Walnoot-vijgenbrood van rogge en tarwe

Walnoot-vijgenbrood van rogge en tarwe

Klaske: “Dit brood rijst overnacht en hoef je niet te kneden. Ik heb het gebakken met versgemalen rogge en tarwe. Het resultaat is een voedzaam en erg smakelijk brood. Heel lekker met oude boerenkaas!”

Dit heb je nodig:

Ingrediënten

  • 100 g roggekorrels
  • 300 g tarwekorrels
  • 1 tl gedroogde gist
  • 350 ml water, koud
  • 1 tl zout
  • 150 g gedroogde vijgen
  • 75 g walnoten

Zo ga je te werk:

Bereidingswijze

  • Maal de rogge- en de tarwekorrel tot fijn meel. Zeef boven een kom.
  • Voeg de gist en het water toe en roer tot een slap deeg. Laat een kwartier staan en voeg dan het zout toe. Roer het deeg weer door. Dek het deeg af en laat een hele nacht op kamertemperatuur staan.
  • Verwijder de harde steeltjes van de gedroogde vijgen en snijd de vijgen in stukjes. Hak de walnoten grof. Voeg de stukjes vijgen en walnoten toe aan het deeg.
  • Vouw deze ingrediënten door het deeg door elke keer een ‘hoek’ van het deeg op te pakken, uit te rekken en naar binnen te vouwen (dit noemt men ook wel de ‘stretch and fold’-methode).
  • Maak een paar rondes met dit rekken en vouwen, zo komt het deeg mooi op spanning te staan. Leg het deeg met de vouwkant naar beneden in de kom, dek weer af en laat drie kwartier rijzen, of tot het deeg er mooi volumineus uitziet.
  • Zet een gietijzeren pan met ovenbestendig deksel in de oven. Laat de oven zo hoog mogelijk voorverwarmen, liefst 225-250 graden. Als het deeg goed gerezen is, kunt u beginnen met bakken.
  • Haal de gloeiendhete pan voorzichtig uit de oven. Haal het deksel eraf. Leg voorzichtig een bakpapier in de pan en leg daar het brooddeeg bovenop.
  • Leg het deksel weer terug op de pan en zet het geheel in de oven. Bak het brood zo’n twintig minuten.
  • Haal dan het deksel van de pan en laat het brood nog vijf tot tien minuten bakken, tot het een mooie donkere kleur heeft.

Klaske Bakker

Klaske werkt al vele jaren met plezier voor het tijdschrift Landleven. Als culinair redacteur schrijft ze verhalen en ontwikkelt ze recepten. Ze kookt, proeft, kookt nog eens en schrijft de recepten daarna zo smakelijk (en nauwkeurig!) mogelijk op. De ingrediënten komen altijd uit het seizoen, het liefst uit haar eigen moestuin. Inmaken, jam en sap koken en wecken zijn haar passie. Ze is tevens moeder van drie kinderen.