Zeeuwse bolus

Zeeuwse bolus

Heerlijk zoet en plakkerig met de kruidige smaak van kaneel. De Zeeuwse bolus hoef je niet alleen in Zeeland te eten, ook thuis gebakken elders in het land is deze zoete traktatie niet te versmaden!

Dit heb je nodig voor Zeeuwse bolussen:

Voor het deeg:

  • 400 g (brood)bloem
  • 8 g zout
  • 7 g gedroogde gist
  • 240 ml melk, op kamertemperatuur
  • 60 g boter, op kamertemperatuur
  • 1 ei, op kamertemperatuur
  • 15 g kristalsuiker

Verder:

  • 125 g kristalsuiker
  • 125 g witte basterdsuiker
  • 125 g lichtbruine basterdsuiker
  • 125 g donkere basterdsuiker
  • rasp van 1 citroen
  • 1 el kaneelpoeder

Zo ga je te werk voor Zeeuwse bolussen:

  1. Meng alle ingrediƫnten voor het deeg en kneed het geheel minimaal tien minuten tot een soepel en elastisch deeg. Gebruik het liefst een mixer met deeghaken, want het deeg is vrij nat en plakkerig.
  2. Leg het deeg in een licht ingevette kom en laat het minimaal een uur rijzen op een warme plek.
  3. Kneed het daarna kort door en verdeel het in gelijke bolletjes van 65 gram elk. Laat de bolletjes vijf minuten rusten.
  4. Meng ondertussen de overige ingrediƫnten en verdeel deze over een grote bakplaat.
  5. Rol nu de bolletjes deeg door het suikermengsel uit tot strengen van 40 centimeter lang. Rol ze echt lekker door de suiker zodat de deegstrengen goed bedekt zijn met een suikerlaag.
  6. Rol de strengen nu tot een bolus en stop de uiteinden onder in.
  7. Leg de deegrollen op een met bakpapier beklede bakplaat en strooi er eventueel nog wat van de suiker over. Bedek de bolussen met een schone theedoek en laat ze een uur rijzen op een warme plek.
  8. Verwarm de oven zo heet mogelijk: op 250 graden. Zet alvast een tweede bakplaat klaar, ook bedekt met bakpapier. Bak de bolussen in zeven tot negen minuten gaar.
  9. Haal ze uit de oven en draai de bakplaat gelijk om, boven de bakplaat die je al klaar had staan. Laat de bolussen zo afkoelen.
  10. Serveer de bolussen het liefst vers. Als je de bolussen lekker klef wilt houden, bewaar je ze het beste in een plastic zak.

Klaske Bakker

Klaske werkt al vele jaren met plezier voor het tijdschrift Landleven. Als culinair redacteur schrijft ze verhalen en ontwikkelt ze recepten. Ze kookt, proeft, kookt nog eens en schrijft de recepten daarna zo smakelijk (en nauwkeurig!) mogelijk op. De ingrediƫnten komen altijd uit het seizoen, het liefst uit haar eigen moestuin. Inmaken, jam en sap koken en wecken zijn haar passie. Ze is tevens moeder van drie kinderen.