Gebreide egelwanten
Ook altijd koude handen in de winter? Dat is nu niet meer nodig met de gezellige kameraden Kwibus en Kwabbelnoot. Deze gebreide egelwanten vergezellen je de koude maanden door. Brei ze zelf met dit patroon.
Dit heb je nodig:
Voor 1 egelwant
- 1 streng (sokken)wol van 100 g, geschikt voor breipennen van 2,5 mm
- 5 (bamboe)breipennen zonder knop, 20 cm lang en 2,5 mm dik
- 1 restje zwarte wol in dezelfde dikte
- 1 haaknaald, 2,5 mm dik
- 2 zwarte kraaltjes
- stekenhouder of grote veiligheidsspeld
- stopnaaldje
Zo ga je te werk:
Maat bepalen
Sla een meetlint om je hand, boven de duim en net onder de knokkels van de vingers, en meet het aantal centimeters. Kijk in de matentabel voor de maat want die het beste bij je past.
Stap 1.
Boord
Zet het aantal benodigde steken op, verdeeld over vier breinaalden, en brei de cirkel met de vijfde naald dicht.
Brei de boord: minimaal 5 centimeter lang in boordpatroon (1 recht – 1 averecht).
Brei nog vier toeren (vanaf maat 8 zes toeren) na de boord in tricotsteek.
Brei op de bovenkant van de want iedere vierde toer één naald averecht, zodat er ribbels ontstaan. Op deze ribbels worden later de stekels bevestigd.
Stap 2.
Duimspie
Brei aan de onderkant voor de rechterhand aan het begin van de derde naald (waar het draadje van de opzet zit is het begin van de eerste naald) 2 steken recht, maak 1 omslag, brei 1 steek recht, maak weer een omslag.
Brei verder recht in het rond. Brei voor de linkerhand de vierde naald tot de laatste drie steken: 1 omslag, 1 recht, 1 omslag, 2 steken recht.
De volgende toer bij de duimspie 1 omslag, 3 steken recht (de omslagen van de vorige naald worden verdraaid gebreid, anders ontstaat er een gaatje), 1 omslag en weer verder rond breien.
Dit gaat zo iedere toer door totdat de spie 9 steken breed is. Dan worden er elke tweede toer omslagen voor de duimspie gemaakt totdat de spie uit het aantal steken uit de maattabel bestaat. De twee steken voor en na de spie moeten ook gewoon telkens mee gebreid worden.
Brei nog 2 toeren rond. Zet de steken van de duimspie op een stekenhouder of grote veiligheidsspeld.
Brei rond en zet boven de steken die op de stekenhouder staan 7 steken op voor de duimaanzet. Brei 1 toer rond.
Volgende toer bij de duimaanzet minder je door 1 overhaling (= 1 steek recht afhalen, 1 steek recht breien en de afgehaalde steek over de gebreide steek heen halen), 3 steken recht, 2 steken recht samen breien en brei verder rond. Brei 1 toer helemaal rond.
Volgende toer bij de duimaanzet 1 overhaling, 1 recht, 2 samen breien en verder rond breien. Weer 1 toer rond breien.
Volgende toer bij de duimaanzet 1 steek recht afhalen, 2 steken recht samenbreien en de afgehaalde steek over de twee samengebreide steken heen halen (dit heet een dubbele overhaling).
Nu staan er weer evenveel steken op de naalden als bij het begin. Brei verder in het rond tot de top van de pink.
Hoofdje van de egel
De minderingen voor het hoofdje van de egel worden 1 steek vanaf beide zijkanten gebreid.
De rechterkant: 1 steek breien, 1 overhaling, etc. Linkerkant: 2 steken samen breien, 1 recht.
Deze minderingen zowel aan de onderkant als de bovenkant breien. Brei vanaf nu geen ribbels meer op de bovenkant!
Deze minderingen worden viermaal om de andere toer gebreid en dan elke toer tot er 8 steken over zijn.
Brei met zwarte wol deze 8 steken 3 toeren rond voor het neusje, breek de draad af en haal hem door de steken. Strak aantrekken en afhechten aan de binnenkant.
Â
Duim
Neem met een nieuwe draad de steken op voor de duim. Houd een extra lange draad aan het begin; er zullen gaatjes ontstaan bij het opnemen (is niet te voorkomen) en die kunnen met deze draad en een stopnaald mooi weggewerkt worden.
Zet de steken van de duim verdeeld over drie naaldjes en brei met een vierde naald in tricotsteek in het rond tot net iets onder het topje van de duim.
Brei alle steken samen, brei 1 toer rond, brei de volgende toer weer alle steken samen en zo verder tot er 6 steken over zijn.
Breek de draad af en haal deze door de steken heen. Draad aan de binnenkant afhechten.
Â
Brei de duimspie van de egelwanten van Landleven.
Stap 3.
Stekels
Wikkel de wol om de vingers van je hand en knip de draden twee keer door. Op deze manier maak je makkelijk een groot aantal draden van dezelfde lengte. De draden moeten ongeveer 8 centimeter lang zijn.
Sla een draadje dubbel en haak deze op een ribbel. De snuit van de egel wijst naar je lichaam.
Begin rechts bij de pols met de stekels er op te haken; de stekels vallen zo naar achteren. Ga door tot het hele lijfje vol stekels zit.
Â
Stap 4.
Afwerking
Bevestig de kralen als oogjes op de want met een stevige steek. In plaats van kralen kun je ook pailletjes gebruiken. Maak je de want voor heel kleine kinderen, gebruik dan geen kralen maar borduur de oogjes erop voor de veiligheid.
Â
Klaske werkt al vele jaren met plezier voor het tijdschrift Landleven. Als culinair redacteur schrijft ze verhalen en ontwikkelt ze recepten. Ze kookt, proeft, kookt nog eens en schrijft de recepten daarna zo smakelijk (en nauwkeurig!) mogelijk op. De ingrediënten komen altijd uit het seizoen, het liefst uit haar eigen moestuin. Inmaken, jam en sap koken en wecken zijn haar passie. Ze is tevens moeder van drie kinderen.