Walnoot-karameltaartje

Walnoot-karameltaartje

Heerlijk na een lange winterse wandeling met een kop warme koffie, bij het vuur natuurlijk!

Dit heb je nodig:

           Voor het deeg

  • 350 g bloem
  • 150 g suiker
  • 250 g boter, koud
  • 1 ei
    Voor de vulling
  • 175 g suiker
  • 200 g walnoten, grof gehakt
  • 250 ml slagroom, ongeklopt
  • 2 el honing
  • 8 walnoothelften, ter garnering

Zo ga je te werk:

  1. Meng de bloem en de suiker en snijd er met twee messen de boter door. Voeg het ei toe en kneed snel tot een samenhangend deeg. Doe in een schaaltje, dek af en laat een half uur in de koelkast rusten.
  2. Doe de suiker voor de vulling in een pannetje met dikke bodem en zet op een laag vuur. Roer niet! Laat geduldig karamelliseren.
  3. Is het mooi lichtbruin geworden? Voeg dan de noten toe en laat nog even op laag vuur staan. Haal van het vuur. Roer er de slagroom door. Zet terug op het vuur en roer tot de karamel is opgelost en er een mooie saus is ontstaan; laat nog even zachtjes doorkoken. Haal de pan van het vuur en roer er de honing door. Laat tien minuten afkoelen.
  4. Maak ondertussen de bodem en het deksel van de taart. Verdeel het deeg in twee stukken, het ene stuk ietsje groter dan het andere. Rol het grotere deel op een met bloem bestoven aanrecht uit tot het zo groot is dat u er een vorm (circa 24 centimeter) mee kunt bekleden.
  5. Bekleed de ingevette vorm met het uitgerolde deeg. Rol daarna het deeg voor het deksel uit. Schep de karamelvulling in de taartbodem en bedek met het tweede stuk deeg. Duw de randen goed aan met een vork.
  6. Versier de taart met de walnoothelften en bak de taart ongeveer veertig minuten in een voorverwarmde oven op 180 graden tot hij licht goudbruin ziet. Laat de taart helemaal afkoelen voor u hem serveert.