Hoe maak je een rookkast?
Pieter Keuter is dol op lekker eten, en vooral op buiten koken en zelf eten roken. Speciaal voor Landleven timmerde hij een eenvoudige rookkast om koud mee te roken. Hij laat stap voor stap zien hoe je die thuis ook kunt maken.
Download de werktekening van de rookkast hier
Deze rookkast is onder andere bedoeld voor het koud roken van vis, vlees, kaas, noten en eieren. Je kunt de vis of het vlees direct op de stokjes leggen, S-haken gebruiken om worst of spek aan op te hangen of aluminium of glazen schaaltjes met de producten op de stokjes leggen.
Maten van de rookkast
De maten van deze rookkast zijn vastgesteld op basis van een kant-en-klare RVS koudrookgenerator van 15 x 15 centimeter. Het is verstandig eerst zo’n koudrookgenerator aan te schaffen, zodat je zeker weet dat je een passend model hebt.
Op maat laten zagen
De kast zelf is gemaakt van 18 millimeter massief grenen timmerpaneel, verkrijgbaar bij de bouwmarkt. Als je daar toch bent, kun je ook gelijk de panelen op maat laten zagen (zeker als je zelf geen cirkel- of afkortzaag hebt).
Dit heb je nodig
Grenen timmerpaneel 18 mm
- 2 x 600 x 210 mm (A+C)
- 1 x 600 x 250 mm (B)
- 1 x 428 x 250 mm (D)
- 2 x 208 x 210 mm (E+F)
- 1 x 250 x 92 mm (G)
- 1 x 250 x 80 mm (H)
- 1 ronde schijf 10 mm dik, diameter 90 mm
Verder
- 4 hardhouten latjes 210 x 18 x 18 mm
- 2 hardhouten latjes 195 x 18 x 18 mm
- 1 hardhouten latje 205 x 45 x 5 mm
- 9 ronde stokjes 9 x 205 mm
- 1 ronde knop ca. 40 mm
- 1 hardhouten klosje 75 x 35 x 25 mm
- 2 stukken dik touw, of 2 handgrepen zodat u de rookkast kunt oppakken en verplaatsen
- schroeven 40 mm
Zo ga je te werk
Stap 1
Maak in de 6 hardhouten latjes van 18 millimeter een inkeping zodat de ronde stokjes op hun plaats blijven liggen.
Boor 5 gaatjes van 6 millimeter in E waardoor straks de rook kan ontsnappen. Boor 3 gaatjes van 6 millimeter in H voor de luchttoevoer. Boor in paneel A en C ieder 2 gaten met de juiste diameter zodat het touw er doorheen past.
Stap 2
Schroef de 6 hardhouten latjes op gelijke afstand aan de binnenkant van A en C. Het onderste latje is iets korter; daardoor is er ruimte om het deurtje D achter H te laten vallen. Steek de uiteinden van beide stukken touw door de gaten en maak ze aan de binnenkant van A en C vast met bijvoorbeeld een schroef met een ring.
Stap 3
Hierna kunnen de panelen A, B, C, E en F in elkaar geschroefd worden. Boor eventueel voor met een klein boortje. Schroef aan de onderkant van het deurtje D een hardhouten latje. Dit moet 1,5 à 2 centimeter oversteken; links en rechts centreren ten opzichte van het deurtje. Leg de rookkast op de achterwand en monteer eerst H. Wanneer je nu D op zijn plaats legt, kun je als u G vastzet genoeg ruimte overhouden, zodat de deur netjes afsluit.
Stap 4
Schroef tot slot de knop op D, een klosje voor het afsluiten van het deurtje op G (even voorboren) en het dekseltje op E. Monteer het dekseltje zo dat je alle gaatjes kunt afsluiten, maar ook alle vijf kunt openen. Hiermee kun je de rookafvoer regelen. Leg de ronde stokjes in de inkepingen van de hardhouten latjes.
De rookkast gebruiken: tips & trucs
- Vul de koudrookgenerator met rookmot naar keuze.
- Steek het mot met een brander aan via de opening aan de voorkant, zodat het hout gaat smeulen.
- Plaats de generator onderin de rookkast. Leg nu de te roken etenswaren in de rookkast en sluit het deurtje.
- De generator produceert zo’n 8 tot 10 uur rook. Dat is in de meeste gevallen voldoende. Voor spek, ham en een zijde zalm zal de generator 1 tot 2 keer bijgevuld moeten worden, volg hiervoor het recept. Met het schuifje aan de bovenkant van de rookkast kunt u de rookafvoer regelen. Zorg dat deze tijdens het roken altijd open staat; zo kan de rook ontsnappen. Doet je dit niet, dan krijg je een zure smaak aan de gerookte producten.
- Koudroken doe je onder de 25 graden, zet de rookkast daarom op een koele plek. De kast zal, net als de gerookte producten, na verloop van tijd gaan verkleuren. Dat is niet erg en hoort er gewoon bij.
Klaske werkt al vele jaren met plezier voor het tijdschrift Landleven. Als culinair redacteur schrijft ze verhalen en ontwikkelt ze recepten. Ze kookt, proeft, kookt nog eens en schrijft de recepten daarna zo smakelijk (en nauwkeurig!) mogelijk op. De ingrediënten komen altijd uit het seizoen, het liefst uit haar eigen moestuin. Inmaken, jam en sap koken en wecken zijn haar passie. Ze is tevens moeder van drie kinderen.