Groene asperges in de moestuin
In het voorjaar is op het Groninger land een bijzonder stukje landbouwgrond te zien. In het vlakke, winderige landschap achter het Dwarsdiep ligt een veld met plastic overtrokken heuveltjes en verderop lichtgroen aspergeloof. Jan Kierkels en zijn vrouw Tineke van Heesen begonnen op deze ongewone plek een aspergebedrijfje en weten hierdoor als geen ander hoe je groene asperges kunt kweken.
Jan en Tineke helpen beginnende aspergetelers graag op weg. Voor de moestuin zijn asperges volgens hen een waardevolle aanvulling, die zonder teveel poespas geteeld kan worden. Mits je hun aanwijzingen goed opvolgt.
Aanplanten
- Goed doorlatende grond is onontbeerlijk.
- Asperges gedijen op arme grond met een zuurgraad van ongeveer 5,9.
- Koop goed plantgoed. De planten kunnen na de ergste vorst de grond in. Vanaf eind februari, begin maart kun je aan de slag.
- Maak een geul van 20 centimeter diep. Je kunt drie planten per meter zetten. De geul laat je naar de zijkanten iets aflopen, waardoor de planten op een rug in de geul komen te liggen.
- Leg de kop van de aspergeplant op het hoogste punt van de geul; de wortels leg je naar de zijkanten, waardoor ze iets naar beneden komen te liggen (zie foto). Let er goed op dat alle ‘neuzen’ van de plant in dezelfde richting liggen. Bedek de plant vervolgens met ongeveer 5 centimeter grond.
Oogsten
- Er mag heel voorzichtig wat geoogst worden in het jaar na de aanplant, maar snij niet meer dan een tot twee asperges per plant.
- Het derde jaar mag je om en om gaan oogsten. Voor elke asperge die je afsnijdt, moet er dus ook een asperge blijven staan.
- In het vierde jaar begint het echte oogsten. Je kunt bijna alle asperges weghalen.
- Vanaf jaar vijf kun je echt volop oogsten. Tot 21 juni kun je alle asperges weghalen.
Aspergeplanten (-klauwen) zijn in het voorjaar te bestellen bij Vreekens Zaden in Dordrecht.
Aspergeklauwen plant je aan met de wortels gespreid over een heuveltje. – Foto’s: Otto Kalkhoven
