Polsstokverspringen: veel meer dan slootjespringen

Polsstokverspringen: veel meer dan slootjespringen

Polsstokverspringen, ook wel bekend als fierljeppen, is een zomersport bij uitstek waar nogal wat techniek bij komt kijken. Wat houdt de sport eigenlijk precies in?

“Het is een buitensport, waar presteren, samenwerken en gezelligheid hand in hand gaan”, zegt Arja Helmes. Ze is voormalig springer en trainer van de polsstokvereniging in Polsbroekerdam en weet dus waar ze over praat.

Fierljeppen of polsstokverspringen: is er verschil?

Net als het hardnekkige vooroordeel ‘slootjespringen’ is de link naar het Friese fierljeppen snel gelegd. Arja: “Onder de noemer ‘fierljeppen’ is deze sport bij vrijwel iedereen bekend. Toch gaat de geschiedenis van polsstokverspringen en fierljeppen even ver terug. De eerste officiële wedstrijden schelen elkaar slechts drie jaar.” Wel blijven de Friese en de Hollandse springers door hun sport met elkaar verbonden. “Met name tijdens de jaarlijkse tweekamp”, vertelt Arja. “Dan is het echt ‘wij tegen zij’. Bij de tweekamp springen de beste springers uit vijf categorieën tegen elkaar. De beste afstanden worden bij elkaar opgeteld en welk team het verst komt, wint. Er is sprake van een gezonde rivaliteit. Jarenlang wonnen de Friezen, maar sinds tien jaar zijn we aan elkaar gewaagd. Daardoor is het echt een spannende wedstrijd. Het verschil is soms maar een paar meter!”
 

Polsstokverspringen en fierljeppen hebben een geschiedenis die even ver teruggaat.

Hollanders omarmen polsstokverspringen

Op 5 september 1960, nu zevenenvijftig jaar geleden, wordt op de boerenlanddag in Bergstoep, in de Krimpenerwaard, de eerste Hollandse polsstokverspringwedstrijd gehouden. “Willem Brouwer, een van oorsprong Friese journalist die hier in de regio was komen wonen, had de wedstrijd als extra activiteit voorgesteld.” De nieuwe sport slaat direct aan. Het jaar erop worden er al drie wedstrijden georganiseerd. Het polsstokverspringen wordt door de Hollanders omarmd. In 1975 wordt officieel de Polsstokbond Holland opgericht. De springaccommodaties schieten als paddenstoelen uit de grond. Op dit moment zijn er accommodaties in Jaarsveld, Linschoten, Vlist, Zegveld, Polsbroekerdam en een jeugdschans in Stichtse Vecht.

Zomersport bij uitstek

“Polsstokverspringen is een zomersport bij uitstek. Je bent heerlijk buiten bezig. Het mooie is dat iedereen elkaars concurrent is, maar tegelijkertijd helpen mensen elkaar”, vat Arja samen. “Het is een complexe sport, waarbij springers niet alleen goed moeten kunnen springen en klimmen. De kunst is om na je afzet de stok zo langzaam mogelijk naar voren te laten bewegen, zodat je zo ver mogelijk omhoog kunt klimmen. Maar niet te langzaam natuurlijk, want dan kom je niet over het dode punt naar de overkant en haal je een nat pak!”
 

Er komt veel veiligheid en techniek kijken bij polsstokverspringen

Veiligheid en techniek bij het polsstokverspringen

Het natte pak is voor de toeschouwers vaak een mooi spektakel, maar ook een gelukte sprong maakt indruk. Arja: “Tijdens de wedstrijden die ik begeleid, zitten de springers, als ze de stok helemaal uitklimmen, op negen meter hoogte. Daarna volgt de afsprong, waarbij ze zo ver mogelijk proberen te komen.”

Voordat springers zover zijn, hebben ze al heel veel uurtjes ‘droog’ geoefend onder leiding van Arja en haar collega-trainers. “Er komt veel techniek bij kijken. Dat begint al bij het leren springen met stok, de aanloop, de afzet, het klimmen… Om die reden wordt er vijf keer per jaar licentiegesprongen bij de jeugd. Daarbij kijken we vooral naar de veiligheid. Springt hij of zij veilig genoeg? Luistert hij of zij goed naar de aanwijzingen? Gaat het klimmen goed? En kan hij of zij uitspringen naar de zijkant? Pas als dat ‘diploma’ binnen is, mag je naar de grote schans.”
 


Esther van Middendorp
Door
Esther van Middendorp

Als kind groeide Esther op op het Veluwse platteland. De geboorte van jonge dieren, uren zwerven door het bos, een onverwachts treffen met een wild zwijn of edelhert… het waren de ingrediënten van haar jeugd. Als redacteur bij Landleven vertaalt ze haar liefde voor de natuur naar verhalen over de meest uiteenlopende onderwerpen op dit gebied. Daarnaast ontwerpt, maakt en beschrijft ze veel van de doe-het-zelf-artikelen: van praktisch bordenrek tot nostalgische duwslee.