Maak gebakken gruttenbrij
Maak gebakken gruttenbrij volgens het familierecept van Theodora Otterspeer. Het streekgerecht uit de Alblasserwaard werd vroeger gegeten als alternatief voor een broodmaaltijd. Lees hier hoe je gruttenbrij maakt.
Dit heb je nodig voor gebakken gruttenbrij
- 175-200 g boekweitgrutten
- 1 l boerenkarnemelk
- roomboter
- stroop
Zo ga je te werk voor gebakken gruttenbrij
- Verwarm de karnemelk in een pan met een goede bodem zachtjes tot hij net niet gaat schiften.
- Voeg al roerend 175-200 gram boekweitgrutten aan de karnemelk toe.
- Breng het geheel zachtjes en roerend tegen de kook.
- Laat de pan zo’n twintig minuten op een laag vuurtje pruttelen. Ga vooral tegen het einde weer goed roeren, zodat de pap niet aan de bodem van de pan plakt. Als de pap een beetje blijft ‘staan’ is hij goed.
- Schep de dikke pap in een mooie vorm of cakeblik. Spoel de vorm eerst even om met wat water, zodat hij van binnen licht vochtig is. Zet de vorm of het blik een nacht weg in de koelkast, afgedekt met een bordje of een velletje huishoudfolie.
- De volgende dag haal je de opgesteven brij uit de vorm; stort hem op een bord of snijplank. Snij in plakjes of parten van één centimeter dik. Deze plakjes bak je voorzichtig om en om aan in de roomboter.
- Serveer de gruttenbrij warm met Zeeuwse stroop erbij.
