Maak de mooiste natuurfoto’s
Lekker de natuur in om met je camera de mooiste taferelen op de gevoelige plaat vast te leggen. Met de tips van professioneel natuurfotograaf Steven Ruiter maak je nog mooiere foto’s.
Voorbereiding
- Het belangrijkst is om te ontdekken waar je de dieren zeker tegen zult komen. Bij vogels kun je aas neerleggen om ze te lokken. Voor de andere dieren moet je vooraf onderzoeken wat hun leefgebied is. Zoek daarbij een plek waar meer natuurliefhebbers komen, zodat de dieren gewend zijn aan mensen. Op die plekken zijn dieren vaak minder schuw en vertonen ze hun natuurlijke gedrag.
- Voor mooie foto’s is het zaak dat je de dieren van dichtbij kunt fotograferen. Voor mooie platen van bijvoorbeeld vogels zul je daarbij in ieder geval een zoomlens van 300 mm nodig hebben, om de dieren beeldvullend te fotograferen.
- Daarnaast is het zaak om de vogels zo dicht mogelijk te benaderen. Je kunt hiervoor een schuilhut opzetten, al voldoet je eigen auto op veel plekken ook prima. De meeste dieren verwachten geen gevaar vanuit een auto en zullen je aanwezigheid daarom al snel accepteren.
- Wanneer u een goede locatie heeft gevonden, dan is het een kwestie van geduld hebben. Je hebt veel meer kans op goede foto’s op één locatie, dan door verschillende plekken te bezoeken.
- De beste foto’s kun je maken wanneer je je onderwerp goed kent. Wanneer je weet wat je van een dier kunt verwachten, kun je daarop anticiperen. Bij een groep ganzen die onrustig wordt bijvoorbeeld, kun je je vast voorbereiden op een groep opvliegende vogels.
Wanneer fotograferen
Â
- Wanneer je dieren in actie scherp wilt fotograferen, heb je veel licht nodig. Het best kun je hiervoor een mooie heldere dag kiezen. Het is beter om ’s ochtends of ’s avonds te fotograferen in de zomer. De zon staat dan lager, waardoor je een zacht, warm strijklicht krijgt. Licht bewolkt weer is ook heel geschikt voor fotografie: daarbij worden de kleuren op je foto’s het helderst.
- Bij mist zijn prachtige, stemmige landschapsfoto’s te maken. Sneeuw heeft eenzelfde effect op het landschap en ook dan zijn er de mooiste foto’s te maken.
Compositie
Â
- Een mooie compositie bepaalt of een foto aardig, of echt geweldig wordt. Door een paar meter naar links of rechts te verschuiven, is er wellicht een veel betere foto te maken.
- Bij het maken van dierenfoto’s is de omgeving bijna net zo belangrijk voor een mooie plaat als het dier. Een rommelige achtergrond waar veel gebeurt, leidt af van het onderwerp. Kies daarom een mooie, rustige achtergrond. Maar ook de voorgrond bepaald of een foto wel of niet geslaagd is. Door wat planten of bladeren onscherp in de voorgrond te plaatsen, geef je de foto diepte.
- Een diagonale lijn die door de foto loopt, maakt zelfs een eentonig landschap spannend. Zo’n schuine lijn kan bijvoorbeeld een sloot zijn die van rechts onderin het beeld naar de linkerbovenhoek loopt. Maar de lijn kan ook gevormd worden door een groep vogels die in een lijn achter elkaar vliegt.
- Verdeel de rechthoek die je door de zoeker ziet in gedachten in drie gelijke horizontale en drie verticale vlakken. Een spannend effect krijg je door het onderwerp op een van de snijpunten van deze lijnen te zetten.
Technieken voor gevorderden
Â
- Met een compactcamera zijn al mooie foto’s van landschappen te maken. Toch raad ik de meer gevorderde fotografen aan een spiegelreflexcamera aan te schaffen. Hiermee kun je zelf de sluitertijd en het diafragma bepalen, waarmee je mooie effecten kunt bereiken.
- De sluitertijd is de tijd dat de sluiter in de lens opengaat en deze geeft aan hoe lang de film of de digitale camerachip belicht wordt.
- Bij een korte sluitertijd wordt een moment echt vastgezet. Wanneer je met deze instelling een foto maakt van een aanvliegende vogel, zal deze worden bevroren. De vogel is scherp en de beweging is niet in de foto te zien. Bij een langere sluitertijd zal de achtergrond scherp zijn, maar de vogel ‘beweegt’ enigszins onscherp door het beeld. Op deze manier kunt u goed laten zien dat de vogel vliegt.
- Met deze camera-instelling kun je de camera ook met de vogel mee bewegen. Dan zal de vogel scherp zijn, maar de omgeving krijgt onscherpe bewegingslijnen. Zo blijft je onderwerp scherp in beeld, maar kun je tegelijkertijd de beweging mooi vastleggen.
- Het diafragma geeft aan hoe ver de lens opengaat. Op de lens van de camera staan getallen met daarvoor een f. Hiermee kun je het diafragma instellen. Let wel op, want hoe groter het f-getal, hoe kleiner het diafragma.
- Bij een kleiner diafragma valt er minder licht door de lens, maar neemt de scherpte-diepte toe. Dat betekent dat een groter deel van de foto scherp zal zijn. Bij een foto van een heel landschap is dit meestal de beste instelling.
- Wanneer je echter een dier, bloem of insect fotografeert, kan het mooi zijn wanneer alleen het onderwerp scherp is, en de omgeving vaag. Alle aandacht gaat dan naar het onderwerp. Hiervoor gebruik je een groter diafragma, waardoor de scherpte/diepte kleiner wordt.
- De sluitertijd en diafragma zijn met elkaar verbonden, omdat ze samen bepalen hoe goed een foto wordt belicht. Wanneer je een kortere sluitertijd kiest, moet het diafragma groter worden, om dezelfde hoeveelheid licht op de film te laten vallen. Om alle mogelijkheden van het diafragma en de sluitertijd echt goed te ontdekken zit er maar een ding op: trek de natuur in en ga heel veel oefenen. Je zult verbaasd staan van de mooie platen waarmee je thuiskomt!
Workshop natuurfotografie
Wil je nog meer tips om je natuurfotografie te verbeteren? Fotograaf Steven Ruiter geeft workshops om het wonder van de natuur te leren vastleggen met foto en film. Er zijn onder meer roofvogelfotoworkshops, een fotosafari in de Oostvaardersplassen en een workshop weidevogels fotograferen vanuit een schuilhut in Friesland. Zie het complete aanbod op www.stevenruiter-photography.nl.
Met de sluitertijd kies je voor wel of geen bewegingsonscherpte in de foto. Bij deze zeearend is een snelle sluitertijd gekozen, waardoor het dier ondanks zijn snelheid scherp in beeld komt. –Â Foto:Â Steven Ruiter
Â