Rabarberkruimeltaart
De frisroze tot dieprode stelen van de rabarber zijn dé voorjaarsbelofte in elke plattelandstuin. De thuisbakker weet de stelen, verscholen onder hun grote bladeren, te vinden om te verwerken in de keuken.
Aantal personen: 10
Bereidingsijd: 95 min.
Dit heb je nodig
- 230 g bloem
- ½ tl bakpoeder
- 100 g suiker
- ½ tl zout
- 150 g boter, koud en in blokjes gesneden
- 1 eigeel
Vulling:
- 300 g rabarber, in stukjes van 1 cm gesneden
- 1 el maizena
- 1 el verse tijm, alleen de blaadjes
- 3 el honing
Zo ga je te werk
- Verwarm de oven voor op 190 graden. Bekleed een bakvorm (11 bij 30 centimeter of een springvorm met een diameter van 22 of 23 centimeter) met bakpapier.
- Meng de bloem met het bakpoeder, de suiker en het zout in een kom. Voeg de boterblokjes toe. Meng met je vingertoppen tot het geheel lijkt op grove broodkruimels.
- Voeg het eigeel toe en roer erdoor.
- Stort het deeg op het werkblad en kneed tot het samenkomt (werk met geduld, het gaat echt lukken!).
- Verdeel het deeg in tweeën en vorm er twee schijven van.
- Verpak deze in huishoudfolie en laat minimaal een half uur in de koelkast rusten.
- Leg één deel van het deeg in de bakvorm (rol het eventueel eerst wat dunner met een deegroller). Druk het deeg goed in de bakvorm aan om een bodem te vormen. Bak de bodem ongeveer tien minuten in de voorverwarmde oven en laat wat afkoelen.
- Meng alle ingrediënten voor de vulling goed door elkaar.
- Verdeel de vulling over de taartbodem.
- Pak nu het tweede deel van het deeg en verkruimel dit over de taart. Zet het geheel weer in de oven en bak tot de taart mooi goudbruin is; dat duurt ongeveer een half uur.
- Laat de taart een kwartier rusten in de vorm voordat je hem eruit haalt.
- Serveer de taart met vanille-ijs, lobbig geklopte slagroom of (zelfgemaakte) crème fraîche. Wat extra blaadjes verse tijm en een straaltje honing vlak voor het serveren maken de taart extra mooi.
