Limburgse appelvlaai met deksel
Evi Rothenburg bakt in een van de zuidelijkste puntjes van Nederland de allerlekkerste ambachtelijke vlaaien met appels, pruimen, aardbeien of ander vers seizoensfruit. Ze is een bakster in hart en nieren en legt met haar jarenlange ervaring uit hoe je deze vlaai bakt.
Bereidingstijd: 2 uur
Dit heb je nodig voor Limburgse appelvlaai:
- 300 g meel
- 40 g (riet)suiker
- 1/2 zakje vanillesuiker
- 20 g verse gist
- 150 ml melk
- snufje zout
- 45 g roomboter
- 1 bakvorm (diameter 28 cm)
- 750 gram appels
- 100 gram rozijnen
- scheutje rum of amaretto
Zo maak je de Limburgse appelvlaai:
- Meng het meel met de suiker in een kom en vorm een kuiltje in het midden.
- Giet de lauwe melk (ongeveer 25 graden) in het kuiltje, los hierin de gist op en meng het met wat meel tot een papje.
- Maak een geultje aan de rand van de kom. Strooi hier het zout in en giet er de gesmolten roomboter bij. Meng alles door elkaar.
- Kneed het geheel in vijf minuten tot een mooi en soepel deeg.
- Verdeel het deeg in een stuk van tweederde en een van eenderde en maak er mooie bollen van.
- Doe er een vochtige doek over en laat het deeg ongeveer een uur rijzen tot het in volume verdubbeld is.
- Maak ondertussen de vulling.
- Schil daarvoor 750 gram appels, verwijder de klokhuizen en snijd de appels in stukjes.
- Verwarm de stukjes appel met een bodempje water in een pan tot ze zacht zijn.
- Laat de stukjes appel uitlekken en vang het vocht op.
- Bind het vocht met een eetlepel maïzena en voeg naar smaak suiker en kaneel toe.
- Doe het gebonden vocht samen met 100 gram rozijnen bij de appels (houd er rekening mee dat de rozijnen ook nog wat vocht opnemen).
- Voeg naar smaak een scheutje rum of amaretto toe.
- Rol de grote deegbal mooi rond uit voor de vlaaibodem.
- Leg het deeg in de ingevette vlaaipan, prik met een vork wat gaatjes in de bodem en laag het deeg rijzen tot het licht gezwollen is.
- Vul de vlaai voor de helft met het appelmengsel. Let op dat je er niet te veel vulling in doet, als de vulling overkookt krijg je de vlaai namelijk moeilijk uit de pan.
- Rol van het resterende deeg een deksel, dunner dan de bodem. Vouw dit dubbel en nog eens dubbel.
- Snijd het deksel in (zoals op de foto) met een (deeg)mesje en vouw het weer open.
- Maak vervolgens de rand van de vlaaibodem een beetje nat met water en leg het deksel erop.
- Bestrijk de bovenkant licht met koffiemelk of een losgeklopt ei.
- Zet de vlaai in het midden van de houtoven en bak de vlaai zo’n 20 minuten. Een conventionele oven kan je voorverwarmen op 180 tot 200 graden. Ook hierin bak je de vlaaien in zo’n 20 minuten gaar.
Met dit basisrecept kan je veel verschillende open vlaaien bakken. Gebruik dan tweederde van de hoeveelheden van het deegrecept, omdat je geen deksel nodig hebt. Vul de bodem met een vulling naar keuze. Een appelkruimelvlaai maak je door de vulling te bedekken met een kruimelig mengsel van 175 gram meel, 100 gram suiker, 1 zakje vanillesuiker, 2 theelepels kaneel, een snufje zout en 100 gram gesmolten roomboter.
Klaske werkt al vele jaren met plezier voor het tijdschrift Landleven. Als culinair redacteur schrijft ze verhalen en ontwikkelt ze recepten. Ze kookt, proeft, kookt nog eens en schrijft de recepten daarna zo smakelijk (en nauwkeurig!) mogelijk op. De ingrediënten komen altijd uit het seizoen, het liefst uit haar eigen moestuin. Inmaken, jam en sap koken en wecken zijn haar passie. Ze is tevens moeder van drie kinderen.