Nonnevotten
Nonnevotten zijn een Limburgse lekkernij, ondeugend vernoemd naar de achterwerken van nonnen. Traditioneel een traktatie bij Nieuwjaar of carnaval, maar omdat ze zo lekker zijn worden ze nu het hele jaar rond gegeten.
Aantal: 20 tot 25 stuks
Bereidingstijd: 2,5 uur
Dit heb je nodig:
- 500 g bloem
- 1 tl zout
- 125 ml volle melk, op kamertemperatuur
- 7 g gedroogde gist
- 75 g witte basterdsuiker
- 175 g boter, op kamertemperatuur
- 2 eieren, op kamertemperatuur
- ​100 g fijne kristalsuiker, om de nonnevotten in te wentelen
Zo ga je te werk:
- Zeef de bloem boven een kom en doe er aan de rand van de kom het zout bij. Maak een kuiltje in het midden en voeg alle overige ingrediënten toe (behalve de kristalsuiker).
- Kneed met de hand of de machine tot een soepel en zacht deeg.
- Dek de kom af met huishoudfolie en laat het deeg een uur rijzen op een warme plek.
- Kneed het deeg nog even licht door en rol het uit op een met bloem bestoven werkblad.
- Bestuif met wat extra bloem als dat nodig is.
- Snijd stroken van het deeg van zo’n 2 tot 3 centimeter breed en 15 centimeter lang. Een pizzaroller werkt hier erg goed voor. Uit het deeg haalt u zo’n 20 tot 25 stukjes deeg.
- Leg in iedere strook deeg een losse knoop en leg ze op een bakplaat.
- Dek deze knoopjes af met huishoudfolie en laat ze een half uur rijzen.
- Frituur de nonnevotten op 170 graden. Draai ze af en toe om, totdat ze aan beide kanten mooi goudbruin worden.
- Vul een diep bord met de fijne kristalsuiker. Haal de nonnevotten uit de olie, laat ze even uitlekken op keukenpapier en wentel ze direct door de kristalsuiker.
