Traditionele stroopwafels

Traditionele stroopwafels

Traditionele stroopwafels maak je met gist, daardoor zijn ze wat luchtiger en dikker dan knapperige wafels. Om ze te bakken gebruik je een ‘kniepertjesijzer’ (oublie-ijzer).
Bereidingstijd: 1,5 uur

Dit heb je nodig:

  • 125 g roomboter
  • 75 g witte basterdsuiker
  • 1 ei
  • 1 el melk
  • 25 g verse gist (of 7 g droge gist)
  • 250 g bloem
  • snuf zout
  • 200 g keukenstroop
  • 125 g bruine basterdsuiker
  • 100 g roomboter
  • 1 tl kaneelpoeder

Zo ga je te werk:

  1. Zorg dat alle ingrediënten op kamertemperatuur zijn.
  2. Klop de boter, de suiker, het losgeklopte ei, de melk en de gist door elkaar. Voeg als laatste de bloem en het zout toe en kneed tot een mooi deeg.
  3. Vorm daarvan een bal en leg deze in een kom. Dek de kom af met een warme, vochtige theedoek en laat het deeg een uur rijzen.
  4. Vorm er balletjes van ter grootte van een pingpongbal en leg deze op een bakplaat of in een ovenschaal met genoeg ruimte ertussen.
  5. Dek ook de deegballetjes weer af met een vochtige, warme doek en laat ze nog een kwartier narijzen.
  6. Bak wafels van de balletjes met behulp van een kniepertjesijzer op stand 2.
  7. Vet het ijzer alleen voor de eerste wafel even in, daarna is het niet meer nodig.
  8. Bak de wafels tot ze mooi bruin zijn en snijd ze terwijl ze nog warm zijn horizontaal doormidden.
  9. Meng in een pannetje 200 gram keukenstroop met 125 gram bruine basterdsuiker, 100 gram roomboter in blokjes en 1 theelepel kaneelpoeder.
  10. Verwarm en roer tot alles is gemengd en laat het afkoelen tot lauwwarm.
  11. Smeer in het midden van de wafel ongeveer een eetlepel stroop, en leg de twee delen weer op elkaar. Druk ze een beetje aan, zodat de stroop tot de randen komt.

Tip: Als je hard drukt met het ijzer, wordt de wafel aan de ene kant wat platter dan aan de andere kant. Mooie gelijke wafels? Druk dan niet te hard of bak grote wafels en snijd er met een ronde steker (diameter 10 centimeter) wafels uit van gelijke dikte.


Klaske Bakker

Klaske werkt al vele jaren met plezier voor het tijdschrift Landleven. Als culinair redacteur schrijft ze verhalen en ontwikkelt ze recepten. Ze kookt, proeft, kookt nog eens en schrijft de recepten daarna zo smakelijk (en nauwkeurig!) mogelijk op. De ingrediënten komen altijd uit het seizoen, het liefst uit haar eigen moestuin. Inmaken, jam en sap koken en wecken zijn haar passie. Ze is tevens moeder van drie kinderen.