Jan in de zak

Jan in de zak

In dit ouderwetse recept wordt het brood niet gebakken in de oven, maar langzaam gaar gekookt in een pan water. Hierdoor krijgt het brood geen korst. Laat je niet bedriegen door zijn uiterlijk: jan-in-de-zak is verrassend smakelijk!
Bereidingstijd: 3,5 uur

Dit heb je nodig:

  • 250 g boekweitmeel
  • 250 g bloem
  • 7 g droge gist
  • 10 g zout
  • 2 eieren, losgeklopt
  • 400 ml lauwe melk
  • 150 g rozijnen
  • 50 g suiker
  • 500 g keukenstroop
  • 125 g boter
  • 50 ml water

Zo ga je te werk:

  1. Breng een grote pan met water aan de kook en leg op de bodem een omgekeerd bord.
  2. Meng in een kom het boekweitmeel, de bloem, de gist en het zout door elkaar.
  3. Voeg al roerend de losgeklopte eieren en de melk toe tot een klontvrij deeg.
  4. Roer er tot slot de rozijnen en de suiker door.
  5. Schep het beslag in de punt van een kussensloop of in het midden van een theedoek (beide uitgekookt en uitgewrongen of heel heet gewassen en nat gemaakt met kokend water).
  6. In het geval van een theedoek: knoop de doek met de vier punten aan elkaar. Zorg er wel voor dat er genoeg ruimte om het deeg over is: het deeg zal in de pan nog ongeveer verdubbelen in volume.
  7. Kook de jan-in-de-zak zo’n drie uur in de pan met water, dat je net tegen de kook aanhoudt. Probeer de zak regelmatig te keren.
  8. Het brood is gaar wanneer een satéprikker er droog uitkomt.
  9. Maak ondertussen de stroopsaus.
  10. Verwarm de stroop, de boter en het water in een pannetje en roer tot een homogeen geheel.
  11. Haal de jan-in-de-zak uit de pan en laat hem even uitlekken.
  12. Neem het brood uit de theedoek (schenk overtollig water weg) en snijd hem in stukken of plakken.
  13. Serveer warm met de stroopsaus.

Tip: De volgende dag zijn de plakken jan-in-de-zak ook nog erg lekker; bak ze dan even op in een koekenpan (net als wentelteefjes).


Klaske Bakker

Klaske werkt al vele jaren met plezier voor het tijdschrift Landleven. Als culinair redacteur schrijft ze verhalen en ontwikkelt ze recepten. Ze kookt, proeft, kookt nog eens en schrijft de recepten daarna zo smakelijk (en nauwkeurig!) mogelijk op. De ingrediënten komen altijd uit het seizoen, het liefst uit haar eigen moestuin. Inmaken, jam en sap koken en wecken zijn haar passie. Ze is tevens moeder van drie kinderen.