Bloembollen kopen en planten: handige tips

Wil je in het voorjaar narcissen of tulpen in je tuin? Dan is het tijd om aan de slag te gaan! Koop voorjaarsbloeiende bloembollen en zorg dat ze dit najaar de grond in gaan. Let erop dat de bloembollen voor de eerste nachtvorst in de grond zitten.

Wanneer bloembollen planten?

Voorjaarsbloeiende bloembollen zoals narcissen, tulpen, narcissen en hyacinten kunnen in het najaar de grond in, vóór de eerste nachtvorst. Oktober is daarvoor een ideale maand. Dan is de grond nog niet te koud. Bloembollen moeten namelijk de kans krijgen om wortels aan te maken, voordat de vorst valt. Vervolgens hebben ze een koude periode nodig om in het voorjaar tot bloei te komen.
Ook vroege bloeiers zoals irissen en het sneeuwklokje plant je in het najaar. Daarnaast bestaan er zomerbloeiende bloembollen, zoals dahlia’s en calla’s. Die plant je pas zodra de nachtvorst voorbij is en gaan in het voorjaar de grond in.

Tips voor het kopen van bloembollen

Koop je bloembollen voor in het voorjaar? Kies dan kritisch. Gebruik deze tips!  

• Koop bij voorkeur biologische bloembollen.
• Kies zo groot mogelijke, stevige bollen.
• De bollen mogen niet al uitlopen.
• Ze mogen niet beschimmeld of beschadigd zijn of zacht aanvoelen.
• De worteltjes mogen niet zwart en verdroogd zijn.
• De bollen mogen niet uitgedroogd zijn.

Tips voor het planten van bloembollen

• Zin om aan de slag te gaan en bloembollen te planten? Probeer dan vooraf goed voor te stellen hoe jouw tuin er in het voorjaar uitziet. Bloembollen komen het mooist uit als ze in een groep bij elkaar staan. Bijvoorbeeld in een border of in een cirkel rondom een boom.
• Veel bloembollen hebben zonlicht nodig, let daar ook goed op bij het planten.
• Op het zakje van de bloembollen vind je meer informatie over de hoogte van de soort, de kleur en de bloeitijd. Vaak staat er ook hoe diep de bollen de grond in moeten en wat de plantafstand is.
• De vuistregel is: stop de bol zo diep als 2 à 3 keer de grootte van de bol. Dat komt vaak neer op minimaal 4 centimeter onder de grond. Op die afstand hebben de bollen ook minder last van vorst. Ook kunnen muizen er zo minder makkelijk bij.
• Zorg dat de bloembollen niet te nat komen te staan, daar hebben ze namelijk een hekel aan.
• De meeste bloembollen geven de voorkeur aan goed afwaterende grond. Heb je zware grond, zoals klei? Verbeter de drainage dan met compost of zand. Je kunt ook kiezen voor bloembollen die juist van zware grond houden, zoals kievitsbloemen.

Zo plant je bloembollen:

1. Maak de grond eerst goed los met een spade. Dat zorgt ervoor dat de grond gemakkelijker te bewerken is.
2. Graaf een gat met een spade, plantschepje of speciale bloembollenplanter.
3. Plant de bloembol in het gat. Zorg dat de punt van de bol naar boven zit en de bolle kant met de wortels naar beneden.
4. Doe het gat weer dicht en druk de grond een beetje aan.
5. Geef na het planten water.