Maak zelf een hobbelschaap

Hop, hop, hop, schaapje in galop. Verwen je kind of kleinkind met dit schattige hobbelschaap. Deze variatie op het traditionele hobbelpaard is het perfecte cadeau. Helemaal omdat je het zelf maakt. Hoe? Landleven-timmerman Nick van Zutphen doet het voor. In de video laat hij zien hoe je de kop kunt tekenen met behulp van de coördinaten van de werktekening. 

Klik op de werktekeningen om ze te vergroten en te downloaden en printen

Hobbelschaap werktekening 1

Hobbelschaap werktekening 2 – kop en lijf

Hobbelschaap werktekening 3 – Zaagwijzer

Dit hebt u nodig:

1 timmerplaat 18 mm, 122 x 61 cm

1 schapenvachtkleed 68 x 100 cm

6 schroeven 5.0 x 40 mm

2 stootstrip met borstel 2,75 cm

1 rondhout (bezemsteel) 22 mm x 16 cm

12 kreg pocket-hole schroeven 38 mm

2 kreg pocket-hole schroeven 64 mm

1 spijker

En verder:

accuboor

afbreekmesje

binnenlak transparant

binnenlak zwart

boor Ø 3 mm

bovenfrees

decoupeerzaag

gradenboog

handtacker

houtlijm

kwasten

lijmklemmen

pocket-hole mal

potlood

rolmaat

schilderstape

schuurmachine

speedboor Ø 22 mm

Zo gaat u te werk:

Glijders

Dit hobbelschaap heeft extra brede glijders die bestaan uit drie lagen op elkaar gelijmd multiplex. Door de extra breedte is de kans dat een kindje tijdens het hobbelen met zijn of haar voet onder de glijder komt kleiner.

Teken de halfronde glijders op het hout met behulp van een passer die u zelf maakt van een lange lat. Klem een stuk resthout van minimaal 50 centimer lang (A) langs de rand van de werktafel. Zorg dat het niet kan schuiven. Neem een lat van 76,5 centimeter lang (B); markeer aan beide uiteinden een punt op 20 millimeter vanaf de kopse kant. Boor aan één kant op de markering een gat voor met een boortje met dezelfde diameter als de spijker. Boor aan de andere zijde een gat met dezelfde diameter als het potlood.

Maak langs de lange zijde van de timmerplaat twee markeringen, een op 44 centimeter en de tweede op 88 centimeter. Vanuit het tweede punt trekt u een haakse lijn van 21 centimeter lang. Leg de timmerplaat met de lange zijde haaks tegen A aan met de 44 centimeter-markering over de breedte precies in het midden van A. Klem de timmerplaat goed vast.

Op hulpstuk A tekent u op 58,1 centimeter vanaf de kopse kant een lijn met precies in het midden een markering. Trek nog zes van deze lijnen, met een onderlinge tussenafstand van 3,5 centimeter, richting de timmerplaat.

Bevestig B met een spijkertje aan A ter hoogte van de lijn die het verst van de timmerplaat af is. Tik het spijkertje lichtjes in het hout. Steek het potlood in het andere gat van B en trek een halfronde lijn vanaf de rechter onderhoek van de timmerplaat tot aan de 88 centimeter-lijn. Als het goed is komt deze halfronde lijn precies op de hoeken uit. Herhaal dit nog vijfmaal op de overige lijnen van A. Op de timmerplaat hebt u nu de glijders (C) getekend. Zaag ze uit met een decoupeerzaag. Doe dit zo secuur mogelijk, zodat ze alle zes exact gelijk zijn.

Verlijm drie glijders C met elkaar, zorg dat ze exact op elkaar liggen en klem ze vast met lijmklemmen. Herhaal dit voor de andere drie. Laat de lijm uitharden, verwijder de lijmklemmen en schuur de glijders met een schuurmachine egaal glad.

Kop en poten

Voor de kop zaagt u een rechthoekig stuk hout van 24,8 x 15,1 centimeter.

De werktekening van de schapenkop is niet op schaal 1:1, daardoor kunt u de werktekening niet overtrekken, of doordrukken op de timmerplaat. Maak daarom gebruik van coördinaten die u kunt overnemen op het hout. Dit werkt als volgt: de werktekening is een hoekige weergave van het schaap. Ieder punt is via twee kruisende lijnen verbonden met punten langs de zijkant en de onderkant van het hout. Deze kunt u vinden door vanuit de dichtstbijzijnde hoek te meten en deze twee punten met een winkelhaak met elkaar te verbinden. Teken alleen het kruispunt waar de twee elkaar raken, dat scheelt veel schuurwerk. Vervolgens verbindt u alle punten met elkaar met licht getekende lijnen, zodat de kop (D) in hoofdlijnen zichtbaar wordt. Teken ververvolgens uit de losse pols de juiste rondingen van de kop. Dit is de lijn die u met de decoupeerzaag kunt uitzagen.

Dezelfde stappen gelden voor de poten (E). Daarvan tekent u er één af: zaag deze uit en leg de poot (E) vervolgens terug op het timmerpaneel. Trek deze om met potlood en zaag de tweede poot uit.

Met een bovenfrees met een kantfreeskop, of met wat geduld en een schuurpapiertje, rondt u alle zaagranden van D en E af. Let erop dat u op de plekken waar D en E in aanraking komen met andere onderdelen, deze vlakken niet afrondt, zodat er een stevige verbinding en strakke aansluiting komt. Bewaar wat van het fijne zaagsel om later gaten mee te dichten (zie tip 1).

In de kop boort u met een 22 millimeter-speedboor nog twee gaten, een voor het handvat en het andere voor het oog. Het oog kunt u met de bovenfrees of een schuurpapiertje glad afronden.

Zitting

Neem een rechthoekig stuk timmerplaat van 22,9 x 15,7 centimeter voor de zitting. Markeer aan de smalle zijde het middelpunt. Trek over de hele lengte een middenlijn. Markeer langs de lange zijde een punt op 17,9 centimeter en verbind dit punt met het middelpunt langs de korte zijde. Herhaal dit voor de overstaande zijde. Markeer nu een punt op de middenlijn op 18,2 centimeter; trek haaks hierop een lijn van 1,8 centimeter breed precies in het midden (9 millimeter aan beide zijden). Trek haaks op deze lijn twee lijnen in de richting van de punt. Dit is de inkeping voor de kop. Zaag de zitting (G) uit.

Achterwerk

De achterzijde van het hobbelschaap zorgt ervoor dat kleine kinderen er niet naar achteren af kunnen glijden. Voor iets grotere kinderen is het een perfecte verhoging om iets beter te kunnen zitten. Voor dit gedeelte hebt u nog vier onderdelen nodig.

Zaag een rechthoekig stuk hout van 12,1 bij 5,1 centimeter (H) uit. Zaag een tweede stuk van 12,1 bij 5,5 centimeter, waarvan u één lange zijde onder een hoek van 45 graden zaagt (I). Zaag een derde stuk van 12,1 bij 10,1 centimeter, waarbij u één lange zijde onder een hoek van 67 graden zaagt (J). En tenslotte nog een extra stuk van 24,7 x 3,1 centimeter, waarbij u één korte zijde aftekent onder een hoek van 83 graden, maar de decoupeerzaag wel haaks staat afgesteld (K).

Montage

Leg E plat op de werktafel, plaats zitting G er haaks op en bepaal waar u twee verzonken schroefgaten gaat maken. Stel de pocket-hole jig in op een materiaaldikte van 19 millimeter, stel de aanslagring van de boor ook in op 19 millimeter en boor twee schroefgaten. Verlijm en schroef E met G met twee 38 millimeter-schroeven (zie foto op pag. XX). Herhaal dit voor de andere poten E. Verlijm H/I/J met E en klem E van buitenaf tegen H/I/J met een lijmklem (zie foto op pag. XX). Laat de lijm uitharden en verwijder daarna de lijmklemmen.

Met de pocket-hole jig maakt u een verzonken boorgat waarmee u de kop (D) aan G bevestigt. Verlijm en schroef D aan G met een 64 millimeter-schroef. Zorg dat de kop haaks op G staat. Plaats K onder de buik tegen G/D en J. Boor drie (verzonken) gaatjes voor in G om D vast te zetten: met een 3 millimeter-boor: Verlijm en schroef K met twee schroeven (5.0 x 40) aan G en met één schroef van 64 millimeter aan D.

Montage glijders

Zaag twee stukken timmerplaat van 19,3 bij 3 centimeter (L). Verzink aan beide uiteinden twee boorgaten(zie foto op pag. XX). Meet hart op hart de afstand tussen de poten, dit zou ongeveer 13,9 centimeter moeten zijn. Teken hiervoor twee punten af op L en boor deze voor met een 3 millimeter-boor. Verlijm en schroef L vast aan poten E met twee schroeven (5.0 x 40). Bepaal vervolgens de beste positie om L aan glijders C te bevestigen; zorg dat het schaap in evenwicht is door L precies in het midden te bevestigen. De afstand van L tot het uiteinde van de glijders zou ongeveer 22 centimeter moeten zijn. Verlijm en schroef L aan C met vier schroeven van 38 millimeter. Doe dit uiteraard aan beide zijden.

Handvat

Zaag van een stuk rondhout of bezemsteel met een doorsnede van 22 millimeter een stuk af van 16 centimeter lang (M). Plaats deze in de kop in het gat met de scherpe randen en verlijm M aan D. Zorg dat M haaks in D zit en laat de lijm uitharden.

Afwerken

Werk het schaap af naar eigen inzicht en smaak. Nick heeft ervoor gekozen om het schaap zwart te schilderen en de glijders blank af te lakken. Zowel verf als lak zijn aangebracht in twee lagen, tussendoor is licht opgeschuurd. Laat de verf en/of lak goed uitharden.

Vacht

Plaats de vacht over het midden op de zitting; zorg ervoor dat er zowel aan de voor- als de achterkant voldoende vacht is om de kop en de kont te bedekken. Zet de vacht vast met een handtacker (nietmachine) op G. Snijd de vacht in zodat deze horizontaal om de nek heen past. De nek zelf bedekt u met een ander stuk van de vacht. De truc is om de nietjes te verbergen door de haren zoveel mogelijk aan de kant te vegen en het nietje vervolgens helemaal te bedekken. Aan de onderzijde is K ook bedoeld om de vacht tegenaan te nieten, zodat de vacht van beide zijden bij elkaar komt. Werk het het hele schaap rond totdat alle plekken waar vacht hoort te zitten bedekt zijn.

Nicks tips

Tip 1: Houtvullen

De verzonken boorgaten kunt u opvullen door fijn zaagsel van de timmerplaat te vermengen met houtlijm. Een 1:1 verhouding is een goed begin; als het niet smeuïg genoeg is kunt u extra lijm toevoegen. Vul vervolgens met een plamuurmes alle schroefgaten op. Breng iets dikker aan dan nodig. Schuur na het uitharden overtollige lijm weg (zie foto hiernaast).

Tip 2: Haartjes

Door het werken met en snijden in de vacht laten er heel veel haartjes los. Neem voor gebruik het schaap flink onder handen met de stofzuiger.

Tip 3: Stootstrip tegen krassen

Plak onder de glijders een stootstrip, of meubelvilt. Beter voor de vloer én het hobbelschaap maakt minder geluid.