Gouden tips in lammertijd
Al in het vroegste voorjaar huppelen her en der lammetjes rond. Ze zijn de voorbode van de naderende lente. Ook in de Brabantse kudde van Marianne van Heijningen komt het kleine grut al ter wereld. Ze verwacht dit jaar een kleine tweehonderd lammetjes van haar Coburger Fuchs-ooien.
De Coburger Fuchs is het perfecte schaap voor natuurbeheer, vindt Marianne van Heijningen. “Het is een loeihard ras met even hard pootwerk. Ze zijn erg sober en nemen genoegen met heel weinig. Ze eten met genoegen berenklauw, jakobskruiskruid, distels en andere lastig te bestrijden planten. En zijn goede moeders!”
Gouden tips voor de schapenfokker:
- Zorg ervoor dat de ooi tijdig het vlies van het neusje likt.
- Laat natuurschapen in de bescherming van de kudde werpen.
- Check de navelstreng en doop het uiteinde in een potje met jodium.
- Controleer of de moeder de melk goed laat schieten en neem bij twijfel wat biest van de moeder af om aan het lam te geven.
- Zorg dat je altijd wat kunstbiest in huis hebt. Of anders wat koeienbiest (iets minder goed vanwege de kans op bloedarmoede bij het lam).
- Kijk of het lam goed mag en kan drinken bij de moeder en goed levendig is.
- Zet ooien met een drieling eventueel even onder de warmtelamp en let goed op de kleinste van de lammeren.
- Houd bij een grotere hoeveelheid schapen bij wanneer een lam geboren is, bij welke ooi en of het een rammetje of een ooitje is.
- Doe bij de oornummers van de rammetjes een gekleurd plaatje in het rechteroor zodat je later in één oogopslag de rammetjes eruit kunt halen.
