

• 5 l. appelsap
• 1 mok sterke thee
• wat suiker
• wat gist
• wat gistvoedingszout
• wat pecto-enzymen

Zo ga je te werk:

Bij het maken van cider is het belangrijk dat er voldoende smaakvariatie in jouw appels zit. Bramley Seedling is bijvoorbeeld een geschikte appel met veel zuur; Goudrenetten hebben een goed aroma; ook rassen als Engelse Winter Goudpearmain of Glockenapfel zijn erg geschikt voor een cidermix; natuurlijk kunnen er ook wat zoetere handappels bij. Voor het ‘bitter’ zijn sierappeltjes geschikt. Deze staan dichter bij de wilde appelsoorten en zijn vaak wrang en bitter; precies dat wat we in de cider nodig hebben. Bij een gangbare mix van winterappels kan je maar beter wat extra zuren en bitters toevoegen in de vorm van citroenzuur en thee.

Cider maken
Cider bestaat voor 100% uit appelsap; daarom heb je voor een gistingsfles van 5 liter uiteindelijk bijna 5 liter sap nodig. Bijna, want er moet nog wel wat sterk getrokken thee bij. Je kunt ook ietsje geïnverteerde suiker of een flinke eetlepel moutextract toevoegen om het gebrek aan suikers in de thee te compenseren. Pasteuriseer (verwarmen tot maximaal 90°C) eerst 3 liter sap en voeg er één mok sterke thee aan toe; dit sap kan, na afkoeling, in de gistingsfles; dan de benodigde (cider-)gist, het gistvoedingszout en de pecto-enzymen toevoegen. De overige 2 liter gaat er, wanneer de eerste gisting wat is uitgeschuimd, in etappes bij. De praktijk is dus dat je steeds even nieuw sap moet maken wanneer je wil bijvullen.

Bottelen
als de cider vrijwel is uitgegist, wordt deze ‘geklaard’ (overgeheveld naar een andere fles, zonder het droes op de bodem mee te nemen). Na enige tijd kan je hem bottelen. Voor voldoende bubbels voeg je bij het op de fles doen een mespuntje suiker toe, zodat de cider nog nagist in de fles. Met dat toevoegen van suiker moet je uiterst spaarzaam zijn, want een teveel kan zo’n sterke gisting veroorzaken dat de fles kan exploderen. Zorg voor stevige flessen met een zware kurk, bijvoorbeeld bierflesjes met beugelsluiting.