Tuintips voor mei

Tuintips voor mei

Het is mei. Halverwege deze maand hebben we de IJsheiligen, waarna het risico op vorst zo goed als verdwenen is. Dan pas kun je warmteminnende planten buiten in potten of in de vollegrond plaatsen. Ook kun je nu stekken nemen en heggen snoeien. Hier vind je nog meer ideeën voor tuinklusjes. Veel plezier!

Algemene tuinklusjes

  • Maai het gras 1 tot 2 keer per week voor een mooi resultaat en een goede groei.
  • Terrassen en paden onkruidvrij maken en (her)aanleggen.
  • Het filter van uw vijver reinigen.
  • Veeg wekelijks je verharde tuinpad met een harde bezem. Dat beperkt de groei van onkruid tussen de stenen.
  • Bewaar altijd de tekening met het verloop van de kabels in de tuin. Zo voorkom je eventuele beschadiging van de kabels in de toekomst.
  • Gebruik niet te veel verlichting in uw tuin. Hoe meer licht, hoe minder sfeer.
  • Leg de kabel onder je tuinpad in een pijp. Mocht je in de toekomst bij de kabel willen, dan kun je deze gemakkelijk uit de pijp trekken, zonder dat je je bestrating hoeft te verwijderen.

Als het risico op vorst verdwenen is dan kun je:

  • Kruiden planten
  • Hagen snoeien (op een bewolkte dag)
  • Tweejarigen zaaien
  • Ongedierte bestrijden
  • Vorstgevoelige vaste planten, knollen en eenjarigen als dahlia, petunia en geranium (pelargonium) buiten plaatsen.

Moestuin

  • De tweede helft van mei kun je gevoelige planten als tomaat, courgette, pompoen, paprika, peper en komkommer buiten uitplanten (als het zacht weer is).
  • Je kunt vruchtgroentes dan ook in de vollegrond zaaien.
  • Oogst de eerste sla, radijs en kruiden.
  • Boerenkool, suikermais, peultjes en koolraap zaaien, witlofpennen planten.
  • Zaailingen verspenen en in grotere potten planten.

Planten

  • Ga het onkruid wieden.
  • Om onkruid tegen te gaan kunt u turf of schors strooien.
  • Eenjarig pootgoed nu planten.
  • Waar nodig kun je vaste planten aanbinden.
  • Snoei uw buxus en gebruik het snoeisel als stekken.
  • De fuchsia laat zich heel makkelijk stekken. Stekken die je in maart of april uitplant, kunnen nog hetzelfde jaar bloeien.
  • Aardbeien hoef je niet per se in de tuin te planten. Een bloempot of hanging basket is ook zeer geschikt. Bovendien blijven de vruchten dan schoon.
  • Metsel muurtjes met kalkspecie. Dan krijg je een biotoop voor planten die kalk prefereren.
  • Neem stekken van vaste planten als phlox en Zeeuws knoopje.
  • Maak brandnetelgier van jonge brandnetels, die vol stikstof zitten.

Bloemenweide

  • Goede plekken om zaad voor je eigen bloemenwei te verzamelen zijn uiterwaarden, oude bouwplaatsen waar al een tijd niets gebeurt, verlaten industrieterreinen, bermen langs wegen en langs het spoor.
  • Oogst bij droog weer om rotting te voorkomen. Ga ook niet te vroeg of te laat op pad: dan zijn de planten vochtig van dauw.
  • Verzamel voor je eigen bloemenweide alleen zaad van planten in uw eigen omgeving. Deze planten hebben al bewezen dat ze er goed gedijen. Ook trek je zo meer dieren naar de tuin: die hebben vaak een voorkeur voor inheemse planten uit hun eigen omgeving.
  • Neem geen zaden van zeldzame planten: daarmee belemmer je de voortplanting van de plant.
  • Oogst van veelvoorkomende soorten ook niet te veel zaad. Oogst één tot twee keer van een plantengroep en gebruik hierbij een klein deel van de planten. Zo breng je de natuur geen schade toe.
  • Wanneer de grond in je tuin te vruchtbaar is, kun je deze zelf verschralen. Haal de bovenste 10 centimeter van de bodem af. Breng daarna 5 centimeter zand op en meng dit met de ondergrond. Breng vervolgens nog 5 centimeter zand op en meng dit met de eerste laag. Zo krijg je een mooie, schrale grondopbouw. Let er wel op dat je bij de bewerking alleen de bovenste laag grond verstoort.

Dieren

  • Puinstapels absorberen snel warmte en zijn dus ideaal voor vlinders die zich willen opwarmen.
  • In een open bestrating vinden graafbijtjes en -wespen nestelgelegenheid en krijgen ze de kans om rupsjes naar hun hol te slepen.
  • Dagvlinders bezoeken graag roze en paarse bloemen als die van distels en de vlinderstruik. Nachtvlinders worden in de schermering aangetrokken tot witte of gele bloemen met een lekkere geur, zoals die van kamperfoelie en teunisbloem.
  • Naast bloemen zijn ook kruiden en fruit aantrekkelijk voor vlinders en andere insecten. Salie, marjolein, munt, bonenkruid, hyssop, tijm, bieslook, alliumsoorten, braam, framboos en aardbei worden graag door vlinders en andere insecten bezocht.
  • Vlinders moeten altijd verse brandnetels hebben. Maai een deel van de brandnetels heel kort, zodat ze weer uitgroeien tot groene, malse, stikstofrijke planten. Gevolg is dat naarmate de zomer vordert, op de jonge brandnetels de meeste rupsen zitten.

Angela Groenbos
Door
Angela Groenbos

Angela schrijft de tuinverhalen voor Landleven. Daardoor komt ze in de mooiste landelijke tuinen van Nederland. Overal neemt Angela wel ideeën mee die ze in haar eigen tuin wil toepassen. Dat is nog wel een project in ontwikkeling: rond haar woonboerderij verschijnen nu de eerste borders en ze is dit jaar enthousiast begonnen met een moestuin. Wat Angela nog mist aan kennis compenseert ze ruim met enthousiasme voor alles wat groeit en bloeit. Haar vingers zijn nog niet groen, maar zien wel regelmatig zwart van tuinaarde.