Zelf olie persen
Veel mensen die buitenaf wonen hebben iedere herfst een aardige oogst aan noten. Jammer genoeg zijn er niet veel opties om de opbrengst te verwerken. Probeer dit jaar eens olie te persen uit de noten. Een leuke en nuttige manier om de oogst langer te bewaren.
Als je jouw eigen olie wilt persen, heb je een oliepers nodig. Een pers voor gebruik door particulieren is jarenlang niet voorhanden geweest. Tot er een Groninger Willie Wortel opstond om zelf zo’n pers te ontwerpen, te ontwikkelen en te produceren. Die persoon is Edwin Blaak uit Scheemda. Zo’n tien jaar geleden ontwierp hij samen met zijn vader de Piteba-oliepers.
Hoe gaat het in zijn werk?
- Verzamel de noten of zaden die u wilt persen. Sommige zaden kunnen met dop en al geperst worden (zoals zonnebloempitten en beukennootjes), andere dienen eerst gepeld te worden. Walnoten moeten gedopt zijn, de tussenschotten mogen er nog wel tussen zitten. De noten en zaden moeten gedroogd zijn, maar niet te droog. Tip: droog walnoten niet bij de (hout)kachel, maar gewoon op de vensterbank. Zijn de noten te droog, dan is de opbrengt heel laag of zelfs nihil. Zijn de noten toch te droog geworden, doe ze dan zo’n 48 uur voor gebruik in een afsluitbare plastic zak en voeg daar 40 tot 60 milliliter water per kilo noten aan toe.
- Bevestig de oliepers op een stevige ondergrond. Het is belangrijk om de pers echt vast te zetten, omdat er aardig wat kracht op komt te staan. Edwin: “Ik gebruik de pers regelmatig, dus ik heb hem letterlijk aan een stevige tafel vastgeschroefd en de tafel is ook in de grond verankerd.” Thuis kun je het beste de oliepers in de schuur of werkplaats plaatsen, in verband met de olie die wellicht gemorst zal worden. Bevestig de oliepers dan op een stevige balk, die u vervolgens vastzet in de bankschroef. De oliepers wordt niet geleverd met een trechter, maar die kun je snel en makkelijk zelf maken. Knip het bovenste stuk van een lege frisdrankfles en jouw trechter is klaar.
- Vul het olielampje met gekleurde lampenolie, dat geeft een warmere vlam dan kleurloze olie. Steek het lampje zo’n tien minuten voor gebruik aan.
- Giet de noten of zaden in de trechter en begin te draaien aan de zwengel. Afhankelijk van de taaiheid van de noten zal het draaien makkelijk of moeilijker gaan. Pas de persdruk hier op aan (als het heel zwaar gaat kun je zelfs de instelstop helemaal er af schroeven). Het zaad wordt nu naar het uiteinde van de persbuis verplaatst, waar het vermalen en geperst wordt door de vijzel. De perscake, het restproduct, verlaat nu de persbuis door het verloopstuk (of de gaten erin) en de olie stroomt via de persbuis terug naar de oliespleet.
- Vang de olie op in een geschikt bakje, potje of glaasje. Een standaard plastic bekertje of een leeg potje babyvoeding past bijvoorbeeld precies onder de pers. Tip: de overgebleven perscake is niet vet en kun je dus gebruiken als voer voor kippen, varkens, geiten, eenden of koeien.
- De olie is nog troebel. Laat haar enkele dagen bezinken en giet dan de heldere olie af. Je hoeft de olie niet te filteren.
- Na het gebruik van de oliepers kun je ervoor kiezen meteen de overgebleven perscake te verwijderen. Deze wordt namelijk steenhard bij afkoeling en is er dan niet makkelijk meer uit te krijgen. Je kunt ook de perscake laten zitten en bij het volgende gebruik het olielampje eerst een half uur aanzetten. De cake is dan weer zacht geworden en je kunt direct beginnen met persen.
Tip: Bewaar zelfgeperste olie niet al te lang. Zorg altijd dat het flesje zo vol mogelijk is, zodat er weinig zuurstof bijkomt. Bewaar het ook donker, dat komt de kwaliteit ten goede.
Opbrengst
De oliepers is universeel, dat wil zeggen dat alle oliehoudende zaden en noten ermee geperst kunnen worden. De verschillende noten en zaden hebben afhankelijk van hun ’taaiheid’ een verschillende persdruk nodig. Het aanpassen van de persdruk vergt enige oefening, maar is op zich eenvoudig. Je kunt tot een maximum van 5 kilo zaad per uur verwerken, met een opbrengst van maximaal 2 liter olie per uur.
Klaske werkt al vele jaren met plezier voor het tijdschrift Landleven. Als culinair redacteur schrijft ze verhalen en ontwikkelt ze recepten. Ze kookt, proeft, kookt nog eens en schrijft de recepten daarna zo smakelijk (en nauwkeurig!) mogelijk op. De ingrediënten komen altijd uit het seizoen, het liefst uit haar eigen moestuin. Inmaken, jam en sap koken en wecken zijn haar passie. Ze is tevens moeder van drie kinderen.