De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Maak een vogelhuisje met badje

Een vogelhuisje maken, hoe doe je dat? Met deze vogelspa maak je de tuin wel heel aantrekkelijk voor vogels. Niet alleen heeft dit hooibergje een grote interne voervoorraad, in het dak zit een waterbad verstopt. Ideaal voor vogels om uit de drinken op warme dagen of in te badderen om hun verenpak in optimale conditie te houden. Dit landelijke vogelhuis maak je zelf, met deze handleiding van Landleven timmerman Nick van Zutphen. 

Klik op de werktekeningen om ze te vergroten en te downloaden en printen


Vogelspa werktekening 1

Vogelspa werktekening 1

Dit heb je nodig:

  • 1 x multiplex meranti 55 x 61 cm x 9 mm
  • 1 x betonplex 24,6 x 42 cm x 12 mm
  • 1 x tuinpaal 6, 8 x 6,8 x 210 cm
  • 1 x lat 18 x 18 mm x 125 cm
  • 1 x lat 18 x 44 x 40 cm
  • 8 x schroeven 4.0 x 35 mm
  • 2 x vierkante schotel 20 x 20 cm
  • 2 x ijzerdraad 2 mm x 30 cm

En verder:

  • accuboor
  • breekmesje
  • buitenbeits transparant
  • decoupeerzaag (hardhoutzaagje)
  • gradenboog
  • houtlijm (watervast)
  • kwast
  • lijmklemmen
  • metalen lineaal
  • Ø 10 mm houtboor
  • Ø 3 mm houtboor
  • paalboor
  • potlood
  • priem
  • rolmaat
  • schilderstape

Zo ga je te werk:

Zagen multiplex

Begin met het op maat zagen van alle delen meranti multiplex. Bepaal welke zijde als buitenkant gebruikt wordt en teken hier viermaal een deel van 24,6 centimeter x 17,8 centimeter, waarbij je één lange zijde onder een hoek van 45 graden zaagt, dit zijn (A) en (B). (Voor een strakke zaaglijn zie tip 1).

Zaag een vierkant uit: 24,6 x 24,6 centimeter, dit is (C). Zaag voor (E) en (F) een strook van 24,6 centimeter breed en ongeveer 40 cm centimeter. Je houdt uiteindelijk een stukje over, afhankelijk van de dikte van het zaagblad.

Let op: Zaag de delen met schuine zijden één voor één. Nick adviseert om de schuine zijde van het vorige stuk te gebruiken voor de volgende. “Je kan de volgende lijn pas tekenen na dat je de vorige heeft gezaagd, omdat je altijd een klein stukje wegzaagt. De maten in deze tekst zijn gemeten vanaf de zaaglijn aan de bovenzijde, ongeacht hoe deze schuin wegloopt”. Zie ook het zijaanzicht van (E) en (F) in de werktekening.

Leg de strook (E)(F) met de smalle zijde naar u toe op de werktafel en teken over de breedte een lijn van 6,5 centimeter vanaf de smalle zijde. Zaag deze door onder een hoek van 45 graden. Zie het zijaanzicht op de werktekening voor de juiste hoek. De breedste zijde is 6,5 centimeter, de ander is 5,6 centimeter breed (F). De volgende lijn teken je op 10 centimeter vanaf de vorige zaaglijn. Zaag deze onder een hoek van 45 graden maar dan in omgekeerde richting (E). De volgende lijn teken je op 11,8 centimeter, zaag deze weer vanaf de andere kant (E). Tot slot zet u een lijn op 5,6 centimeter, zet de decoupeerzaag weer haaks en zaag deze door (F).

Zaag een strook van 4 centimeter breed en minimaal 24 centimeter lang. Zaag hier een stukje (G) vanaf op deze manier; markeer vanaf de kopse kant langs de lange zijde een punt op 5,7 centimeter, aan de andere zijde een punt op 1,7 centimeter. Verbind deze twee punten met een schuine lijn. Zaag deze schuine lijn door. Dit is (G). Herhaal viermaal.

Zagen betonplex

Zaag viermaal een rechthoek van 24,6 centimeter lang en 10,3 centimeter breed (H). Bepaal wat de bovenzijde is en teken langs de smalle zijde aan weerskanten een markering op 6,4 centimeter. Langse de lange zijde maak je op 2,7 centimeter vanaf de kopse kant een markering, verbindt aan beide kanten deze twee punten met een schuine lijn. Stel de decoupeerzaag zo in dat deze onder een hoek van 60 graden zaagt. Controleer met een gradenboog. Zaag de schuine lijn door en zorg dat dit in de juiste richting gebeurt, zodat de schuine zijde vanaf de bovenkant niet zichtbaar is. Zie boven-, onder- en zijaanzicht op de werktekening (H). Zaag tenslotte nog viermaal een lat van 18 x 18 millimeter met een lengte van 31 centimeter (D).

Met de priem kras je de ingesneden groefjes weg.
Met de priem kras je de ingesneden groefjes weg.

Hooibaaltjes

Om de illusie van hooibalen te wekken kan je bij (A) en (B) aan de voorzijde, dat is de kant waarbij de schuine bovenzijde zichtbaar is, uit de bovenste laag van het multiplex kleine groefjes wegsnijden. De patronen van (A) en (B) komen met elkaar overeen en wekken de suggestie van ect gestapelde baaltjes.

Leg (A) met de korte zijde omhoog, zodat de schuine zaagsnede zichtbaar is. Teken vanaf de onderzijde om de 3,3 centimeter een horizontale lijn. Het bovenste vak is iets groter, maar dit ligt buiten het zicht. De positie van de verticale lijnen kan je op de werktekening aflezen. Herhaal dit voor de tweede zijwand (A). En herhaal stappen voor (B). Let op: dit patroon is anders en uit de tweede laag een zaagt u een grote opening. Boor hiervoor binnen het uit te zagen stuk met een Ø 10 mm-houtboor een gaatje en zaag vervolgens vanuit dit gat met de decoupeerzaag de hele opening. Herhaal voor het tweede deel (B).

Snij met een breekmesje en een metalen liniaal langs alle potloodlijnen door de bovenste laag van het multiplex heen. Doe dit langs beide kanten van de potloodlijn zodat er 2 millimeter tussen zit. Schraap vervolgens met een priem deze strookjes toplaag weg, zodat er groefjes ontstaan. (Zie foto hiernaast)

Klem (D) vast aan (A)
Klem (D) vast aan (A)

Zijwanden

Leg (A) plat op de werktafel met de inkepingen omhoog. Leg er aan beide zijden een latje (D) tegenaan. Verlijm de raakvlakken tussen (A) en (D) en klem ze tegen elkaar met een lijmklem. Herhaal dit voor het andere deel (A) en laat de lijm uitharden (zie foto hiernaast) en verwijder daarna de lijmklemmen.

Leg bodem (E) op de werktafel en plaats (A) en (D) aan de tegenovergestelde zijden tegen (E) met de inkepingen naar buiten gericht. Plaats (B) tussen latten (D) in, tegen bodem (E) aan. Verlijm alle raakvlakken en zet vast met lijmklemmen. Laat de lijm uitharden en verwijder daarna de lijmklemmen.

Paalklem

Meet de buitenmaat van de paal. In theorie 6,8 x 6,8 centimeter. Zaag twee latjes van 18 x 44 millimeter en 6,9 centimeter lang (J), Zaag er nog twee van 6,9 + 1,8 + 1,8 = 10,5 centimeter (K). Leg (K) plat op de werktafel, boor met een Ø 3 mm boor aan beide uiteinde op 9 millimeter vanaf de lange en korte zijde een gaatje. Plaats (J) en (K) op hun zij in een vierkant en schroef (K) aan (J) met vier schroeven in de zojuist geboorde gaatjes. Zet de voerhooiberg op zijn kop, plaats (J) en (K) op de onderzijde, teken met potlood de contouren. Maak aan beide kanten waar (K) komt te liggen op twee plekken een markering, boor deze voor met de Ø 3 mm-houtboor.

Plaats (J) en (K) op de werktafel met de schroeven aan de onderzijde, plaats de voerhooiberg er bovenop. Gebruik een winkelhaak en schuifmaat om de twee haaks op elkaar en in het midden te positioneren. Schroef (C) aan (K) met vier schroeven via de voorgeboorde gaatjes.

Verdeeldakje

Maak aan de binnenzijde een verdeeldakje, om te zorgen dat het voer vanzelf bij de opening terecht komt zonder dat het er uitstroomt. Plaats in iedere hoek een stukje (G) met de rug tegen (B), de zijkant tegen (A) en de schuine zijde naar binnen, zodat (F) hier bovenop geplaatst kan worden. Verlijm (G) met (A) en (B). Zet vervolgens (E) in een dakvorm met de uiteinde tegen (G) aan. Verlijm (E) met (A) en (C). Als er bij het inzetten lijm langs (A) loopt, kan je dit het beste direct met een vochtige doek verwijderen. Laat de lijm uitharden.

Plaats tot slot (F) met de schuine zijde tegen (B) en boven op (G). Controleer of er ongeveer 1,5 centimeter ruimte is tussen (F) en (E) zodat het voer kan doorstromen. Verlijm (F) met (B), (G) en (A). Gebruik eventueel een stukje resthout om te zorgen dat (F) niet naar beneden zakt. Laat de lijm uitharden.

Beitsen

Breng twee lagen transparante beits aan aan de binnenzijde om het vurenhout en meranti multiplex voor langere tijd te beschermen tegen vocht. Breng aan de buitenzijde drie lagen aan. Laat de lak steeds uitharden, schuur lichtt op en breng dan de volgende laag aan. Behandel ook de zijkanten van het betonplex met beits, plak de stukken die verlijmt moeten worden even af. Zo gaat ook het betonplex langer mee.

Dak monteren

Plaats de vier delen (H) tussen de latten (D) bovenop de schuine zijden van (A) en (B). alle delen (H) vallen in het midden met de schuin afgezaagde zijde tegen elkaar. Verlijm (H) met (H), (D) en (A) of (B) en laat de lijm uitharden.

Drinkbakje

Neem één kunststof schotel (die normaal gebruikt word onder een plantenpot), controleer of deze in de opening van het dak past. De rand van de schotel valt over de rand van (H). Snij met een breekmesje de bodem uit de schotel en kit de rand aan (H), zorg dat dit waterdicht is en gebruik op de hoeken eventueel wat meer kit. Laat de kit uitharden. (Zie tip 3). De tweede schotel valt precies in de rand van de eerste.

Landdraad

Markeer 10 centimeter uit het midden en 5 millimeter vanaf de onderzijde van (B) twee punten en boor deze voor met een Ø3 mm-boor. Je boort door (B) in (C) er is weinig marge dus doe dit zo haaks mogelijk. Knip een stuk ijzerdraad van ongeveer 30 centimeter lang, en buig aan de uiteinde 5 centimeter om. Steek de uiteinden in de geboorde gaten. Voeg eventueeleen druppeltje houtlijm toe zodat de draad beter vast blijft zitten. Herhaal dit voor de andere zijde.

Het vullen van het voercompartiment is heel eenvoudig.
Het vullen van het voercompartiment is heel eenvoudig.

Plaatsen

Bepaal de hoogte van de voerhooiberg, tussen de 1.20 en 1.50 meter is het beste. Zet hem op voldoende afstand van andere objecten zodat katten er niet bij kunnen. Een beschutte plek, in de zon met makkelijke aan- en afvliegroutes is het beste. Met een paalboor maak je een rond gat steek de paal er in en stamp de grond er omheen goed aan. Zet de vogelvoerhooiberg er bovenop. Haal het drinkreservoir er af en vul het voercompartiment (zie foto hiernaast), je kan er zoveel in doen als je wil. Vul het waterreservoir met water.

Tips van amateurvogelfotograaf Margret Steenvoorden

“Voor het foto’s maken steek ik vaak een mooie tak naast het huisje in de grond, daar gaan vogels graag op zitten als ze even moeten wachten of eerst willen kijken. Kleine vogels zoals de koolmees zijn gek op zonnebloempitten en ongebrande en ongezouten pinda’s. Heggenmussen en winterkoninkjes willen juist fijnere zaden, zorg dus voor een goede mix. Meng ook meelwormen door het voer, daar zijn ze gek op. Verwijder de netjes van vetbollen zodat vogels er niet met hun pootjes in vast raken, breek de bollen in stukken en meng die brokjes door het zaad. Bijvoeren doe ik in de herfst, winter en vroeg voorjaar.”

Nicks tips

Tip 1: Strakke zaaglijn

Bepaal waar je ongeveer wil zagen, plak hier aan de boven- en onderzijde schilderstape, teken af op het tape en zaag vervolgens door het tape heen. Zo heb je een strakke zaaglijn zonder splinters en kartels.

Tip 2: Schuren

Maak het jezelf gemakkelijk en schuur alle delen direct na het zagen. Dit gaat veel eenvoudiger en sneller dan na de montage.

Tip 3: Afplakken voor de kit

Plak op 5 millimeter vanaf de bovenrand van (E) een strook schilderstape, het teveel aan kit verwijder je met een vochtige doek. De restjes komen op de tape en dat trek je er dan heel gemakkelijk vanaf. Doe dit direct na het aanbrengen en voordat de kit is uitgehard.

Tip 4: Schotel

De gebruikte schotel is te bestellen via www.elho.com. Zoek op ‘universele schotel vierkant 20cm antraciet’.