Uilskuikens ringen
Uilen kun je meestal alleen van een afstandje bewonderen. Wie een uilenkast op het erf heeft, wacht dan ook met spanning op het moment dat de uilskuikens geringd worden. Stijn, Toos, Wies en Cato Weijermars mogen eens per jaar hun steenuiltjes van dichtbij bekijken en zelfs vasthouden.
Toen Stijn Weijermars met zijn vrouw Toos en dochters Wies en Cato in het Brabantse Haaren ging wonen, wist hij één ding zeker: hij wilde een uilenkast in het weiland. Net als vroeger, in zijn jeugd. “Mijn vader haalde eens per jaar de uilenkast die in de hoogstamappelboom hing naar beneden. Dat was een spannend moment, we zagen de uiltjes dan voor het eerst. Ik kan me niet anders heugen dan dat we ieder jaar uilskuikens hadden.”
Bij het Brabants Landschap informeerde hij naar de mogelijkheden van uilenkasten en Anita van Dooren, coördinator van de steenuilenwerkgroep Oisterwijk, zag in één oogopslag dat uilen het erf van de familie Weijermars wel konden waarderen. “Uilen houden van een erf waar het een beetje rommelig is. Een oud kippenhok hier, een stapel hout daar. Als ik een rommelig erf zie, dan word ik blij en denk: hier kan een steenuil het goed doen.” zegt Stijn al lachend.
“Uilskuikens zijn heel
gelaten als wij ze ringen”
Knappende uiltjes
In het voorjaar van 2014 kreeg de familie Weijermars via Anita een uilenkast. Het eerste broedseizoen was het al raak, zag Toos tot haar vreugde. “Voor Stijn was het bekend omdat hij ermee opgegroeid is, ik moest de uilen leren kennen. Toen ze voor het eerst jongen kregen, werd het voor mij pas echt.” Als de uilskuikens een dag of acht zijn, kunnen ze geringd worden. Anita vindt dat wat vroeg en komt meestal langs als ze een dag of vijftien oud zijn. Alle uilen krijgen een uniek nummer, weet Toos. “Anita loopt achterom en staat dan bij de kast met haar laddertje, haar koffertje en een collega.” Het hele gezin wordt er dan bij geroepen.
Toos wist niet dat het zo leuk zou zijn om een uilenkast te hebben. “Toen Anita zei dat ze uit het ei waren gekomen en ik de uilskuikens voor het eerst zag, dacht ik: wat is dít fantastisch! Dat we ze konden zien en die veertjes konden aanraken, dat was voor mij heel bijzonder.” Iedereen vindt jonge uilen geweldig, weet Anita. “De uilskuikens zijn heel gelaten als we ze ringen, ze grijpen een keer met de klauwen of knappen met het snaveltje, dat is alles. Ze kunnen dan nog niet vliegen.” Tijdens het ringen zit het ouderpaar vaak op een afstandje toe te kijken.
“Ze zijn heel zacht en de geluidjes
die ze maken zijn zo schattig”
Als je een uil vindt
- Als je een uil vindt met een pootring, geef het ringnummer dan door op www.griel.nl. Dat is zinvol voor onderzoek.
- Zit er een jonge steenuil op de grond, laat hem dan zitten. De oudervogels zijn meestal in de buurt en zullen voor het jong zorgen en het opvoeden.
- Alleen als het jong gevaar loopt, door bijvoorbeeld verkeer of huisdieren, kun je het jonge dier op een tak in een boom zetten.
- Mocht je een gewonde of zieke uil aantreffen, breng hem dan naar een vogelasiel in de buurt.
Lees ook: Steenuilenkast op het erf
Een opgeruimd erf, strakke schuren en geen ongedierte te bekennen; dat klinkt als een ideaal plaatje, maar is voor de steenuil juist het ergste wat er is. Wil je de steenuil een kans geven op je erf? Vervang dat kapotte ruitje dan niet en laat die gebroken dakpan maar zitten. Of beter nog: hang één of meerdere nestkasten op, speciaal voor de steenuil.
Angela schrijft de tuinverhalen voor Landleven. Daardoor komt ze in de mooiste landelijke tuinen van Nederland. Overal neemt Angela wel ideeën mee die ze in haar eigen tuin wil toepassen. Dat is nog wel een project in ontwikkeling: rond haar woonboerderij verschijnen nu de eerste borders en ze is dit jaar enthousiast begonnen met een moestuin. Wat Angela nog mist aan kennis compenseert ze ruim met enthousiasme voor alles wat groeit en bloeit. Haar vingers zijn nog niet groen, maar zien wel regelmatig zwart van tuinaarde.