Home > Lekker eten > Bakken > Kerstkransjes
Kerstkransjes
Hét ultieme kerstkoekje moet wel het kransje zijn. Lekker om te eten bij de koffie of de thee, maar ook nostalgisch in de boom aan een lief lintje. Maar eerlijk gezegd zijn de koekjes van dit recept veel te lekker om in de boom te hangen…
Bereidingstijd: 1 uur
Dit heb je nodig:
- 200 g bloem
- ¼ tl zout
- 1 ei
- 100 g witte basterdsuiker
- 150 g koele boter, in blokjes gesneden
- 1 tl citroensap
- 2 el gewone suiker
- 2 el geschaafde amandelen
Zo ga je te werk:
- Zeef de bloem en het zout boven een kom.
- Scheid het ei.
- Voeg de helft van de eidooier toe aan de bloem, samen met de suiker, de boter en het citroensap.
- Kneed de ingrediënten met een koele hand snel tot een samenhangend deeg.
- Verpak het deeg in huishoudfolie en leg het minimaal een half uur te rusten in de koelkast.
- Rol het deeg uit op een met bloem bestoven werkblad, tot een dikte van 3 à 4 millimeter.
- Steek er met een koekjessteker bloemetjes uit en maak met een klein rond vormpje (bijvoorbeeld een spuitmondje) een gaatje in het midden.
- Leg de koekjes op enige afstand van elkaar op een met bakpapier beklede bakplaat.
- Kluts het restant van de dooier met het eiwit en bestrijk de koekjes hier licht mee.
- Bestrooi de koekjes met wat gewone suiker en het amandelschaafsel.
- Bak de koekjes goudbruin in een op 175 graden voorverwarmde oven. Dit duurt zo’n vijftien tot twintig minuten. Laat de koekjes vijf minuten rusten op de bakplaat en laat ze verder afkoelen op een rooster. Bewaar de koekjes daarna in een koektrommel.
Door
Klaske Bakker
Klaske werkt al vele jaren met plezier voor het tijdschrift Landleven. Als culinair redacteur schrijft ze verhalen en ontwikkelt ze recepten. Ze kookt, proeft, kookt nog eens en schrijft de recepten daarna zo smakelijk (en nauwkeurig!) mogelijk op. De ingrediënten komen altijd uit het seizoen, het liefst uit haar eigen moestuin. Inmaken, jam en sap koken en wecken zijn haar passie. Ze is tevens moeder van drie kinderen.