Vogelverschrikker: held op stokken

Vogelverschrikker: held op stokken

Een vogelverschrikker is de bewaker van je land. Ze staan star en onbeweeglijk in het veld. Eenzaam en verlaten, maar toch sterk en moedig in hun missie om de gewassen te beschermen tegen de schade die vogels kunnen aanrichten. Vogelverschrikkers zijn nuttig, sieren het landschap en geven een lach op het gezicht: “Als je een vogelverschrikker ziet, word je toch altijd een beetje blij. Of je denkt: wat een raar ding. Er gebeurt in ieder geval iets met je!”

‘Zonde dat de vogelverschrikker verdwijnt’

Als documentair fotograaf reist Kees Muizelaar door heel Nederland. “Ik ben graag op het platteland, veel van mijn series hebben daarmee te maken. Je komt daar nog veel verrassingen tegen. Vanuit het niets zie je iets.”

Zo ook vier jaar geleden. “Toen zag ik een vogelverschrikker en dacht ik: wat een raar gezicht eigenlijk. In het landschap duiken ze ineens op. Vooral als er een beetje harde wind is, bewegen ze ook. Dat ‘gekkige’ spreekt mij als fotograaf aan. Ik kwam op het idee om ze te gaan verzamelen en ging mij er een beetje in verdiepen. In totaal heb ik er nu zo’n dertig gefotografeerd, kriskras door Nederland. Soms krijg ik een tip van mensen. Dan kijk ik vooraf op Google Streetview en rijd ik er speciaal naartoe. Dat was bijvoorbeeld zo met de vogelverschrikkers in Sint Maarten en Moddergat. Dat zijn hoeken waar ik normaal nooit kom, maar die wilde ik echt in de serie hebben. Veel heb ik er ook onderweg gespot. Ik heb al een paar keer gehad dat ik uit de verte dacht: ja, ik zie er eentje! Maar toen ik dichterbij kwam, was het gewoon een boer op het land. Het lijken echt mensfiguren. Ze zijn fascinerend, ook hoe ze zijn gemaakt. Daar zit best veel verschil in. De een is erg mooi, de ander wat kneuterig. De ene boer gebruikt een overall, de ander een hesje of iets wat hij thuis nog heeft liggen. Sommige vogelverschrikkers krijgen ieder seizoen een andere tenue aan. Iedereen doet het op zijn manier, dat is zo leuk. Ik kom de gekste dingen tegen. Mijn persoonlijke favoriet uit de fotoserie is de vogelverschrikker uit Sint Maarten. Die houdt zich vast aan het stuur van de fiets en daaronder zit een veer. Daardoor zweeft ie echt in de lucht.”

Kees kwam er onderweg achter dat de meningen nogal verschillen of de vogelverschrikker helpt of niet. “De een zweert erbij, maar er zijn ook mensen die vertelden dat sommige vogels er echt lak aan hebben en letterlijk op de vogelverschrikkers gaan zitten. Zo’n shot hoop ik ooit nog eens te maken. Ik blijf ze verzamelen, wellicht komt er ooit een boek uit.” Het valt nog niet mee om vogelverschrikkers te vinden. “Vroeger werden ze veel meer gebruikt, ze sterven een beetje uit. Ik vind het zonde dat de echte vogelverschrikker uit het landschap verdwijnt. Het heeft toch iets traditioneels en nostalgisch, van het vroegere boerenland.”

De favoriet van de fotograaf is deze vogelverschrikker uit Sint Maarten. Die houdt zich vast aan het stuur van de fiets en daaronder zit een veer. Daardoor zweeft ie echt in de lucht.
De favoriet van de fotograaf is deze vogelverschrikker uit Sint Maarten. Die houdt zich vast aan het stuur van de fiets en daaronder zit een veer. Daardoor zweeft ie echt in de lucht.

De favoriet van de fotograaf is deze vogelverschrikker uit Sint Maarten. Die houdt zich vast aan het stuur van de fiets en daaronder zit een veer. Daardoor zweeft ie echt in de lucht.
Vogelverschrikker in Staphorst

‘Ze stelen onze harten’

Een van de vogelverschrikkers die Kees voor de lens kreeg, staat op erve ‘Boerhoes’ van Antje Kingma in Dalfsen. Antje vertelt: “Ik woon zelf op de boerderij en dan kijk je, wat heb ik liggen om een vogelverschrikker te maken? Soms is dat heel simpel. Een stok met een lamp is eigenlijk al een mens. Dat zet je op het land, vaak een beetje strategisch in het midden, en dat moet het dan doen. Het zijn zulke eenzame objecten in het land. Ze zijn altijd een beetje vergaan en ze waaien vaak. Ze stelen een beetje onze harten en helpen ons eigenlijk. Ik vind dat mooi.”

Antje organiseerde in 2008 en 2009, samen met kaasboerderij De Heileuver, een vogelverschrikkerswedstrijd tijdens een kunst- en cultuurweekend. “Mensen konden zelf een vogelverschrikker maken en bij ons tentoonstellen. Er werden de meest waanzinnige dingen gemaakt. Na afloop bleven er hier 35 staan. Ik heb gelukkig een groot erf, dus kon ik ze her en der neerzetten. Ze hebben er jarenlang in weer en wind gestaan. De meeste zijn inmiddels vergaan, dat is ook de charme van de vogelverschrikker. In totaal zijn er nog drie over, de robuuste types.” Eentje is gemaakt van een oude boomstam, een andere van hout. In de moestuin staat er nog eentje van ijzerdraad. “Als je een vogelverschrikker ziet, word je toch altijd een beetje blij. Of je denkt: wat een raar ding. Er gebeurt in ieder geval iets met je!”

‘Perfect tegen de grauwe gans’

Jilles Boer (66) is akkerbouwer te Bant. “Toen ik achttien was ging ik thuis in het bedrijf. Ik teel pootaardappels, zaaiuien, suikerbieten en graan en bewerk ongeveer zestig hectare.” Tijdens zijn werk maakt hij regelmatig vlogs voor zijn eigen YouTube-kanaal om collega-boeren en burgers te vertellen over zijn vak. In een van die vlogs bindt hij de strijd aan met ‘die rotganzen’.

Daarvoor schakelt hij de hulp in van vogelverschrikkers. “Die gebruik ik al mijn hele leven. Gewoon van die ouderwetse vogelverschrikkers, heel simpel. Ik heb ze er neergezet tegen de grauwe ganzen. Daarvoor werken ze perfect. Grauwe ganzen is namelijk schuw. Zet er een pop neer en ze blijven echt weg. Tenminste, hier in de Noordoostpolder. Ze komen bij ons nog niet veel voor, maar in de avond hoor je ze overvliegen. Afgelopen augustus hadden we storm en ging alle tarwe plat. Als je dan ganzen op de tarwe krijgt, is het een verloren zaak. Dan vreten ze die korrels op, trekken ze alles uit elkaar en schijten ze erop. Het zijn natuurlijk prachtige beesten en voor burgers hartstikke mooi, maar voor veehouders en graanboeren kunnen ze tot gigantische schadeposten leiden. Laat ze maar in Amsterdam in het park gaan vreten!” Afgelopen herfst had Jilles overlast van spreeuwen. “Die verzamelen zich voordat ze naar het zuiden trekken en kunnen in een dag tijd de helft van je gezaaide tarwe plunderen. Helaas geven spreeuwen helemaal niks om vogelverschrikkers…”

‘Gunstig stemmen voor goede oogst’

Vogelverschrikkers zijn de iconische symbolen van de eeuwenoude strijd tussen mens en natuur. “Sinds mensenheugenis zijn mensen al bezig met het telen van granen en groente op het land en sinds die tijd is daar de vogel die zaden eet, of in de kersen zit te plukken. Er zijn beschrijvingen en afbeelding van vogelverschrikkers in het oude Egypte, bij de Romeinen en uit de middeleeuwen”, weet Antje Kingma. De oude Grieken zetten bijvoorbeeld houten figuren van Priapus, de god van de vruchtbaarheid, op hun landbouwgrond. Er zijn bewijzen dat de Vikingen figuren van de god Odin en zijn twee raven neerzetten. Antje: “De theorie is dat vogelverschrikkers werden gebruikt om geesten gunstig te stemmen en boze geesten weg te houden, zodat boeren een goede oogst zouden hebben.” Maar voor wie niets heeft met andermans geloof is er een meer rationele verklaring.

De vogelverschrikker, zoals wij die nu kennen, ziet eruit als een mens. Dat werd in de middeleeuwen in Groot-Brittannië bedacht. Eerst liet men kinderen de vogels op het land wegjagen. Zij renden over de velden en maakten lawaai. Sommige historici denken dat er na de verspreiding van de pest te weinig kinderen over waren die de boeren konden helpen als levende vogelverschrikkers. De oplossing was dat volwassenen zelf de wacht hielden, maar bij grotere landbouwgronden was dit niet praktisch. Zo ontstond het gebruik van de vogelverschrikker.

‘Moestuin en vogelverschrikker horen bij elkaar’

Esther Molenaar heeft een moes- en pluktuin in Drentse Hollandscheveld. “Ik startte in 2022 met een moestuin van tien bij dertien meter, het jaar erop breidde ik uit naar 22,5 bij 28,5 meter. Ik vind het hartstikke leuk en ben er zo’n acht uur per week mee bezig. Ik heb bloemen, doperwten, sperziebonen in drie kleuren, boerenkool, spruitjes, andijvie, wortels, snijbiet, gewone bietjes, bruine bonen, kidneybonen, tomaten, kalebassen, pompoenen, paprika, komkommer en courgette. Volgend seizoen wil ik graag meer dahlia’s en eenjarige bloemen plaatsen.”

Toen Esther wist dat ze een moestuin kreeg, wilde ze een vogelverschrikker en sloeg ze aan het knutselen. ”Voor mijn gevoel horen een moestuin en een vogelverschrikker gewoon bij elkaar. Mijn vogelverschrikker bestaat uit twee latjes, het hoofd maakte ik van twee hanging basket mandjes. De haren met vlechtjes maakte ik van strotouw. Ik vond dat er ook een tuinbroek bij hoorde, dus ging ik naar de kringloop en daar kocht ik er eentje voor een paar euro. Het eerste jaar had ze nog een licht pakje aan, maar dat verbleekte door de zon en vond ik lelijk worden. Dus ging in het tweede jaar terug naar de kringloop voor een nieuwe tuinbroek. Nu draagt ze een donkere.” Esther noemt haar vogelverschrikker Tanja, met een knipoog naar iemand die ze kende. “De vogels zijn trouwens helemaal niet bang voor Tanja. Dat vind ik niet zo erg. Ze staat hier meer voor de sier, tegen een landhek aan. In de moestuin heb ik wat gezellige hoekjes gemaakt. Zo staan er rond Tanja wat plantjes en zinken teiltjes. Daar kan ik echt van genieten als ik in het weekend aan de picknicktafel een kopje thee drink.”


Angela Groenbos
Door
Angela Groenbos

Angela schrijft de tuinverhalen voor Landleven. Daardoor komt ze in de mooiste landelijke tuinen van Nederland. Overal neemt Angela wel ideeën mee die ze in haar eigen tuin wil toepassen. Dat is nog wel een project in ontwikkeling: rond haar woonboerderij verschijnen nu de eerste borders en ze is dit jaar enthousiast begonnen met een moestuin. Wat Angela nog mist aan kennis compenseert ze ruim met enthousiasme voor alles wat groeit en bloeit. Haar vingers zijn nog niet groen, maar zien wel regelmatig zwart van tuinaarde.