Hallo, hallo, wie stinkt daar zo?

Hallo, hallo, wie stinkt daar zo?

Je zult het straks misschien weer ruiken: die stank in het nazomerse bos. Die komt vast niet van het mannetje van de radio… Een dood dier misschien? Nee, het is de paddenstoel die niet voor niets stinkzwam heet. Maar waarom stinkt hij zo? Theo Schildkamp legt het uit.

Je mag het als natuurliefhebber vast niet zeggen, maar het is een vies ding, de stinkzwam. Hij stinkt niet alleen, maar ziet er ook onsmakelijk uit. Vandaar zijn wetenschappelijke naam: Phallus impudicus. Het tweede woord betekent ‘schaamteloos’, het eerste heeft geen vertaling nodig.

Duivelsei

Onze voorouders zagen de stinkzwam al helemaal niet zitten. Zij noemden de aardappelgrote bol waaruit de zwam zich verheft ‘duivelsei’. Dat verheffen gaat snel. In één nacht groeit de zwam uit tot wel vijftien centimeter, compleet met een verdikte top vol bruingroen slijm waarin de zaadjes zitten die bij paddenstoelen ‘sporen’ worden genoemd. Dit viezige goedje wordt na verloop van tijd dun en vloeibaar, waarna de stinkzwam zijn werk heeft gedaan en afsterft.

Vliegen doen het werk

Hoe worden dan de sporen verspreid? Naast andere insecten zorgen daar vooral vliegen voor. Vleesvliegen. Iedereen kent ze wel, die dikke blauwe of groene brommers, die glanzen alsof ze van metaal zijn en die zich tegoed doen aan alles wat wij weerzinwekkend vinden. Aas is favoriet en in dode dieren leggen ze ook hun eitjes, zodat de maden de tafel gedekt vinden. En daarom stinkt de stinkzwam. Alsof hij weet heeft van de culinaire voorliefde van vleesvliegen geeft hij het sporenslijm de stank van ontbindend vlees mee. De vliegen worden er onweerstaanbaar door aangetrokken, want daar lijkt hun favoriete kostje te liggen. Daar kunnen ze bovendien hun eitjes kwijt! Ze worden voor de gek gehouden, maar helemaal bedrogen komen ze niet uit. Het slijm is mierzoet en wordt met smaak verorberd. Tot grote tevredenheid van de stinkzwam. Met het slijm eten de vliegen immers ook de sporen op en die zullen het insectenlijf verlaten zoals ze erin gingen. In één enkel vleesvliegenpoepje zitten vaak miljoenen stinkzwamsporen! Daarmee is de voortplanting van de stinkzwam geregeld.


Angela Groenbos

Angela schrijft de tuinverhalen voor Landleven. Daardoor komt ze in de mooiste landelijke tuinen van Nederland. Overal neemt Angela wel ideeën mee die ze in haar eigen tuin wil toepassen. Dat is nog wel een project in ontwikkeling: rond haar woonboerderij verschijnen nu de eerste borders en ze is dit jaar enthousiast begonnen met een moestuin. Wat Angela nog mist aan kennis compenseert ze ruim met enthousiasme voor alles wat groeit en bloeit. Haar vingers zijn nog niet groen, maar zien wel regelmatig zwart van tuinaarde.