Highland pony: alles over het ras
De Highland Pony is één van de twee inheemse rassen van de Schotse hooglanden en eilanden.
Kleuren
De Highland komt in een hele reeks kleuren. De effen kleuren veranderen niet, terwijl die met een witte haar ertussen uiteindelijk wit worden. De effen kleuren zijn: zwart, bruin, mouse dun en yellow dun. Grey dun, cream dun en grey (schimmel) worden op den duur allemaal wit.
De kleur bekend van het eiland Rhum is leverkleurig met zilverkleurige manen en staart. Deze pony’s hebben meestal crèmekleurige hoeven.
Oorsprong
Gedurende vele eeuwen heeft het ras zich aangepast aan het veranderende en vaak barre klimaat en de leefomstandigheden van Schotland. De wintervacht bestaat uit een laag sterk, dasachtig haar over een zachte, dikke onderlaag, die dit ponyras geschikt maakt het hele jaar buiten te verblijven.
In het voorjaar ruilt de pony de wintervacht voor een gladde zomervacht. De kenmerken- de robuustheid wordt gecombineerd met een vriendelijke aard en gelijkmatig temperament.
Gebruik
Een paard dat gebruikt wordt voor rijden onder de man, lange afstandswerk, aangespannen en voor het rijden van gehandicapten zowel als voor tochtjes met toeristen. De grootgrondbezitters zien nu in dat pony’s beter voor het milieu zijn dan vierwielaangedreven voertuigen. Velen hebben nu weer pony’s voor de hertenjacht, de korhoenderjacht en voor het onderhoud van het bos.
Raskenmerken
Het ras geeft een sterke, harmonisch gebouwde, compacte pony, met alle lichaamsdelen in goede verhouding tot zijn hoogte. Het is één van de grootste van de Britse inheemse rassen en behoort volume en kracht uit te stralen.
Hoogte: 132- 148 cm
Hoofd: goed gedragen en attent met vriendelijke ogen: een brede snuit met een diepe kaak. Hals en schouder: een hals van gemiddelde lengte vanuit de schoft met een goede, schuine schouder en correct geplaatste voorbenen.
Lichaam: goed van verhouding en compact met veel ruimte voor hart en longen, goed geronde ribben. Achterhand: een krachtige achterhand met goed ontwikkelde dijen, sterke schenkel en droge, vlakke spronggewrichten.
Benen: vlak, hard bot, brede knieën, korte pijpen, schuine koten en goed gevormde donkere hoeven. Zachte en zijdeachtige vetlokken. Manen en staart: het haar van nature golvend en niet getoiletteerd met een volle staart. Beweging: recht en vrij bewegend zonder veel knie-actie.
Angela schrijft de tuinverhalen voor Landleven. Daardoor komt ze in de mooiste landelijke tuinen van Nederland. Overal neemt Angela wel ideeën mee die ze in haar eigen tuin wil toepassen. Dat is nog wel een project in ontwikkeling: rond haar woonboerderij verschijnen nu de eerste borders en ze is dit jaar enthousiast begonnen met een moestuin. Wat Angela nog mist aan kennis compenseert ze ruim met enthousiasme voor alles wat groeit en bloeit. Haar vingers zijn nog niet groen, maar zien wel regelmatig zwart van tuinaarde.