Traditionele Sint-Maartensgans

Traditionele Sint-Maartensgans

Een oude traditie is het eten van gebraden gans op 11 november, Sint-Maarten. Volgens een overlevering kozen de bewoners van de Franse stad Tours Martinus om bisschop te worden. Hij was hiervoor te bescheiden en verstopte zich na het verzoek in een ganzenhok. Al snel werd hij verraden door het luide gegak van de ganzen en kon hij alsnog benoemd worden. Als straf voor het verraad liet Martinus de ganzen braden.
Bereidingstijd: 3,5 uur

Dit heb je nodig

  • 1 Twentse landgans (ca. 2,5-3 kg)
  • 500 g aardappelen
  • 4 uien
  • 2 appels
  • 1 bosje peterselie
  • 1 klont boter
  • 1 el marjolein
  • zout
  • zwarte peper
  • 1 laurierblad
  • enkele takjes salie
  • 1 tl maïzena

Zo ga je te werk

  • Was de gans van binnen en van buiten grondig, en droog haar.
  • Schil de aardappelen, snijd ze in blokjes en blancheer ze in kokend water.
  • Pel de uien en schil de appels en snijd ze in blokjes.
  • Was de peterselie en snijd hem fijn.
  • Smoor de uien en de appels in een klont boter, voeg de aardappelen, de peterselie en de marjolein toe en meng alles goed. Vul de gans met dit mengsel.
  • Naai de gans met keukengaren dicht en wrijf het vel in met zout en peper.
  • Breng in een grote braadpan wat water aan de kook en leg de gans met de borst naar beneden erin.
  • Voeg het laurierblad en de salie toe.
  • Schuif de braadpan in een op 200 graden voorverwarmde oven en laat de gans in ongeveer tweeënhalf uur gaar worden.
  • Draai haar ongeveer dertig minuten voor het einde van de baktijd om.
  • Haal de gans uit de braadpan en houd haar warm.
  • Zeef het braadvocht en schep het vet er vanaf.
  • Leng de maïzena aan met een beetje koud water en bind hier het vocht mee.

Serveer de saus apart bij de gans. Lekker met aardappelnoedels en rode kool met appeltjes of spruitjes met kastanjes.


Klaske Bakker

Klaske werkt al vele jaren met plezier voor het tijdschrift Landleven. Als culinair redacteur schrijft ze verhalen en ontwikkelt ze recepten. Ze kookt, proeft, kookt nog eens en schrijft de recepten daarna zo smakelijk (en nauwkeurig!) mogelijk op. De ingrediënten komen altijd uit het seizoen, het liefst uit haar eigen moestuin. Inmaken, jam en sap koken en wecken zijn haar passie. Ze is tevens moeder van drie kinderen.