Zelf maken: kacheldroogrek

Maak optimaal gebruik van de behaaglijke warmte die de houtkachel je biedt met dit ouderwetse kacheldroogrekje. Droog je natte sokken bij de kachel, net zoals generaties voor je dat deden. Landleventimmerman Nick van Zutphen laat zien hoe je zo’n droogrekje eenvoudig zelf maakt.

Dit heb je nodig:

• 2x vuren ruw 22 x 50 mm x 210 cm 
• 3x grenen rond 14 mm x 270 cm 
• Houtlijm
• 1x beits transparant ebben
• 1x beits transparant noten
• Schuurpapier 80 
• Schuurpapier 120
• 16x schroef verzinkt 3,5 x 20 mm 
• 4x schanier gegalvinseerd 50 x 39 mm 

En verder:

• Decoupeerzaag
• Accuboormachine
• 14 mm speedboor
• Winkelhaak
• Priem
• Potlood
• Lijmklemmen

Pootjes

1. Zaag een stuk vuren van 85 x 5 x 2,2 cm. 
2. Zet over de lengte een lijn, precies in het midden van de breedte. 
3. Zaag met een decoupeerzaag over de middenlijn.
4. Leg de twee stukken van 85 x 5 x 2,2 (A) en (B) naast elkaar. 
5. Zet dan op beide stukken, gemeten vanaf de bovenkantm op 26,5 en op 50 cm een markering, weer precies op het midden van de breedte. 
6. Draai met een priem gaatjes op de markering.
7. Boor met een speedboor van 14 mm haaks door het hout heen. 

Rondhout

1. Zaag drie stukken grenen rondhout van 59,5 cm lang en 14 mm doorsnede (C). 
2. Smeer wat houtlijm in de gaten van (A) en (B), laat de lijm vijf minuten intrekken en druk de stukken rondhout (C) in de gaten van (A). 
3. Druk stuk (B) vanaf boven op (C). Dit is de linkervleugel. 
4. Herhaal dit voor de rechtervleugel; (G) en (H) zijn identiek aan (A) en (B), (I) heeft de lengte van 56,5 cm. 

Middenstuk

1. Het middenstuk lijkt veel op de linkervleugel, alleen de linkerpoot is anders. 
2. Maak (E) net zoals (B). 
3. Zaag een stuk vuren van 85 x 5 x 2,2 cm (D). 
4. Zet gemeten vanaf de bovenkant op 3, 26,5 en op 50 cm een markering, 1,25 cm vanaf de rechterzijde.
5. Boor weer de gaten.
6. Zaag drie stukken rondhout (F) met de lengte van 59,5 cm.
7. Verlijm (F) met (D) en (E).
8. Laat de lijm goed uitharden, zorg dat alle stukken tijdens het drogen op een vlakke ondergrond liggen en controleer of ze allemaal over de hoogte en de breedte haaks zijn. 

Kleur van gebruikt hout

Je kunt hiervoor ook het filmpje hierboven bekijken

1. Schuur alle splinters en scherpe randjes eraf met schuurpapier 80. 
2. Schuur het hout op alle plekker waar het vaak wordt aangeraakt extra rond, want met de tijd slijt het hout door aanraking. 
3. Veeg het stof eraf en maak de werkplaats zoveel mogelijk stofvrij. 
4. Breng nu de eerste laag beits aan; gebruik de transparante beits in de kleur noten. Deze schilder je met lange streken en een ‘droge’ kwast, dat wil zeggen steeds maar een heel klein beetje beits. 
5. Het gaat niet om egaal schilderen en je hoeft geen moeite te doen om groeven en gaatjes te schilderen. Probeer het anders eerst op een stukje resthout, zo krijg je de slag te pakken. 
6. Laat de beits goed drogen en schuur dan met schuurpapier (120) lichtjes op. 
7. Breng contrast aan door randjes plaatselijk wat steviger te schuren, zodat de orginele houtkleur her en der er iets meer doorheen komt. 
8. Schilder met dezelfde techniek de transparante beits ebben er over, 
9. Zorg dat je zeker alle oneffenheden met de donkere beits vult. 

Scharnieren

1. Bevestig (B) en (D) met twee scharnieren, elk op 15 cm vanaf de boven- of onderkant.
2. Herhaal dit voor (E) en (G).
3. Draai de schroeven voorzichtig aan om splijten te voorkomen. 

Bekijk hier de werktekening