Twentse jan-in-de-zak
Dit Twentse recept van jan-in-de-zak van familie Schottink staat al anderhalve eeuw met Eerste Kerstdag op tafel. Uniek aan dit recept is dat het zonder boekweitmeel gemaakt wordt, waardoor het een lichtere kleur krijgt.
Dit heb je nodig voor jan-in-de-zak:
- 300 g bloem
- 20 g verse gist
- 2 dl lauwe melk
- een ei
- snufje zout
- 100 g rozijnen
- 75 g krenten (laten weken)
Zo ga je te werk:
- Begin met een linnen doek in koud water te leggen en zet alvast een pan water op het fornuis.
- Doe de bloem in een kom en maak een kuiltje waarin u de, met een beetje melk aangelengde, gist doet. Giet de rest van de melk erbij, doe het ei en een snufje zout erbij en kneed het door elkaar, gevolgd door de krenten en rozijnen. Kneed net zo lang tot het deeg loslaat van de kom.
- Als u een bal hebt gekneed, poedert u er wat bloem omheen.
- Laat de bal nu een half uur rijzen.
- Haal vervolgens de linnen doek uit het water, wring hem uit en strooi wat bloem op één kant van de doek.
- Leg daar de gerezen bal op en knoop de punten van de doek losjes bij elkaar tot een royale zak.
- Laat de jan-in-de-zak anderhalf uur onafgebroken zachtjes koken op het fornuis, waarna u de zak met een spatel in het water omdraait en nogmaals een uur laten koken.
