Mooie haag planten in 5 stappen

Hagen geven privacy, structuur, beschutting en nestgelegenheid. Alle reden dus om ze volop op het erf aan te planten. Maar waar begin je en hoe zorg je dat de gewenste haag gezond en mooi dicht groeit? In 5 stappen helpt Landleven je op weg naar de perfecte groene erfafscheiding.

Stap 1 – Welke heester?

Wie aan hagen denkt, komt al snel uit bij buxus, beuk of conifeer. Maar er zijn veel meer heesters die zich prima als haag laten aanplanten. Om bij de juiste haag uit te komen, moet je jezelf een paar vragen stellen.

1. Hoe hoog wil je dat de haag wordt? Portugese laurier of klimop groeien snel en worden hoog. Buxusvervanger Ilex crenata is juist een langzame groeier die lager blijft.
2. Moet de haag ondoordringbaar zijn voor buitenstaanders of vee, kies dan een haag met doorns, zoals bijvoorbeeld meidoorn.
3. Mag het blad eraf of heb je liever een wintergroene haag die ook in de koudste maanden structuur, privacy en beschutting biedt. Dan heb je ook nog bloeiende haagstruiken, die in de winter vaak hun blad verliezen, maar  bloeien in lente of zomer, bv forsythia. Rododendron is een struik die prima als – niet te strakke – bladhoudende haag kan worden geplant, en bloeit.
4. Wat voor grondsoort heb je? Droog of vochtig? Zand of klei? Om het dierenleven rond je erf zoveel mogelijk te stimuleren kies je voor een inheemse of streekeigen haag.

Stap 2 – Welke plant kies ik?

Haagplanten zijn verkrijgbaar als containerplanten. Ze zitten dan in een pot en worden net zo aangeplant als andere tuinplanten en struiken.

Maar hagen kunnen ook goedkoper, als je de struiken ‘op kale wortel’ of als ‘plantgoed’ koopt. Er zit dan geen pot met grond rond de wortels. Ze zijn makkelijk te vervoeren en goedkoper dan planten met pot. Aan de andere kant zijn ze kwetsbaarder, kunnen ze alleen gekocht worden tussen november en april en moeten ze na aankoop direct in de grond worden gezet.

De meeste haagstruiken worden in verschillende hoogtes aangeboden. De laagste planten zijn het goedkoopst en bij snelle groeiers als beukenhaag (30-60 centimeter per jaar) heb je met plantgoed van 90 centimeter na twee jaar al een haag van anderhalve meter. Bij trage groeiers als taxus kan het lonen om groter plantgoed te kopen als je snel een dichte, hoge haag wilt.

Stap 3 – Wanneer planten?

De herfst is de beste tijd om aan te planten. De planten lopen minder risico op verdrogen en door de warmte van de grond wortelen ze snel. Haagplanten op kale wortel zijn uitsluitend verkrijgbaar in de periode dat de struiken in rust zijn: tussen eind oktober en half april. Planten kan alleen bij vorstvrij weer. Hoe eerder in het jaar ze geplant worden, hoe groter de kans dat ze goed aanslaan. Vooral voor hagen die in het voorjaar geplant zijn, geldt dat ze in het eerste jaar flink water moeten krijgen.
Containergoed kan op een beschutte, schaduwrijke plaats best een paar dagen wachten om aangeplant te worden. Plantgoed op kale wortel moet zo snel mogelijk de grond in. Bescherm tot die tijd de wortels tegen zon en wind.

Stap 4 – Hoe ga je te werk met het planten?

1. Zet de struiken voor het planten bij voorkeur een paar uur in water. Alleen bij beuk doe je dit niet, beuken hebben op hun wortels bacteriën die ze nodig hebben om aan te slaan. Bij droge grond kun je flink water in de geul laten lopen. Wacht wel tot dit weer is weggezakt voor je de haag plant.
2. Voor een volle haag waar je niet door kunt kijken zet je de struiken twee rijen dik, in verband aangeplant. Een smalle haag heeft een enkele rij struiken. Maak een gleuf in de grond die zo diep is als de lengte van de wortels plus 10 tot 20 centimeter.
3. Verbeter de grond naar behoefte met scherp zand of compost, maar geef geen mest in het plantgat. Een beukenhaag heeft wel baat bij wat beukenblad in de plantgeul.
4. Trek een touw, zodat de plantgeul recht is en je de planten ook in een rechte lijn kunt zetten. Leg de struiken plat langs de plantgeul, zodat de verdeling klopt. Zet de struiken daarna (liefst met hulp) rechtop in het plantgat, op de hoogte waarop ze bij de kweker ook stonden. Zet ze nooit te diep: iets te hoog staan overleven de struiken eerder dan te diep geplant worden. Spreid de wortels goed uit.
5. Vul het plantgat, druk de grond stevig aan en geef na het planten veel water: zo’n 5 liter per plant voor kleine planten, ongeveer 10 liter per plant voor haagplanten hoger dan 1 meter.

Stap 5 – Verzorging na het planten

De haag heeft direct na het planten nog geen behoefte aan mest. Wat wel direct mag is snoeien: een haag die getopt is, groeit sneller dicht. Een paar weken na de aanplant snoei je ook de zijkanten bij. Dat leidt tot meer vertakking en een dichtere haag. Wees met conifeer extra voorzichtig: een te diep gesnoeide conifeer groeit niet meer goed uit.

Geef voldoende water. In de late lente en de zomer, als het buiten erg warm en overwegend droog is, kan de haag wel 15 liter water per meter gebruiken, één tot twee keer per week. Als de grond erg nat is, kunnen de planten met minder water toe.

Houd de eerste tijd een strook van minstens 80 centimeter onkruidvrij, 40 centimeter aan iedere kant van de nieuwe haag.

Stap 6 – Verzorging volwassen haag

Na een jaar is de eerste echte snoeibeurt. Langzame groeiers hebben genoeg aan één snoeibeurt per jaar, de snellere snoei je minimaal twee maal per jaar. Werk bij het snoeien met een scherpe snoeischaar die je na ieder gebruik schoonmaakt en invet. Kies voor de snoei een bewolkte, eventueel regenachtige dag.
De meeste hagen redden zich prima zonder veel verdere verzorging. Water bij langdurige droogte en een mestgift in het voorjaar zijn genoeg.