Kippenvoer als bodembedekker
Als je moestuin leger en leger raakt is het tijd voor een groenbemester. Sjef van der Loo gebruikt liever niet een grote zak groenbemester want die gebruikt hij nooit op. Hij bezoekt liever het diervoedervak voor zijn bodembedekker.
Vroeger werd de grond in de herfst zo veel mogelijk vrij gemaakt. Zo kon het de hele winter klaar liggen. Tegenwoordig pakken de meeste moestuiniers het anders aan. Grond hoort bedekt te zijn. Bij een kale grond raak je veel voedingstoffen kwijt en bij droog winderig weer waait de grond weg.
De meeste tuiniers willen geen onkruid of een bos op hun land. Bedek daarom je grond op jouw voorwaarden. Sjef bedekt zijn grond het liefst met planten: groenbemesters. Door planten te zaaien en die later onder te werken, wordt de bodem niet alleen beschermd, maar ook verbeterd. Het percentage organische stof en het stikstofgehalte gaan omhoog. Hier kun je speciale groenbemesters voor komen, zoals winterrogge. Dat is alleen lastig te vinden op moestuin formaat. En een zak jarenlang bewaren is af te raden, want dan verliest het zaad zijn kiemkracht. Daarom gaat Sjef eind september naar het tuincentrum. In het diervoedervak is zijn oplossing te vinden. Een zak gemengd graan met gebroken mais. Dit is kippenvoer maar werkt ook prima als groenbemester. Er zit zaad in van tarwe, gerst en haver. Sjef zaait vanaf begin oktober op de lege plekken in zijn tuin. Het gewas komt dan in de winter tot ongeveer 10 tot 15 centimeter hoog. Het houdt de grond de hele winter bedekt en in het voorjaar spit Sjef het onder. Wel even werk, maar dat heb je ook zonder groenbemester.
