Plezier van het muildier
Ze kosten de helft van een paard, eten de helft, gaan vijftig jaar mee en zijn onvermoeibaar. Maar muildieren laten zich niet dwingen. Bernad en Jolanda te Hennepe leerden een naamloos muildier kennen tijdens een bedevaart in Spanje. Ze waren meteen verkocht. Sinds dat moment nemen muildieren een speciaal plekje in bij het Achterhoekse stel.
Bernad en Jolanda spannen hun muildieren aan met een origineel Spaans tuig, compleet met hamen en belletjes.
Op een bedevaart naar El Rocío leerden ze het muildier kennen. Bernad en Jolanda te Hennepe hadden al vaker de tocht van Sevilla naar het witte dorpje in het westen van Andalusië afgelegd, lopend onder de brandende zon of op rubber laarzen door de regen, maar drie jaar geleden kregen ze de kans om het met ‘paard’ en wagen te doen. “We hebben vier dagen met Pedro het muildier opgetrokken en dan krijg je wel respect… Pedro, zo hebben we hem genoemd, want in Spanje heeft elk paard een naam en een stal, maar elk muildier heet ‘mulo’ en loopt in een corral samen met andere. Met een muildier gaan ze anders om, zeker niet slecht, maar anders dan met een paard. Het is een gebruiksvoorwerp en daar hecht je je als Spanjaard anders aan dan aan een paard waar je op rijdt.” Maar de Te Hennepe’s zijn geen Spanjaarden en vielen op slag voor het unieke karakter en doorzettingsvermogen van hun reisgezel.
Aan het meedoen van het stel nuchtere Achterhoekers in een Spaanse processie ter ere van de Heilige Maagd, waarbij de sherry rijkelijk vloeit en een onophoudelijk gezang klinkt, ging al wel een geschiedenis vooraf. Vijfentwintig jaar houden ze zich namelijk al bezig met Spaanse paarden, de Pura Raza Espagnola, oftewel Andalusiërs in de volksmond. Hij zet ze voor de wagen, zij berijdt de vurige hengsten. Na hun tocht naar El Rocío stonden ze met hun hobby op een kantelpunt. “Van een van de dieren van ons span moesten we afscheid nemen en ik had geen zin om er een bij te kopen. Ik dacht, we gaan muildieren kopen, gewoon een keer wat anders.”
Het nut zien
“Een muildier kun je zien als een paard met grote oren en een spitse kont. Als ze voor je willen werken, dan doen ze het ook echt. Het grote verschil is dat een paard vlucht voor gevaar en een muildier niet. Een muildier gaat het conflict aan. We hadden laatst een enorme hagelbui en dan staan de paarden met het hoofd omlaag en hun kont in de wind, terwijl de muildieren met hun kop in lucht staan te kijken: waar komt dat vandaan en wat gebeurt daar? Als hij een trekker tegemoet komt, dan loopt een muildier er eerder tegenaan dan opzij te gaan. Ze zijn zelfstandiger. Je kunt een muildier alleen maar beleren zoals je een paard hoort te beleren. Een muildier breken lukt nooit, bij een paard lukt dat helaas wel.”
Alleen met geduld, liefde en respect krijgt een mens iets van het muildier gedaan. Ruw gedrag accepteert het niet: “Als ze slaan, dan slaan ze honderd procent raak, ze missen nooit. Je kunt een muildier niet dwingen, je moet het overtuigen dat het nut heeft. Longeren is bijvoorbeeld in het begin moeilijk, want het dier ziet het nut er niet van in om domme rondjes te lopen. Je moet het leuk maken door te belonen. Je gaat het ook niet in je eentje redden om een muildier dit te leren, want je komt twee armen tekort”, leerde Bernad uit ervaring. “Maar wat een muildier vandaag goed doet, doet het morgen ook goed. Zolang ze het nut ervan inzien. Dan zijn ze heel gehoorzaam.”
Jolanda heeft haar eerste schreden gezet om ze onder het zadel te rijden. “Ze snappen wat je bedoelt, maar het moet wel duidelijk zijn. Net als bij ieder groen paard zorgen we dat ze eerst op stemcommando gaan en nu komt langzaam het reageren op de beenhulp. Ze zien er het nut nog niet van in om in een buitenbak te rijden. Wat ze al wel leuk vinden zijn buitenritjes, lekker relaxed.” Stap, draf, galop: een muildier is niet sloom. “We hebben er een gehad die negen kilometer per uur stapte, zonder overijld te zijn. Overwegend kun je zeggen dat het tempo gelijk of iets hoger ligt dan van paarden.”
Acht op een rij
“Als je ze in het span zet heb je altijd temperamentverschil en ik wil niet dat de vlottere ook reageert als je de slome wat aandrijft. Maar het zou zonder ook kunnen”
Bernad verhaalt over Spanjaarden die acht muildieren in een rij voor de kar zetten en ze met één touwtje de moeilijkste bochten laten maken. De filmpjes (‘mulos a la larga’) zijn te zien op YouTube. Het is bijzonder kunstig, maar hoe nuttig kan een muildier dat vinden? “Muildieren vinden het leuk dat je met ze bezig bent. Ze zijn heel mensgericht, meer dan een paard, en socialer naar hun soortgenoten.”
Dat muildieren in Spanje niet zelden een zware vracht voortzeulen is volgens Bernad niet zielig te noemen. “Een muildier is véél sterker dan een paard, ze kunnen het dubbele trekken en het dubbele dragen. In Spanje is de richtlijn dat een muildier een kilo per centimeter schofthoogte kan dragen. Als je in Nederland iemand van 160 kilo op een paard van 1,60 meter zet komt de politie er bij. Natuurlijk zegt dat ook iets over de normen in Spanje, maar feit is dat een muildier veel sterker is. En als een muildier niet wil, wil het niet. De bedevaart naar El Rocío gaat door het stuifzand in de duinen. Een muildier loopt er een uur doorheen en gaat dan uit zichzelf staan, en je krijgt hem met geen donder of geweld aan de gang. Na drie minuten pauze gaat het uit zichzelf weer verder.”
In plaats van een camper
De vroegere rol van het muildier als last- en pakdier is langzamerhand uitgespeeld. In de recreatie kan het een mooie toekomst tegemoet gaan, denkt Bernad. “In Duitsland zie je mensen die er onder het zadel trektochten mee maken door de natuur. Ook in Amerika krijgt een muildier de voorkeur om mee te trekken. Vijftig kilometer per dag vinden ze geen probleem, ze komen zonder een druppeltje zweet aan.”
Ze zijn ook geschikt voor vakantie in eigen land, in plaats van een camper: “Zet ze als span voor de huifwagen. Ze zijn sober qua voeding, dus je neemt een paar prikpaaltjes mee om ze in de berm langs de weg te zetten en klaar, ze redden zich.” Ook thuis zijn muildieren gemakkelijk te houden. “Ze hebben de helft nodig van een paard. Bij ons krijgen ze ’s avonds hooi en twee keer per dag een heel brood, een beetje pulp, een beetje zemelen en een mineralenmix. Geen brok.”
Zo sober als een muildier in voeding is, zo goedkoop zijn ze in aanschaf. “Een muildier kost de helft van wat een paard tegenwoordig kost.” Nu zijn paarden op dit moment wel bijzonder duur. “Het ligt eraan wat je wilt; als je een muildier van 1,70 meter hoogte en duizend kilo wil kopen, die zijn duur, want die trekken de hele wereld. Maar als je een beetje rijpaardachtig dier van 1,60-1,65 meter zoekt, dan kun je voor zesduizend euro een mooi muildier kopen.” Het is een investering voor het leven. “Als je dertig bent, hoef je maar één keer in je leven een muildier uit te zoeken, want ze halen de vijftig jaar. Je kunt dus rustig een muildier van vijftien of achttien jaar kopen. Belangrijker is hoeveel eerdere bezitters ze hebben gehad. Liever een achttienjarige die altijd dezelfde eigenaar heeft gehad, dan een zesjarige die al vijf verschillende eigenaren heeft versleten. Het zegt niet alles, maar regelmaat is belangrijk voor de ontwikkeling van een dier.”
En nog iets om rekening mee te houden: net als een paard kan een muildier niet zonder fysiek contact met soortgenoten. Er is altijd een maatje nodig. De muildieren van Te Hennepe zijn een kruising tussen een Andalusische ezelhengst en een Andalusisch paard. Ze komen uit een bloedserieuze fokkerij, waar de Spaanse staat een vinger bij in de pap heeft. “Daarom heb je ook bijna geen muilezels en alleen maar muildieren. Een muilezel is niks. Qua karakter lastig. De verklaring hiervoor is, afgezien van het verschil in genetica, dat een veulen leert van de moeder. Een muildierveulen leert te luisteren van een paardenmerrie, een muilezelveulen krijgt van een ezelmerrie geen fatsoen bijgebracht.” “In Spanje hoor je dat iemand die met muildieren voor het rijtuig rijdt, nooit meer terug gaat naar paarden. Of dat klopt? Als je er langer dan een jaar mee rijdt, dan wel, ja”, kan Bernad inmiddels volmondig bevestigen.
Angela schrijft de tuinverhalen voor Landleven. Daardoor komt ze in de mooiste landelijke tuinen van Nederland. Overal neemt Angela wel ideeën mee die ze in haar eigen tuin wil toepassen. Dat is nog wel een project in ontwikkeling: rond haar woonboerderij verschijnen nu de eerste borders en ze is dit jaar enthousiast begonnen met een moestuin. Wat Angela nog mist aan kennis compenseert ze ruim met enthousiasme voor alles wat groeit en bloeit. Haar vingers zijn nog niet groen, maar zien wel regelmatig zwart van tuinaarde.