Maak een hip Landleven-schort

Maak een hip Landleven-schort

Maak een origineel jaren 50-schort. Vrouwelijk, met ruches, strikken en handige zakken, gemaakt van de mooiste stof. Altijd met een goede pasvorm, voor elke maat! Arrabel Klarenbeek legt uit hoe je dit Landleven-schort zelf naait. 

Dit heb je nodig:

  • Stof, 1,20 x 1,40 (of 1,50) m. Bij voorkeur katoen, zeker geen stretchstof. Als je satijnen strikbanden wil gebruiken, heb je maar 90 cm stof nodig.
  • 2,80 meter pipingband
  • Eventueel satijnband voor de strikbanden: 1,60 m x 2,5 cm en 1,60 m x 5 cm (deze kun je ook zelf van de stof maken) 
  • Liniaal
  • Potlood
  • Schaar 
  • 11 vellen A4
  • Printer
  • Plakband
  • Spelden
  • Grote stofschaar (geen papier mee knippen, dan wordt hij bot)
  • Kleine stofschaar
  • Garen
  • Tornmesje
  • Brei- of haaknaald (om te keren en de gekeerde strikbanden in de hoekjes mooi en strak te maken)
  • patroon van het schort
  • plattegrond van het patroon op de stof

Voorbereiding van het patroon

Druk de pagina’s van het patroon af. Dit zijn er 11. Leg de pagina’s neer op een vlakke ondergrond (tafel of vloer, niet op het tapijt). Leg de eerste 4 pagina’s van links naar rechts en de volgende vier pagina’s daaronder. Het bovenlijfje bestaat uit 3 pagina’s. De symbolen in de hoeken van het patroon corresponderen met het aansluitende deel.  

Knip de randen van het papier zo af, dat er een plakrand overblijft. Plak de papieren in de juiste volgorde aan elkaar met plakband. (Lijm laat het papier rimpelen). Knip vervolgens de afzonderlijk patroondelen (de blauwe lijnen). Het zijn er 2: de rok en het bovenlijfje. De andere delen teken je zelf uit, die strikbanden kun je van kant-en-klaar satijnband maken of van stof. De werkwijze daarvoor volgt hieronder (1 en 2) + de werkwijze voor de tailleband en rokstrook (3 + 4). 

Zelf uittekenen
1.    Strikbanden hals: 70 x 8 centimeter. Je hebt er 2 nodig: het handigst is om het patroondeel aan de stofvouw te leggen (zie plattegrond schortpatroon) en deze na het uitknippen door te knippen. Zo heb je twee strikbanden. 
2.    Strikbanden taille: 70 x 8 centimeter. Idem als de strikbanden hals. 
3.    Tussenstuk taille: 74 x 7,5 cm. Je hebt er twee nodig. Deze leg je naast het rokdeel. 
4.    Strook rok: 140 x 14 centimeter. Je hebt er één nodig. Dit patroon kunt je het beste 70 x 14 centimeter knippen en vervolgens aan de stofvouw leggen. 

Speld de alle patronen op de stof en knip uit. Je hoeft geen naden toe te voegen, het patroon is inclusief 1 cm naadwaarde. 

Stof knippen voor het Landleven-schort.
Knip de patroondelen uit.

Stof spelden voor het Landleven-schort.
Speld de tailletussenstukken op elkaar.

Arrabel achter de naaimachine met Landleven-schort met satijnen strikbanden.
Je kunt de strikbanden van stof maken maar hier zijn ze van satijnband.

Tailletussenstuk met pipingband.
Het tailletussenstuk heeft pipingband aan beide zijden.

Zo ga je te werk:

  1. Speld de tailletussenstukken op de lange kanten op elkaar en zet op beide lange kanten kleine knipjes van ongeveer 3 mm, om de 5 cm (komt niet zo heel precies). Later wordt duidelijk waar dit voor is.
  2. Als je geen satijnband gebruikt: vouw de taille- en halsstrikbanden met de goede kanten in de lengte op elkaar en strijk of speld vast. Stik door ( één korte kant open en de ander dicht) en keer. Gebruik nu bijvoorbeeld een breinaald om de hoekjes mooi strak te maken. Pas op!  Duw niet te hard want dan ga je door het hoekje heen! Maak de naden mooi strak, strijk en stik ze smal op de kant door. 
  3. Speld de zijkanten van de beide voorpandjes (goede kanten op elkaar) en stik ze door. Niet keren!
  4. Haal de strikbanden voor de hals tussen de voorpandjes door zodat ze aan de onderkant uitsteken en de bovenkant gelijk is het de bovenkant van het voorpand. Speld ze op de juiste plek (linker- en rechter hoek, 2 cm van de kant af) en stik de bovenzijde van de voorpanden op elkaar met de strikbanden ertussen.  Knip voorzichtig de hoekjes van het voorpand scheef af. Keer nu het bovenlijfje en gebruik de breinaald weer voor de hoekjes. Maak de naden mooi strak (zij en boven), strijk en stik smal op de kant door. 
  5. Strijk het bovenlijfje en stik de onderzijde ook door. Nu is je bovenlijfje af.
  6. Pak 1 stuk van het tussenstuk. Stik nu het pipingband tegen de beide lange kanten aan de goede kant van de stof. Stik heel strak langst het verdikte stuk, liefst met een ritsvoetje. Waarschijnlijk zit daar al een stiksel. Volg dit dan. Laat het pipingband aan beide kanten 3 cm uitsteken! 
  7. Pak de rok en stik hier aan de onderkant ook het pipingband. Ook hier aan beide kanten 3 cm uit laten steken!
  8. Nu gaan we de rok en het rokstrookje rimpelen. Zet je draadspanning van je naaimachine op de hoogste stand en je steeklengte ook. Zet je voetje langs de stof. Zet je naald uiterst rechts en stik de bovenkant van de rok en van het rokstrookje. Zet je naald nu uiterst links en stik weer. Let op: ga aan het begin en het eind niet even op en neer met je naald! Je moet de draad straks kunnen bewegen.
  9. Speld de achterste draden vast aan de achterkant van je stof en rimpel de bovenkant van de rok tot 64 cm, door aan de bovendraden te trekken. Het rokstrookje rimpel je tot 100 cm. 
  10. Speld het rokstrookje aan de onderkant van de rok. Goede kanten natuurlijk op elkaar. Stik nu op het stiksel van het pipingband aan elkaar met een ritsvoetje. Zigzag dit door (of als je een lockmachine heb, lock dit af.) Als je het nu keert, dan zie je het pipingband mooi tussen de twee delen uit komen.  
  11. Maak nu aan de onderkant van het rokstrookje een zoom. Je kunt het eerst zigzaggen of locken en dan één keer omslaan. Of je slaat hem twee keer om. Ook de zijkanten werk je zo af. Knip het pipingband op een lengte af zodat het tussen de zoom zit verwerkt. Stik op de breedte van je zoom door.
  12.  Leg het tailletussenstuk zonder pipingband op de tafel, met de goede kant omhoog. Leg het bovenstukje hierop, met de goede kant boven en de onderrand gelijk met de onderrand van het taillestuk. Leg het tweede tussenstuk, met het pipingband, op het bovenlijfje, met de goede kant omlaag, zodat het bovenlijfje en het tweede tussenstuk met de goede kanten op elkaar liggen. De tussenstukken moeten de lengte hebben van de roktaille + 3 cm. Dit moet dus aan beide zijden van het bovenlijfje uitsteken. Stik de tussenstukken aan elkaar, met de onderkant van het bovenlijfje ertussen.
  13. Klap het bovenste tussenstuk omlaag. Laat het onderste tussenstuk omhoog liggen. Leg de rok, met de goede kant op de goede kant van het bovenstuk. De bovenrand van de rok ligt op de onderrand van het tailletussenstuk met pipingband . De rok bedekt dus het bovenlijfje  en ligt ondersteboven.  De tussenstukken moeten, aan de zijkant, aan beide zijden 3 cm uitsteken. Stik het tussenstuk aan de rok met een ritsvoetje, weer over het stiksel van het pipingband.
  14. Klap de rok omlaag en je  ziet dat hij nu netjes aan het bovenstuk vastzit, met het pipingband ertussen. Strijk de tussendelen zodat ze mooi en glad zijn. Draai het schort om en doe dit ook met het achterste tussenstuk, dit zit trouwens alleen nog maar vast aan het bovenlijfje. NB de rimpeldraden kun je nu verwijderen voor zover je dat nog niet hebt gedaan.
  15. Leg het schort weer met de goede zijde boven. Leg de onderste tailleband omhoog en leg de strikbanden op de tailleband. Klap nu het bovenlijfje en de onderste tailleband naar beneden, zodat de strikband tussen de taillebanden komt te zitten. Speld dit goed vast en stik de zijkant geheel door. Knip de hoekjes bij en keer. Goed strijken.
  16. Speld nu een zoom aan de achterkant van de tailleband, op de stiklijn van het voorste tailleband. Speld de spelden verticaal zodat ze kunnen blijven zitten bij het doorstikken op de voorkant. Stik de tailleband nu aan de voorzijde door. En klaar is je schort!

Vrouw met schort in blauw-wit gedessineerde stof.

Gebruikte stof

De stof die wij hebben gebruikt komt van Samitex Stoffen in Wierden: www.samitex.nl.