Brievenbussen in het buitengebied
In het buitengebied tref je vaak een buiten brievenbus aan die hoopvol staat te wachten op een mooie brief of een gezellig kaartje. Brievenbussen beschilderd met leuke tafereeltjes, de omgetoverde melkbus, de miniatuur van een Amerikaanse boerenschuur of een groene brievenbus met bovenop een John Deere.
Groene brievenbus
In de jaren zeventig en tachtig bepaalde de groene brievenbus het straatbeeld in de Nederlandse dorpen en op het platteland. Zodra een woning meer dan tien meter van de openbare weg af stond, ontving de bewoner een gratis buiten brievenbus van de PTT, met hardhouten paal om aan te bevestigen. Het uitdelen van de inmiddels iconische bus had te maken met efficiency, want de postbode moest sneller zijn werk kunnen doen.
Creatieve brievenbussen
“Aan die plastic groene brievenbussen zaten in het begin nog slotjes, maar dat werkte niet”, herinnert Wim Lichtenberg (65) zich. Hij bracht 33 jaar lang, in de gloriejaren van PTT Post, de brieven rond in Onstwedde en omstreken. “Na een tijdje bedachten mensen dat ze zelf ook een creatieve brievenbus konden maken. Je zag ze steeds meer. Een liggende melkbus bijvoorbeeld, met een ingeslepen gleuf erin.” Wim kwam van alles tegen. “Er was weleens een brievenbus op een verrotte poot, of eentje met een klep die niet open wilde. Of een steen erbovenop die ik er weer op moest leggen. De beste brievenbussen hebben geen gleuf maar een goede klep zodat je er veel in kwijt kunt. Met oud en nieuw haalden de mensen hun brievenbus binnen, anders waren er jongeren die ze met een rotje opbliezen.”
Brood
Wim kon de post niet altijd eenvoudig kwijt. “Er was een bakker die brood rondbracht, soms kon de post niet in de bus omdat er twee broden in gepropt waren. Dan moest ik de fiets aan de kant zetten en naar de voordeur lopen. Soms lag er ook een briefje dat ik pakjes in de schuur moest leggen. Een keer dacht ik: het wc-raampje staat open, ik gooi het daar wel door. Dat liep niet goed af. Ik heb het nooit weer gedaan.”
Advertorial
Korting op inloopdouche
Veilig en onbezorgd onder de douche stappen, dát is wat u wilt. Profiteer deze zomer van speciale Summersale-korting van €500 op uw gloednieuwe inloopdouche.
telefoonboeken probleem
Telefoonboeken zorgden voor een geheel eigen problematiek. “Brievenbussen in de voordeur waren niet groot genoeg voor de telefoonboeken. Ik zette ze tegen de deur, belde aan en ging naar het volgende adres. Als ik er weer langs kwam lette ik op of het er nog stond. Meestal waren ze al in huis gebracht.”
De brievenbus werkte evenmin voor waardevolle zaken. Wim legde als een van de laatste postbodes een eed van belofte af, want postbodes waren ook degene die enveloppen met de AOW rondbrachten. Daar was de eed voor. “We betaalden mensen eens per maand uit, reikten rechterlijke brieven uit en mochten vertrouwelijke informatie die tot ons kwam niet doorvertellen. Naar eer en geweten werken, met zwijgplicht over vertrouwelijke informatie. Horen, zien en zwijgen was het.” Kwam Wim met de enveloppe binnen om de AOW uit te betalen, dan moest er een kopje koffie gedronken worden. “Ik had ook een adres waar ik een biertje en een stukje worst kreeg. Voor het uitbetalen zelf kreeg je als postbode een gulden. Het was immers een vertrouwenskwestie. Er was ook een mevrouw in mijn route die ik bij haar thuis moest uitbetalen, waarna ze mij vijfhonderd gulden teruggaf. Dat geld moest ik meenemen en op haar spaarrekening bij de Postbank zetten.”
“Onder de brievenbusklep lag vaak een envelop met drie kwartjes. Dat was een brief die ik moest meenemen. Ik moest er een postzegel op plakken en hem versturen. Voor mij lag er dan een reep chocolade bij. Mensen vroegen mij ook wel of ik bij de opticien hun nieuwe bril wilde ophalen, die daar klaarlag. Dat deed ik dan.”
Oude stempel
Mensen kregen vroeger iedere dag post. Twee keer daags fietste Wim een ronde, zo’n vijftien à zestien kilometer per dag. “Twintig jaar lang had ik dezelfde ronde. Je had een morgenroute en een middagroute, met een uur pauze ertussen. De toezichthouder moest erop toezien dat het echt een uur was. Bij slecht weer zei hij weleens: ga maar snel op pad. En als het heet was liet hij ons korter pauzeren zodat we eerder naar huis konden gaan. We hadden een prima chef. Een man van de oude stempel die voor ons opkwam.”
Sociale functie
De postbode had een sociale functie. “We hadden vaste adressen voor een kopje koffie. Men schonk ook weleens een borreltje voor me in en als het twaalf uur was, zeiden ze: ‘we willen net gaan eten, eet maar een hapje mee’. Ik wist veel van de mensen op het platteland. Als ik nu in het dorp kom, noemen ze me nog postbode.”
Aan zijn tijd als postbode heeft hij goede herinneringen en veel verhalen overgehouden. “Ik was vrachtwagenchauffeur, maar toen ik ging trouwen wilde ik niet meer hele weken van huis zijn. De kans om postbode te worden greep ik met beide handen aan. Postbodes waren rijksambtenaar. Je had zekerheid, het was een baan voor het leven. Het was een geweldige tijd. Ik heb een zwembad vol regen op me gekregen en een pakhuis vol papier rondgebracht.”
Al is het vak van postbezorger veranderd en neemt de hoeveelheid post die in een brievenbus valt drastisch af, nog altijd heeft ieder huis in het buitengebied een brievenbus aan de weg staan. Geen gratis groene, maar vooral bussen met een ‘eigen’ gezicht. Zo heeft Wims vrouw zijn oude postfiets omgebouwd tot brievenbus en blijft aan de straatkant de herinnering bewaard.