Sap maken

Sap maken

Vruchtensap is de basis van de wijn.

Voor kleinschalig gebruik zijn er sapcentrifuges of stoomketels. Stoomketels zijn vooral geschikt voor zachtfruit (maar je kunt er bijna alle fruitsoorten mee ‘versappen’) en de sapcentrifuge is het prettigst voor stevig fruit, zoals appels en peren.

De sapcentrifuge is een tijd heftig in de mode geweest en nu opvallend vaak voor een habbekrats te vinden in kringloopwinkels. Leeg bij gebruik van een sapcentrifuge wel op tijd het pulpfilter- dat moet meestal na één liter sap. Zodra je merkt dat de machine minder toeren maakt is dit in ieder geval nodig. Te lang doorwerken met een volle filter geeft een te hoge belasting waardoor de wikkelingen verbranden.

Van vlierbessen kun je ook zonder hulpmiddelen sap maken. Overgiet de gewassen bessen met kokend water tot ze net onder staan. Wanneer dit alles voldoende is afgekoeld, drukt of kneed je de bessen fijn. Als hulpmiddel kun je een zware schuimspaan gebruiken om de bessen op de bodem fijn te drukken, maar uiteindelijk zul je toch moeten kneden om alles fijn genoeg te krijgen. Gebruik géén staafmixer; dan sla je de pitjes stuk en bederft u de smaak. Laat de geknede bessen 24 uur in het water staan: knijp de massa daarna in een zeef uit. Overgiet dit restant opnieuw met kokend water om dit ook weer na 24 uur te zeven. Je trekt dus twee keer sap van dezelfde bessen.

TIP: Trek keukenhandschoenen aan, de sporen van het paarse sap zijn nog dagen op je handen te zien.
 

recepten
Dessertwijn van vlierbessen
Appel- en perenwijn
Cider

Terug naar overzichtspagina