Sleedoornolijven

Sleedoornolijven

Pluk in het najaar sleedoornbessen en maak ze in als een soort olijven. Zo kun je in de lente nog genieten van de smaak van de herfst. In tegenstelling tot andere recepten met sleedoorn, vries je voor het maken van sleedoornolijven de sleedoornbessen van tevoren niet in, dan verliezen ze namelijk hun stevigheid. Leah Groeneweg organiseert met haar partner Tim Horneman natuur- en wildplukexcursies in de Drentse natuur. Vanuit Gasselte leren ze deelnemers, van jong tot oud, met hernieuwde blik kijken naar de natuur. Hier vind je het recept voor sleedoornolijven. Meer recepten van Leah en Tim vind je in de Landleven van april.

Dit heb je nodig:

  • 1 l water
  • 150 g zout
  • 5 jeneverbessen
  • 5 zwarte peperkorrels
  • 1 tl mosterdzaad
  • 1 laurierblad
  • 500 g rijpe, maar nog stevige sleedoornbessen

Zo ga je te werk:

  1. Breng het water met het zout en de specerijen aan de kook.
  2. Laat het afkoelen.
  3. Doe de sleedoornbessen in steriele jampotten.
  4. Vul elk potje voor tweederde met bessen.
  5. Overgiet de sleedoornbessen met het gepekelde water en draai de deksels op de potjes.
  6. Laat 3 à 4 maanden trekken.
  7. Spoel de sleedoornolijven af met koud water en laat ze een nacht goed uitlekken.
  8. Doe ze de volgende dag in droge, steriele jampotjes.
  9. Vul elk potje weer voor tweederde met bessen en overgiet met olijfolie.
  10. Voeg specerijen naar smaak toe en draai de deksels op de potjes.